Frederik I van de Palts

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Frederik I van de Palts
1425-1476
Portret van keurvorst Frederik I van de Palts door Albrecht Altdorfer.
Keurvorst van de Palts
Periode 1451-1476
Voorganger Filips
Opvolger Filips
Vader Lodewijk III van de Palts
Moeder Mathilde van Savoye

Frederik I van de Palts bijgenaamd de Overwinnaar (Heidelberg, 1 augustus 1425 - aldaar, 12 december 1476) was van 1451 tot aan zijn dood keurvorst van de Palts. Hij behoorde tot het huis Wittelsbach.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Frederik I was een zoon van keurvorst Lodewijk III van de Palts en diens tweede echtgenote Mathilde, dochter van heer Amadeus van Piëmont.

Na de vroege dood van zijn oudere broer Lodewijk IV in 1449 nam Frederik I het regentschap over van zijn minderjarige neef Filips. Om de erfopvolging van Filips niet in gevaar te brengen, besliste hij om niet te trouwen. Met de toestemming van Filips' moeder en de adel van de Palts adopteerde Frederik in 1451 Filips en hij bemachtigde bovendien hun steun om zelf keurvorst van de Palts te blijven. Dit leidde echter tot enige tegenstand binnen de Palts, maar ook naburige staten en keizer Frederik III wilden niet van de machtsgreep van Frederik weten.

Frederik kon de oppositie tegen zijn machtsgreep in de Palts beëindigen en via onderhandelingen, militaire steun en politieke druk de steun van de paus en de andere keurvorsten binnen het Heilige Roomse Rijk verwerven. Toch weigerde keizer Frederik III hem officieel te benoemen tot keurvorst van de Palts omdat zijn machtsgreep tegen de keizerlijke wetten inging.

Het succes van Frederik was gebaseerd op zijn militaire talent, maar vooral op zijn bekwaamheid om de militaire en economische macht van de Palts te benutten en zijn positie te verzekeren door een slimme alliantiepolitiek. Zo had hij een goede band met hertog Lodewijk IX van Beieren-Landshut. In militaire disputen met zijn buurlanden slaagde Frederik er snel in om zijn landerijen uit te breiden: in 1452 met het graafschap Lützelstein, in 1455 gevolgd door Veldenz. Tijdens de Beierse Oorlog van 1459-1463 vocht hij ook succesvol aan de zijde van Lodewijk IX van Beieren tegen de keizerlijke zijde onder leiding van keurvorst Albrecht Achilles van Brandenburg.

Bij de Zuid-Duitse Vorstenoorlog tussen 1460 en 1461 dwong hij Diether von Isenburg, de aartsbisschop van Mainz, om zijn zijde te vervoegen. Tijdens de Mainzse Stiftoorlog van 1461-1463 kon hij bij de Slag bij Seckenheim in juni 1462 drie van zijn voornaamste tegenstanders gevangennemen: bisschop George van Metz, markgraaf Karel I van Baden-Baden en graaf Ulrich V van Württemberg. Hij liet hen weer vrij in ruil voor hoge geldsommen en de erkenning van zijn claim op de Palts. In 1463 slaagde hij er echter niet in om Diether von Isenburg tot aartsbisschop van Mainz te laten verkiezen, dat hij politiek kon compenseren dat hetzelfde jaar nog zijn broer Ruprecht te laten verkiezen tot aartsbisschop van Keulen. Tijdens de oorlog van Weissenburg in 1469-1471 versloeg Frederik de keizerlijke troepen onder leiding van hertog Lodewijk I van Veldenz. In 1474 wilde keizer Frederik III hem voor een formele rechtbank brengen wegens vogelvrije praktijken door Frederik onder de rijksban te plaatsen, maar dit bleef zonder gevolgen.

De successen van Frederik in de buitenlandse politiek werd gekenmerkt door trendsettende regeringshervormingen in zijn landerijen door te voeren: zoals de hervorming van de Universiteit van Heidelberg in 1452, het installeren van een beroepsinstantie aan het hof van de Palts in 1462 en de promotie van het humanisme.

In december 1476 stierf Frederik I op 51-jarige leeftijd in Heidelberg, waarna hij werd bijgezet in het franciscanenklooster van de stad.

Huwelijk en nakomelingen[bewerken | brontekst bewerken]

In 1471 huwde Frederik I in het geheim met zijn langdurige maîtresse Clara Tott (1440-1520), die hij in 1459 had ontmoet. Het was een morganatisch huwelijk. Frederik en Clara hadden twee zonen:

Voorouders[bewerken | brontekst bewerken]

Voorouders van Frederik I van de Palts
Overgrootouders Ruprecht II van de Palts
(1325-1398)

Beatrix van Sicilië
(1326-1365)
Frederik V van Neurenberg
(1333–1398)

Elisabeth van Meißen
(1329-1375)
Jacobus van Piëmont
(1315–1367)

Margaretha van Beaujeu
(1346-1402)
Amadeus III van Genève
(1311-1367)

Mathilde van Auvergne
(-)
Grootouders Ruprecht van de Palts (1352-1410)

Elisabeth van Neurenberg (1358-1411)
Amadeus van Piëmont (1363–1402)

Catharina van Genève (-1407)
Ouders Lodewijk III van de Palts (1378-1436)

Mathilde van Savoye (1390-1438)
Frederik I van de Palts (1325-1476)

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]