Frottola

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een frottola is een seculiere overwegend vocale muziekvorm Het is een Italiaanse aristocratische muziek die bijzonder populair was aan de Noord-Italiaanse vorstenhoven van Mantua, Ferrara en Urbino.

Het werd gecomponeerd van 1470 tot 1530.

Kenmerken en evolutie[bewerken | brontekst bewerken]

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Men geeft een hele reeks van betekenissen aan het Italiaanse woord frottola, een van hen is de lyrische: ‘een muzikaal vruchtje van de geest’.

Het lied is homofoon en de maat is 3/4 of 4/4. Het wordt solo met begeleiding van instrumenten en meerstemmig uitgevoerd. De luit is een veel voorkomend instrument.

De gedicht is in rijmvorm en bestaat uit verschillende strofen van zes versregels, telkens gevolgd door een refrein. Het zijn onderhoudende, eenvoudige gedichtjes, vol met ironische plooitjes.

De grote populariteit wordt bevestigd door de publicatie van 651 frottola’s in 11 bundels, frottole I tot XI, door de Venetiaanse uitgever/drukker Ottaviano Petrucci van 1504 tot 1514.

De meerstemmige publicaties zijn stemboekjes, één voor elke CATB stem, en koorboekjes met 2 stemmen op de linker bladzijde en 2 stemmen op de rechter bladzijde.

De onderhoudende frottola ontplooide tot het madrigaal, zal voortbestaan in haar Napolitaanse zuster de villanella, en inspireerde het Spaanse villancico.

Ontstaan van de frottola[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de 15e eeuw was het volkslied ‘Villota’ zeer populair. Het was een vierstemmig lied dat makkelijk dansbaar en zeer populair was tijdens de carnaval.

In Florence participeerden de machtige gilden actief mee aan de carnaval en de mecenas, dichter Lorenzo I de Medici, de Magnifieke was ook enthousiast. Hij dichtte o.a. Un di lieto giamai[1] dat door de Franco-Vlaamse Polyfonist Isaac Heinrich gedurende zijn aanstelling aan het hof van Lorenzo (1485-1495) als frotolla werd gecomponeerd.

Het aristocratische lied frottola werd zeer populair aan de Italiaanse hertogelijke hoven en zelfs de grote Franco-Vlaamse Polyfonist Josquin des Prez, indertijd werkzaam aan het pauselijk hof componeerde frottola’s, o.a. El Grillo[2].

Frottola aan het hof van Mantua en Ferrara[bewerken | brontekst bewerken]

Na de dood van Lorenzo I ontwikkelde de frottola, onder invloed van de muziek en gedicht minnende Isabella en haar broer Alfonso I d’Este zich verder. Isabella d’Este was hertogin aan het hof van Mantua, destijds het meest beschaafde hof van Europa, en. Alfonso I d’Este was hertog van Ferrara.

De componisten Bartolomeo Tromboncino[3] en Marchetto Cara[4], beiden werkzaam in Mantua, en Michele Pesenti werkzaam in Ferrara tilden de muzikale kwaliteit van de frottola op. Onder impuls van Isabella verhoogde het literaire peil door de introductie van de gedichten van Francisco Petrarca (1304-1374). Uit deze ‘poëtische frottola’ ontstond in 1530 het madrigaal, dat ‘het’ profane liedgenre is van de hoog renaissance.

Het middelpunt van het oorspronkelijk, volkse frottola verplaatste zich naar Napels, waar het muziekgenre villanella grote populariteit genoot.

Componisten van frottola's[bewerken | brontekst bewerken]

tenor stemboekje van Josquin des Prez uit de Harmonice Musices Odhecaton (1501)

In alfabetische volgorde kennen we volgende namen:

Onze kennis van de componisten is dikwijls beperkt tot hun naam. Ze staan vermeld in de gedrukte muziekpartituren bij de uitgever, drukker Ottaviano Petrucci en anderen.

Originele gedrukte uitgaven[bewerken | brontekst bewerken]

Ottaviano Petrucci[bewerken | brontekst bewerken]

  • Frottole I (1504)
  • Frottole II (1505)
  • Frottole III (1505)
  • Frottole IV (1505)
  • Frottole V (1505)
  • Frottole VI (1506)
  • Frottole VII (1507)
  • Frottole VIII (1507)
  • Frottole IX (1509)
  • Frottole X (1512, Fossombrone, lost)
  • Frottole XI (1514, Fossombrone)

Facsimile van bundels[bewerken | brontekst bewerken]

  • Frottole Libro Nono (Verzamelbundel) (1508)