Naar inhoud springen

Bonte vliegenvanger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Ficedula hypoleuca)
Bonte vliegenvanger
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Bonte vliegenvanger
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Muscicapidae (Vliegenvangers)
Geslacht:Ficedula
Soort
Ficedula hypoleuca
(Pallas, 1764)

Verspreidingsgebied van de bonte vliegenvanger

 broedgebied (groen)
 migratie (lichtblauw)
 niet-broedgebied (donkerblauw)
Synoniemen

Motacilla hypoleuca (protoniem)
Muscicapa Atricapilla Linnaeus, 1766

Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bonte vliegenvanger op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) is een kleine zangvogel (±13 centimeter, 9-15 gram) uit de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae). Het is een van de vier soorten zwart-witte vliegenvangers die in het westers Palearctisch gebied voorkomt. De bonte vliegenvanger hybridiseert in beperkte mate met de withalsvliegenvanger.[2] De soort broedt in het grootste deel van Europa en West-Azië. Het is een trekvogel die voornamelijk in West-Afrika overwintert.[1][3] Het bouwt zijn nest meestal in holtes, bij voorkeur in eiken.[4] Bij de bonte vliegenvanger is polygynie gebruikelijk, waarbij het mannetje niet in de onmiddellijke omgeving een tweede vrouwtje tracht te veroveren. Na de paringen gaat het mannetje terug naar het eerste vrouwtje en helpt met het voeden van de jongen.[2][5]

De bonte vliegenvanger voedt zich met geleedpotigen zoals spinnen, mieren, bijen en soortgelijke prooi.[6]

Het Latijnse woord Ficedula betekent "kleine vijg-etende vogel". Hypoleuca is de samenstelling van Oudgrieks ὑπό, hupo: "beneden", en λευκός, leukos: "wit", vanwege de witte onderzijde van het dier.[3]

Vrouwtje, Finland

De bonte vliegenvanger is een 12- tot 13½ centimeter grote vogel. De snavel is zwart en heeft de brede maar puntige vorm typerend voor insecteneters die hun prooi in de lucht vangen.[7]

Broedkleed mannetje

[bewerken | brontekst bewerken]

In broedkleed is het mannetje zwart van boven en wit van onder, met een grote witte vleugel vlek, witte pennen aan de zijkanten van de staart en een kleine witte vlek op het voorhoofd. De Iberische ondersoort iberiae (Iberische bonte vliegenvanger) heeft een grotere voorhoofdsvlek en een bleke stuit.[7]

Vrouwtjes, juvenielen en mannetjes buiten het broedseizoen

[bewerken | brontekst bewerken]

Vrouwtjes en juvenielen en mannetjes buiten het broedseizoen hebben dezelfde tekening als de mannetjes tijdens het broedseizoen, waarbij het zwart is vervangen door licht grijs-bruin. Het kan moeilijk zijn de soort te onderscheiden van andere zwart-witte vliegenvangers, in het bijzonder de withalsvliegenvanger.[7]

De bonte vliegenvanger broedt in mei-juni. Het nest wordt meestal gemaakt in een holte, hoog in een boom, zoals een oud spechtennest. Maar de soort nestelt ook in nestkastjes met een open voorkant, spouwmuren of een spleet in een klif. Het nest bestaat uit schors, bladeren, grassprietjes en is bekleed met vezels, paardenhaar, en soms met veren. Het legsel bestaat uit 5 tot 8 lichtblauwe eieren. Het vrouwtje broedt alleen gedurende 13 tot 15 dagen. De jongen vliegen 12 tot 17 dagen na het uitkomen uit. Het mannetje voert het broedende vrouwtje onregelmatig en soms helemaal niet, vooral als het mannetje een tweede territorium heeft waar een ander vrouwtje begonnen is met eieren leggen. Het mannetje voert wel de jongen in het eerste nest en pas als die uitgevlogen zijn, de overgebleven jongen van het tweede nest. Eind juni of begin juli, worden de nesten verlaten en leiden de ouders hun jongen weg van hun geboorteplaats.[8]

Zang van de bonte vliegenvanger

De bonte vliegenvanger heeft een luide, ritmische en melodieuze zang.[8]

Bonte vliegenvangers zijn in Nederland en België minder talrijk dan de grauwe vliegenvanger. Hun voornaamste leefgebieden zijn Scandinavië, het voormalig Oostblok en Spanje. In Nederland waren er in de periode 2018-2020 21.000 tot 26.000 broedparen.

De soort telt 3 ondersoorten:

De bonte vliegenvanger heeft een omvangrijk verspreidingsgebied. De omvang van de populatie werd in 2015 geschat op 33-52 miljoen volwassen vogels. Om deze redenen heeft het van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) de status niet-bedreigd gekregen.[1]

De vogel lijkt zich goed aan te passen aan de klimaatverandering. Door de hogere temperaturen in het broedgebied kruipen de rupsen, het voer voor de jongen, eerder uit het ei, en de bonte vliegenvanger komt nu ook eerder terug uit Afrika om hier te nestelen.[9]

[bewerken | brontekst bewerken]
  • SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
  • SOVON Verspreiding en aantalsontwikkeling van de Bonte Vliegenvanger in Nederland
  • Kaarten met waarnemingen: