Naar inhoud springen

Everard Meyster

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Everard Meyster
Gravure van C. van Dalen

Everard Meyster (Utrecht, 1617 - aldaar, 23 december 1679) was een Nederlands dichter en aristocraat.

Het oude adellijk geslacht van Meyster was in de 16de eeuw in Den Haag, Utrecht en Alkmaar gevestigd, en verwant aan de families van Teylingen, van Schagen, Oem, Suys, van Donselaer, van Dashorst en andere. Zijn wapen komt voor in de Vermeerdering der wapenkaart van de steden en oud-adellijke geslachten van Holland en West-Friesland; Heer van Zeevenberch.[1]

Na zijn studie maakte de ‘jonker’, die een rijke erfenis had van zijn moeder A.M. de Bruyn van Buitenweg, veel buitenlandse reizen. In 1649 trouwde hij met Agatha Schaap van den Dam, eveneens uit een aanzienlijke familie.[2]

Als katholiek was hij uitgesloten van het bekleden van ambten.

Everard Meyster ging in 1661 de weddenschap aan met enkele vrienden, dat hij de Amersfoorters zo ver zou krijgen om de Amersfoortse Kei van de Waelberch (bij De Stompert[2] bij Soesterberg) naar de Amersfoortse binnenstad te slepen.[3] Daarover schreef hij de Keyklucht van Jock en Ernst, op de steen-uyle-vlucht deser werelt (Utrecht, 1661).

Een ander geschrift van de "dolle jonker" was Deductie ofte bewysselijke bedenking belangende d'Eemsche zee-vaerd (1670), een plan om Utrecht tot een zeehaven te maken. Een nieuw te graven kanaal zou in een rechte lijn van de noordoosthoek van de Stadsbuitengracht naar de Eem bij Soest en verder naar Spakenburg lopen. Van deze Eemvaart werd uiteindelijk slechts het havenbekken verwezenlijkt, dat later weer volgestort werd met afval (het huidige Griftpark).

Voorts schreef hij enkele kluchten.

Meyster was de eigenaar van het landgoed Nimmerdor ten zuiden van Amersfoort, dat hij bezong in het gedicht Nimmer-dor berymt uit 1667. Hij was bevriend met en bewonderaar van Jacob van Campen, die op het nabijgelegen Randenbroek woonde. Daarnaast liet hij in de stad Utrecht in 1663 het merkwaardige huis De Krakeling bouwen aan de straat Achter Sint Pieter. Nabij Nimmerdor liet hij het landgoed Dool-om-berg (1665) aanleggen, dat zijn naam dankte aan het doolhof in de tuin en de kunstmatige heuvels. Hij wijdde er zijn gedicht Des weerelds Dool-om-berg ont-doold op Dool-in-berg aan. Bij Utrecht kwam het landgoed Oog in Al tot stand (1666), van waaruit hij de geplande uitbreiding van Utrecht van burgemeester Hendrick Moreelse in de gaten kon houden.

Na de bezetting van Utrecht door de Fransen tijdens de Hollandse Oorlog (het Rampjaar 1672) kwam Meyster als rooms-katholiek in het bestuur van de stad en behartigde toegewijd de belangen van de Utrechtse burgers. Zo ontwierp hij een nieuwe variant op de uitbreidingsplannen van Moreelse.

Everard Meyster werd in de Domkerk begraven.

  • 1655 - Het eerste deel. Poëtice policy, over het eerste boeck, van de staetkundige aelouwheyt der Romeynen Digitale versie)
  • 1655 - Hemelsch land-spel of goden-kout, der Amersfoortsche Landdouwen, bevattende den buytensten Opstal van ʹt Nieuwe Stadhuis. Eerste deel zong E.M[eyster] in Nimmerdor Digitale versie)
  • 1655 - Hemelsch land-spel of goden-kout, der Amersfoortsche Landdouwen, bevattende den buytensten Opstal van ʹt Nieuwe Stadhuis. Tweede deel Digitale versie)
  • 1661 - Key-klucht van jock en ernst, op de steen-uyle-vlucht deser wereldt .... In Dolen-bergh gedicht en verdicht door Ev. M. str Digitale versie)
  • 1667 - Nimmer-dor Digitale versie)
  • 1668 - De gekroonde berymde policy. Zijnde het eerste deel der Meysterlijke werken, bestaende in hemelsche, en aerdsche gedagten Digitale versie)
  • 1669 - Kort-bondige gebeeden bestaande in onverdoolde herts-toghten, voor den verdoolden zondaars uytgestort, om uyt den wegh van doolingen te raecken ... Digitale versie). Alleen voor Nederlandse IP-adressen
  • 1669 - Des weerelds Dool-om-berg ont-doold op Dool-in-bergh Digitale versie)
  • 1670 - Deductie ofte bewijsselijcke bedencking: belangende d'Eemsche zee-vaerd. Op Stichts eygen bodem nut-dienstelijk te graven. Den uit-recht-lievende, uit-rechte liefde, toe-geeygend ... Digitale versie)
  • 1670 - Defency, of Beweeringh voor den duyvel, bestaende in deugd-stichtelycke send-brieven, d'onstichte Stichtenaars van 't Sticht Utrecht toe-gesonden Digitale versie)
  • 1671 - Concept-verbod, of Reeden-spraeck; tegens alle peck swarte kleedren Digitale versie)
  • 1674 - t Waere gheloof-point van 't Nieuw Verbond, ('s Heeren avondmael) volgens d'ouwe Catholijcke Kerr'k, en inhouwd dezer woorden: hoc est corpus meum. Dit is mijn lichaam etc. Digitale versie)
  • 1676 - Op den toebackschen Quind-nar, wiens satyrice Quintessentien van't Negotianum, in roock en damp vervloogen, hem druypt in d'eygen oogen Digitale versie)
  • 1676 - Drooge buckens in de schuur van Amore-fortis gedroogd Digitale versie)
  • 1695 - De man in de maan, of Een verhael van een reyse derwaarts, gedaan door Domingo Gonzales, de spoedige bode. In werkelijkheid geschreven door Francis Godwin en vert. door Everard Meyster? met voorw. door E.M. is Edward Mahon? pseud. van Francis Godwin Digitale versie)
  • 17e eeuw - Klucht van de spits-hoedige Menschen : met hooge verdiepingen, en lage verstanden, bestaende in verscheyde poëtische Poetsen by Everard Meyster versonnen, en voor-gevallen Digitale versie)
  • 1941 - Een kleine verzameling van zeldzame Hollandsche geïllustreerde liedboekjes uit het begin der 17e eeuw met nog eenige geïllustreerde werken van anderen aard en een merkwaardige verzameling van geschriften en gravures van den Utrechtschen dichter-aristocraat E. Meyster Digitale versie)