García I Fernandez

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
García I Fernández van Castilië
938-995
García I Fernandez
Graaf van Castilië
Periode 970-995
Voorganger Ferdinand González
Opvolger Sancho I Garcés
Vader Ferdinand González van Castilië
Moeder Sancha van Navarra

García I Fernández van Castilië bijgenaamd met de Witte Handen (Burgos, circa 938 - Medinaceli, juni 995) was van 970 tot aan zijn dood graaf van Castilië en Álava. Hij behoorde tot het huis Beni Mamaduna.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

García Fernández was de zoon van graaf Ferdinand González van Castilië en diens echtgenote Sancha, dochter van koning Sancho I van Navarra.

In 970 volgde hij zijn vader op als graaf van Castilië. García zette het beleid van zijn vader verder en bleef de suzereiniteit van het koninkrijk León over het graafschap Castilië aanvaarden, hoewel hij praktisch een autonoom vorst was. Tijdens zijn bewind wilde hij zijn grondgebied uitbreiden door gebied te veroveren van de Moren. Om dit te bewerkstelligen breidde hij in 974 de sociale basis om tot de adel te behoren uit. Hij deed dit door een decreet uit te vaardigen waarin stond dat elke horige uit Castrojeriz die tijdens een veldslag een Moorse ridder versloeg tot de adelstand zou worden verheven.

In mei 995 werd García Fernández terwijl hij aan het jagen was gevangengenomen tijdens een raidpartij van het kalifaat Córdoba in het graafschap Castilië. Hij raakte hierbij gewond. Vervolgens werd hij als trofee naar Córdoba gezonden, maar tijdens de tocht stierf hij in juni 995 in Medinaceli. Zijn zoon Sancho I Garcés volgde hem op als graaf van Castilië.

Huwelijk en nakomelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Rond het jaar 960 huwde García met Ava van Ribagorza, dochter van graaf Raymond II van Ribagorza. Ze kregen volgende kinderen: