Fokker T.VIIIw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
T.VIII
Fokker T.VIIIw
Algemeen
Rol torpedobommenwerper
Bemanning 3
Varianten 3
Status
Eerste vlucht 1938
Aantal gebouwd 36
Gebruik Marine Luchtvaartdienst
Royal Air Force
Luftwaffe
Afmetingen
Lengte 13,00 m
Hoogte 5,00 m
Spanwijdte 18,00 m
Krachtbron
Motor(en) 2 × Wright R-975-E3 Whirlwind negencilinder stermotor, 336 kW (451 pk) elk
Prestaties
Topsnelheid 285 km/u
Vliegbereik 2750 km
Dienstplafond 6800 m
Bewapening
Boordgeschut 2 x 7,92 mm machinegeweer
Ophangpunten 600 kg bommen of torpedo's
Portaal  Portaalicoon   Luchtvaart

De Fokker T.VIIIw was een in 1938 op verzoek van de Nederlandse Marine Luchtvaartdienst (MLD) ontworpen tweemotorige torpedobommenwerper en verkenner op drijvers. Hij was bestemd voor zowel de Nederlandse kustverdediging als voor Nederlands-Indië. Qua constructie waren de eerste series in de traditionele gemengde wijze opgebouwd: romp uit staalbuis met linnen, houten vleugels, rompvoorstuk en motorgondels uit metaal. Er zijn 36 toestellen gebouwd die dienst hebben gedaan bij de MLD. Acht toestellen vlogen tijdens de meidagen van 1940 naar Frankrijk. Eind mei kwamen ze naar het Verenigd Koninkrijk, waar ze de kern gingen vormen van 320 Dutch Squadron RAF.[1]

Eind september 1940 werd besloten de inzet bij 320 Squadron te staken. Nadien werd een Fokker T.VIIIw van 320 Squadron nog ingezet voor Operation Windmill (13-15 oktober 1940), waarbij geheimagent Lodo van Hamel door piloot Heije Schaper van het Tjeukemeer moest worden opgepikt.[2] Tot in het voorjaar van 1944 hield de RAF op Felixstowe een Fokker T.VIIIw gereed voor geheime opdrachten, maar tot daadwerkelijk inzet kwam het niet meer.[3]

Een Fokker T.VIIIW in dienst bij het 320 Dutch Squadron RAF