Gebruiker:B kimmel/kladblok3

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Spodoptera frugiperda
(legerrups)
B kimmel/kladblok3
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Noctuidae (Uilen)
Onderfamilie:Hadeninae
Geslacht:Spodoptera
Soort
Spodoptera frugiperda
J. E. Smith, 1797
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Spodoptera frugiperda is een vlinder uit de familie uilen (Noctuidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1797 door James Edward Smith.

De soort staat ook wel bekend als de legerrups [1] of legerworm[2], is een vlinder uit de familie van de uilen (Noctuidae).[3]

De rups van de vlinder is niet de enige zogenaamde legerworm. Dit is een generieke naam voor larven van verschillende vlinders uit het geslacht Spodoptera. De rups van deze soort is een van de beruchtste plagen van door de mens geteelde planten. De larve tast onder andere verschillende grassen aan zoals granen, mais en suikerriet.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Spodoptera frugiperda komt oorspronkelijk voor van delen van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika De vlinder is hier van nature te vinden van de Verenigde Staten tot in Argentinië. Spodoptera frugiperda is echter een goede vlieger die ver buiten zijn natuurlijke areaal kan worden gevonden

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De volwassen vlinder heeft een spanwijdte van 3,2 tot 4 centimeter.


Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door

De voorvleugels van de mannetjes hebben een grijze tot bruine kleur. Zowel aan de apex of vleugelpunt als midden op de vleugel is een witte, driehoekige vlek aanwezig. De vrouwtjes hebben een zeer variabele kleur; van geheel bruin of grijs tot een achtergrondkleur met afstakende vlekken. De achtervleugels zijn zowel bij mannetjes als vrouwtjes blauwachtig wit van kleur en hebben een duidelijk zichtbare donkere vleugelrand.

Onderscheid met andere soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Afrikaanse legerworm (Spodoptera exempta)

Voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

De rups leeft voornamelijk van planten uit de grassenfamilie maar kan daarnaast worden aangetroffen op verschillende andere planten.

Voorbeelden zijn tabak, aardbei, katoen

Voortplanting en ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Ei[bewerken | brontekst bewerken]

Eieren van Spodoptera frugiperda.

Het vrouwtje zet haar eieren meestal af op een volwassen leeftijd van vier tot vijf dagen, in sommige gevallen kan een vrouwtje van drie weken oud eieren afzetten. De eieren zijn geel van kleur, ze zijn rond tot tonvormig en hebben vele opstaande ribbels. De eieren worden in groepen van ongeveer 100 tot 300 stuks afgezet, een vrouwtje kan echter meerdere van dergelijke eierpaketten produceren tot ongeveer 1000 eitjes in totaal. De eieren worden voorzien van haartjes van het achterlijf van het vrouwtje die worden vastgekleefd tijdens de afzet van de eieren zodat ze enigszins gecamoufleerd zijn.

De eieren worden afgezet op geschikte waardplanten, altijd een de onderzijde van bladeren op de lagere delen van een plant.

Rups[bewerken | brontekst bewerken]

Rups van Spodoptera frugiperda.

De rupsen groeien snel en om de zoveel tijd vindt een vervelling plaats waarbij de rups letterlijk uit zijn oude huid barst en groter wordt. In totaal vervellen de rupsen in de regel vijf keer, soms slechts vier keer. Meestal zijn er zes stadia (soms vijf) die de instars worden genoemd. Het eerst instar kruipt uit het ei en het laatste instar zal uiteindelijk verpoppen. De ontwikkeling van de rupsen is goed onderzocht. In de onderstaande tabel worden de verschillende kenmerken van de instars weergegeven.[4]

Kenmerken en stadia van de rups
Instar 1 Instar 2 Instar 3 Instar 4 Instar 5 Instar 6
Kopdoorsnede (mm) 0,35 0,45 0,75 1,3 2,0 2,6
Lichaamslengte (mm) 1,7 3,5 6,4 10,0 17,2 34,2
Ontwikkelingsduur
(dagen bij 25° C)
3,3 1,7 1,5 1,5 2,0 3,7

Bij de bovenstaande tabel moet wel opgemerkt worden dat het gaat om gemiddelden. Met name de ontwikkelingsduur is zeer variabel. Bij een temperatuur van rond de 25 graden is de cyclus binnen veertien dagen voltooid maar in koudere omstandigheden kan het 30 dagen duren.

De rupsen zijn als ze uit het ei kruipen groenachtig en hebben een zwarte kop, ze worden later geel van kleur met een meer oranje kop. In het derde instar komt de bruine kleur tevoorschijn evenals de lichtere strepentekening. In opvolgende stadia blijft de kop oranje van kleur en heeft witte vlekken. De larve zijn ter onderscheiden van andere soorten door de omgekeerde, -Y- vormige markering aan de voorzijde van de kop. Op de bovenzijde van het lichaam zijn donkere vlekken aanwezig die uit een duidelijk verdikking van de huid bestaan en stekels dragen.[4]

De larven verbergen zichzelf overdag tussen de plantendelen waarin ze leven. Ze verlaten de plant echter niet, in tegenstelling tot verwante soorten rupsen die zich iedere dag van de plant laten vallen als het lichter wordt. Zij houden zich dan schuil in de strooisellaag.

Pop[bewerken | brontekst bewerken]

Een recentelijk verpopte rups heeft een lichtgele kleur maar de kleur verandert al snel naar lichtbruin bruin en later naar donkerbruin

De rups graaft aan het einde van het laatste instarstadium een holletje van twee tot acht centimeter diep. In het hol wordt een twee tot drie centimeter lang kamertje gecreëerd dat ovaal van vorm is. Een dergelijk kamertje wordt wel poppenwieg genoemd en wordt gemaakt door zandkorrels aan elkaar te plakken met spinsel uit de kopklieren van de rups. Als de ondergrond te hard is om te graven wordt de cocon tussen de bladeren in de strooisellaag gesponnen.

De pop zelf heeft een glanzend oppervlak en heeft een roodbruine kleur. De pop is 14 tot 18 millimeter lang en ongeveer 4,5 millimeter dik.[4]

Het popstadium is een kwetsbare periode in het leven van de vlinder. Als de bodem enige tijd bevroren is sterven de ondergrond begraven poppen. De temperatuur van de bodem in de winter is cruciaal voor het overlevingspercentage van de poppen. Uit een onderzoek naar de poppen in delen van Florida bleek dat in het (warme) zuiden 51 procent de winter overleefde. In het (meer gematigde) midden van dezelfde staat bleek 29,5 procent levensvatbaar en in het (koelere) noorden was dit 11,6 %.[4]

Imago[bewerken | brontekst bewerken]

De volwassen vlinder leeft kort; van zeven tot 21 dagen, uit onderzoek blijkt dat de vlinder in de natuur gemiddeld tien dagen in leven blijft. 32 to 40

Vijanden[bewerken | brontekst bewerken]

[Diapetimorpha introita

.]]

Schade[bewerken | brontekst bewerken]

De vlinders worden gezien als een plaag. Ze verplaatsten zich in zwermen, waarbij de rupsen al het graan in een gebied kunnen opeten. Een dergelijk geval deed zich in 1998 voor in de staat Illinois in de Verenigde Staten.[5] Er werd hoop gesteld in genetisch gemodificeerde planten, die dodelijk zouden zijn voor de rupsen, maar sommige rupsen zijn hiertegen resistent.[6] Biologische bestrijding van de vlinders is mogelijk met de schildwesp Chelonus insularis, die haar eitjes legt in Spodoptera frugiperda en waarin de larven zich ontwikkelen.[7]

De schade die door de rupsen wordt veroorzaakt bestaat in eerste instantie voornamelijk uit schade aan de randen van de bladeren. Als de rups groter wordt vreet het dier gaten in de bladeren en later worden de bladeren geheel opgegeten zodat een plant grotendeels wordt ontbladert. De rupsen vreten zich ook in de vruchten van grassen, zoals maiskolven. Ze tasten hierbij meestal alleen het buitenste deel van de vrucht aan. De larven onderscheiden zich hiermee van de larven van de vlinder Helicoverpa zea, die met name in de kern van grasvruchten zoals maiskolven leeft.

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]

BRONNEN[bewerken | brontekst bewerken]

http://www.cabi.org/isc/datasheet/29810

https://www.nrc.nl/nieuws/2013/02/23/gentherapie-in-plastic-zakken-1209414-a4827


cannibalistic


Wikinieuws heeft een nieuwsartikel over dit onderwerp: Legerrups gesignaleerd in West-Afrika.

[[Categorie:Uil (vlinder)]]