Gebruiker:Caribiana/Kladblok/Partido Patriótico Arubano

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Deelname aan verkiezingen[bewerken | brontekst bewerken]

Staten van de Nederlandse Antillen[bewerken | brontekst bewerken]

PPA deed in 1950 voor het eerst mee aan de verkiezingen voor de Staten van de Nederlandse Antillen en behaalde twee van de acht zetels toebedeeld aan de kieskring Aruba. Op landsniveau maarkte de partij vanaf 1954 een opmars, toen zij vijf zetels en een meerderheidspositie namens Aruba behaalde, mede dankzij de steun van een aanzienlijk aantal migranten uit Suriname en de overige eilanden van de Nederlandse Antillen die voor de Lago op Aruba werkten. Tussen 1954 en 1973, uitgezonderd het interim-kabinet Sprockel, tussen 1976 en 1979 en tussen 1982 en 1984 heeft de partij regeringsverantwoordelijkheid gedragen.

Na het slagen van de formatieopdracht van Juancho Irausquin in 1954 vormde de PPA een coalitie met DP Curaçao en leverde drie ministers in het eerste kabinet Jonckheer. Ook bij de verkiezingen in 1958 en 1962 wist zij deze zetels te handhaven. Tot 1969 nam de PPA achteenvolgens deel aan de coalities van het tweede, derde en vierde kabinet Jonckheer, wat bijdroeg aan een lange periode van staatkundige stabiliteit in de Nederlandse Antillen.[1] Met Wem Lampe als lijsttrekker verloor de PPA in 1966 een statenzetel aan de UNA/PIA-combinatie.[2] Verdeeldheid binnen de partj had geleid tot vertrek van partijleden naar UNA en PIA. Kort hierna werd Jossy Tromp werd hierna tot partijleider gekozen ter opvolging van het driemanschap, Ernesto Petronia, Isaac de Cuba en Marcial de Cuba.[3] Bij de formatie wist de partij haar drie ministersposten te behouden door een uitbreiding van de ministerraad naar 7 ministers.[4] In 1969 na de onlusten van Trinta di mei, de val van het vierde kabinet Jonckheer en het aantreden van het interim-kabinet Sprockel volgde er vervroegde verkiezingen. Ondanks het zetelverlies van de DP zette PPA de samenwerking voort met aansluiting van de nieuwe partij FOL. Met Ernesto Petronia leverde de PPA, als eerste en enige Arubaanse partij, de premier van de Nederlandse Antillen. Na de val van het kabinet-Petronia maakte ..... was PPA coalitiepartner in het kabinet Isa-Beaujon. Na oppositiepartij 1973-1976 treed zij toe tot het kabinet Evertsz.

In 1977 brak Selwyn Spanner met de PPA en nam met een eigen lijst, Movimiento pa Liberacion di Aruba, deel aan de Statenverkiezingen op 17 juni.[5] De achteruitgang in stemmen kwam onverwacht, doch wist de partij op het nippertje haar 3 statenzetels te behouden.[6]

In 1979 viel de PPA terug van 7 naar 3 zetels )4867 stemmen) bij de eilandsraadverkiezingen en van 3 naar 1 zetel bij de statenverkiezingen (4048 st.).[7] Zij kwam in de oppositiebanken terecht. Bij de vervroegde statenverkiezingen in 1982 wist zij haar zetel(s) en zo ook bij de eilandsraadverkiezingen in 1983. (1982-1984: deelname aan Kabinet Martina III) In 1977 brak Selwyn Spanner met de PPA en nam met een eigen lijst, Movimiento pa Liberacion di Aruba, deel aan de Statenverkiezingen op 17 juni.[8] De achteruitgang in stemmen kwam onverwacht, doch wist de partij op het nippertje haar 3 statenzetels te behouden.[9] Drie maanden later distantieerden eilandsraadleden G. Trinidad, Noguera en Figaroa zich van de partij; zij vertegenwoordigden ruim 31 % van behaalde stemmen in de statenverkiezingen. Binnen de partij was Trinidad de grootste stemmentrekker.[10] In 1979 leed weer stemmenverlies /zette de terugval aan stemmen door; de partij haalde met ... stemmen de kiesdeler wat een statenzetel opleverde.


Evert Bongers: Statenverkiezingen na 30 mei 1969 en op Aruba kwamen nu zowel PPA als AVP op 4 zetels uit. Er werd weer een regering gevormd van DP en PPA, nu in coalitie met de nieuwe Curaçaose partij Frente Obrero, die één minister leverde. PPA-leider Ernesto Petronia werd minister-president. Deze op Curaçao geboren en opgegroeide 'zwarte' Arubaan was voor de Curaçaose politici te accepteren om dit ambt als eerste niet-Curaçaoënaar te bekleden. Verder zaten voor de PPA de ministers Jossy Tromp op Justitie en Leo Chance op Verkeer en Vervoer. Het kabinet Petronia regeerde tot 1971. In 1971, na de val van het kabinet Petronia werden er niet opnieuw verkiezingen gehouden maar een nieuw kabinet geformeerd die twee eerste ministers kende: Isa en Beaujon. Voor het eerst deelden voor Aruba zowel de PPA als de AVP in de regeringsverantwoordelijkheid. Voor de PPA trad Petronia aan op Justitie, Jossy Tromp op Financiën, Leo Chance kreeg Verkeer en Vervoer. Het kabinet Isa-Beaujon regeerde tot 1973.



In 1950 debuteerde de partij bij de Statenverkiezingen van 21 december 1950. Het jaar 1954 is de geschiedenis ingegaan als het jaar van het Statuut, waarbij de Nederlandse Antillen (net als Nederland en Suriname een autonoom gebiedsdeel binnen het Koninkrijk) in zes eilandsgebieden werden verdeeld. Bij de Statenverkiezingen van november 1954 begon de opmars van de PPA zich al af te tekenen. Mede door de steun van het aanzienlijke contingent ge?mmigreerde Arubanen die voor de Lago werkten, behaalde de PPA (8412 st.) 5 zetels tegenover de AVP (3822 st.) 2 zetels en de UNA (1749 st.) 1 zetel. Juan Irausquin werd benoemd tot formateur van een nieuwe Antilliaanse kabinet, met o.a. de Curaçaose Democratische Partij (DP). Voor de PPA werd oud AVP-er W..M. Lampe minister van Justitie en hij was tot 1956 vice-premier. Freddy Beaujon was minister van Volksgezondheid en Verkeer & Vervoer. PPA-leider Juancho Irausquin beheerde Financi?n en Welvaartszorg. Begin december werd Efraim Jonckheer de eerste minister president van de Nederlandse Antillen en bleef dat tot 1968. Op 15 december 1954 werd het Statuut van kracht.

Niet alleen op Aruba kwam de ppa aan de macht, ook op landsniveau wist ze een machtspositie te veroveren. Doordat de Curaçaose partijen elkaar beconcurreerden, waren zij afhankelijk van coalities met Arubaanse partijen om te kunnen regeren. Door deelname aan deze coalities kon de ppa grote invloed op de landspolitiek afdwingen. Vooral in de jaren 1955-1969, toen de ppa samen met de Democratische Partij uit Curaçao regeerde, kenden de Nederlandse Antillen een lange periode van staatkundige stabiliteit.[1]

Op 8 juni 1966 verloor de partij een zetel aan de combinatie UNA/PIA onder leiding van A. Werleman. De PPA-lijst werd aangevoerd door gevolmachtig minister Wem Lampe. In 1979 viel de PPA terug van 7 naar 3 zetels )4867 stemmen) bij de eilandsraadverkiezingen en van 3 naar 1 zetel bij de statenverkiezingen (4048 st.).[7] Bij de vervroegde statenverkiezingen in 1982 wist zij haar zetel(s) en zo ook bij de eilandsraadverkiezingen in 1983. In 1977 brak Selwyn Spanner met de PPA en nam met een eigen lijst, Movimiento pa Liberacion di Aruba, deel aan de Statenverkiezingen op 17 juni.[11] De achteruitgang in stemmen kwam onverwacht, doch wist de partij op het nippertje haar 3 statenzetels te behouden.[12] Drie maanden later distantieerden eilandsraadleden G. Trinidad, Noguera en Figaroa zich van de partij; zij vertegenwoordigden ruim 31 % van behaalde stemmen in de statenverkiezingen. Binnen de partij was Trinidad de grootste stemmentrekker.[13] In 1979 leed weer stemmenverlies /zette de terugval aan stemmen door; de partij haalde met ... stemmen de kiesdeler wat een statenzetel opleverde.

In 1982 was PPA ruim 17 jaren in eilandsbestuur en ruim 22 (27) jaren in het landsbestuur.





Eilandsraad van Aruba[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1951 tot 1986 heeft de PPA onafgebroken zitting gehad in de eilandsraad van Aruba. Met de invoering van de ERNA ontstond in 1951 de eilandsraad, de volksvertegenwoordiging op eilandsniveau, die bij het ingaan van de Status aparte op 1 januari 1986 overging in de Staten van Aruba. Bij de eerste eilandsraadverkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels en eindigde als tweede grootste partij. Onder leiding van Juancho Irausquin groeide de partij uit tot de grootste partij in Aruba. In 1955 haalde zij maar liefs 15 raadszetels binnen. Een dergelijke overwinningsmarge heeft zich niet meer vertoond in de Arubaanse politieke geschiedenis.[14] De partij had haar populariteit grotendeels te danken aan de diversiteit van de kandidaten, kiesgerechtigden van binnen als buiten Aruba afkomstig, die zij op haar verkiezingslijst plaatste en die hierdoor met voorkeursstemmen een plaats in de politiek konden innemen. In de verkiezingen van 1959, 1963 en 1967 behield zij de positie van grootste partij. Ook in 1971 bleef zij de sterkste partij maar verloor terrein in de districten Noord, Tanki Leendert en Santa Cruz.[15] Na de snelle opkomst van de MEP en de interne strubbelingen binnen de partij werd de PPA in 1975 verstoten naar een tweede positie toen zij 4 van de 11 zetels verloor.[16] In 1979 verloor zij wederom 4 zetels en zakte met de 3 behouden zetels af naar een derde positie, na de partijen MEP en AVP. Deze positie wist zij te handhaven tot de afsplitsing in 1987 van de PPA-statenleden Eddy Werleman en Dolfi Jansen.[17]

PPA maakte gedurende 18 jaren deel uit van het Arubaans Bestuurscollege: van 1955 tot 1967 en van 1970 tot 1975.



Met de ingang van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in 1951 beschikte Aruba over een eilandsraad, de volksvertegenwoordiging op eilandsniveau. Tussen 1951 en 1985 had de PPA zitting in de eilandsraad, die op 1 januari 1986 overging in de Staten van Aruba. Bij de eerste eilandsraadverkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels en eindigde als tweede grootste partij. Onder leiding van Juancho Irausquin wist de PPA uit te groeien tot de grootste partij in Aruba. In 1954 al was de PPA een populairste partij op het eiland nadat zij vertegenwoordigers uit diverse bevolkingsgroepen, inclusief allochtone stemgerechtigden, op de verkiezingslijsten plaatste, waardoor zij door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek konden veroveren.

In de 1955 haalde zij maar liefs 15 raadszetels binnen. In de Arubaanse politieke geschiedenis heeft sindsdien een dergelijke overwinningsmarge zich niet meer vertoond.[1] De positie van grootste partij handhaafde zij in de verkiezingen van 1959, 1963, 1967 en 1971.


Aruba beschikte met de ingang van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in 1951 over een eilandsraad, de volksvertegenwoordiging op eilandsniveau. Tussen 1951 en 1985 had de PPA zitting in de eilandsraad, die op 1 januari 1986 overging in de Staten van Aruba. In 1954 al was de PPA een populairste partij op het eiland nadat zij vertegenwoordigers uit diverse bevolkingsgroepen, inclusief allochtone stemgerechtigden, op de verkiezingslijsten plaatste, waardoor zij door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek konden veroveren. Bij de verkiezingen in 1955 haalde ze maar liefst 15 van de 21 zetels binnen. In de Arubaanse politieke geschiedenis heeft sindsdien een dergelijke overwinningsmarge zich niet meer vertoond.[18]

Met de ingang van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in 1951 beschikte Aruba over een zelfstandig bestuur voor interne aangelegenheden, bestaande uit een gezaghebber, een bestuurscollege en een eilandsraad. Vanaf 1951 tot 1985, toen de laatste eilandsraadverkiezingen plaatsvond voor de samenstelling van de nieuwe Staten van Aruba, had de PPA zitting in de Arubaanse eilandsraad. In 1954 al was de PPA een populairste partij op het eiland nadat zij vertegenwoordigers uit diverse bevolkingsgroepen, inclusief allochtone stemgerechtigden, op de verkiezingslijsten plaatste, waardoor zij door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek konden veroveren. Eén jaar?? later veroverde ze maar liefst 15 van de 21 zetels in de Eilandsraad. Een dergelijke overwinningsmarge is sindsdien niet meer geëvenaard in de Arubaanse politiek.[19]

De PPA had zitting in de Arubaanse eilandsraad van 1951 tot 1985, toen de laatste verkiezingen plaatsvond voor de nieuwe Staten van Aruba. Bij de eerste verkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels, die als tweede eindigde. In 1955 groeide de partij onder leiding van Juancho Irausquin uit tot de grootste partij in Aruba met maar liefs 15 raadszetels. De positie van grootste partij handhaafde zij in de verkiezingen van 1959, 1963, 1967 en 1971. Dankzij de PPA werd in 1963 Maria Irausquin tot eerste vrouwelijke eilandsraadlid met voorkeurstemmen gekozen.[20] In 1975 werd zij onttroond door de MEP toen zij vier van haar 11 zetels verloor. Na de snelle opkomst van de MEP en de interne strubbelingen binnen de partij werd de PPA onttroond van haar eerste positie toen zij 4 van de 11 zetels verloor.[21]


Met de invoering van de eilandregeling voor de Nederlandse Antillen in 1951 werd Aruba voor interne aangelegenheden zelfstandigheid verleend. Het eilandsbestuur bestond uit een gezaghebber, een bestuurscollege en een eilandsraad.

Zowel delen van de oude elite en van de plattelandsbevolking als het merendeel van de allochtone stemgerechtigden sloten zich namelijk aan bij de ppa. Vertegenwoordigers van de diverse bevolkingsgroepen werden op de verkiezingslijsten geplaatst en zij konden door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek veroveren. Deze alliantie maakte de ppa al in 1954 tot de populairste partij op het eiland. Eén jaar later veroverde ze maar liefst 15 van de 21 zetels in de Eilandsraad. Een dergelijke overwinningsmarge is sindsdien niet meer geëvenaard.[22]

De PPA had zitting in de Arubaanse eilandsraad van 1951 tot 1985, toen de laatste verkiezingen plaatsvond voor de nieuwe Staten van Aruba. Bij de eerste verkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels, die als tweede eindigde. In 1955 groeide de partij onder leiding van Juancho Irausquin uit tot de grootste partij in Aruba met maar liefs 15 raadszetels. De positie van grootste partij handhaafde zij in de verkiezingen van 1959, 1963, 1967 en 1971. Dankzij de PPA werd in 1963 Maria Irausquin tot eerste vrouwelijke eilandsraadlid met voorkeurstemmen gekozen.[23] In 1975 werd zij onttroond door de MEP toen zij vier van haar 11 zetels verloor. Na de snelle opkomst van de MEP en de interne strubbelingen binnen de partij werd de PPA onttroond van haar eerste positie toen zij 4 van de 11 zetels verloor.[24] In 1954?? behaalde de PPA een kolossale zetelwinst. Eilandsraadverkiezing 13 juni 1955: Men is uiteraard geneigd de abnormale winst van de Arubaanse P.P.A. als hot meest markante feit daarvan te beschouwen. Een zetel-sprong van 8 op 15 is waarlijk iets om even bij stil te slaan. Na de snelle opkomst van de MEP en de interne strubbelingen binnen de partij werd de PPA onttroond van haar eerste positie toen zij 4 van de 11 zetels verloor.[25]

In 1967 verloor de PPA de eilandsraadverkiezingen van de verenigde oppositiepartijen, die onder aanvoering stonden van de avp en opnieuw meer eilandelijke zelfstandigheid opeisten.[22]

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010404610:mpeg21:a0011

De jaren vijftig en zestig van de 20ste eeuw waren de gloriejaren van de PPA, met als grote tegenstander de AVP.[7]

Eilandsraadverkiezingen Aruba 1971: opkomst van de MEP; doch PPA bleef de sterkste partij uitgezonderd in de districten Noord, Tanki Leendert en Santa Cruz.[26] (Noord en Tanki Leendert en Santa Cruz meer stemmen behaalde dan de AVP, te Noord een verschil van 280stemmen en in de Betico-veste Santa Cruz een verschil van ruim achthonderd stemmen. In de overige districten bleef de PPA de sterkste zoals in Oranjestad met elfhonderd stemmen meer, op Dakota met zevenhonderd meer en in San Nicolas, de PPA-veste van ouds met 2700 stemmen meer.)


Eilandsraad van Aruba[bewerken | brontekst bewerken]

Met de ingang van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in 1951 beschikte Aruba over een eilandsraad, de volksvertegenwoordiging op eilandsniveau. Tussen 1951 en 1985 had de PPA zitting in de eilandsraad, die op 1 januari 1986 overging in de Staten van Aruba. Bij de eerste eilandsraadverkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels en eindigde als tweede grootste partij. Onder leiding van Juancho Irausquin wist de PPA uit te groeien tot de grootste partij in Aruba. In 1954 al was de PPA een populairste partij op het eiland nadat zij vertegenwoordigers uit diverse bevolkingsgroepen, inclusief allochtone stemgerechtigden, op de verkiezingslijsten plaatste, waardoor zij door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek konden veroveren.

In de 1955 haalde zij maar liefs 15 raadszetels binnen. In de Arubaanse politieke geschiedenis heeft sindsdien een dergelijke overwinningsmarge zich niet meer vertoond.[27] De positie van grootste partij handhaafde zij in de verkiezingen van 1959, 1963, 1967 en 1971.

Met de komst van de MEP zag de partij zich verdrongen naar een tweede plaats.


Aruba beschikte met de ingang van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in 1951 over een eilandsraad, de volksvertegenwoordiging op eilandsniveau. Tussen 1951 en 1985 had de PPA zitting in de eilandsraad, die op 1 januari 1986 overging in de Staten van Aruba. In 1954 al was de PPA een populairste partij op het eiland nadat zij vertegenwoordigers uit diverse bevolkingsgroepen, inclusief allochtone stemgerechtigden, op de verkiezingslijsten plaatste, waardoor zij door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek konden veroveren. Bij de verkiezingen in 1955 haalde ze maar liefst 15 van de 21 zetels binnen. In de Arubaanse politieke geschiedenis heeft sindsdien een dergelijke overwinningsmarge zich niet meer vertoond.[28]

Met de ingang van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in 1951 beschikte Aruba over een zelfstandig bestuur voor interne aangelegenheden, bestaande uit een gezaghebber, een bestuurscollege en een eilandsraad. Vanaf 1951 tot 1985, toen de laatste eilandsraadverkiezingen plaatsvond voor de samenstelling van de nieuwe Staten van Aruba, had de PPA zitting in de Arubaanse eilandsraad. In 1954 al was de PPA een populairste partij op het eiland nadat zij vertegenwoordigers uit diverse bevolkingsgroepen, inclusief allochtone stemgerechtigden, op de verkiezingslijsten plaatste, waardoor zij door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek konden veroveren. Eén jaar?? later veroverde ze maar liefst 15 van de 21 zetels in de Eilandsraad. Een dergelijke overwinningsmarge is sindsdien niet meer geëvenaard in de Arubaanse politiek.[29]

De PPA had zitting in de Arubaanse eilandsraad van 1951 tot 1985, toen de laatste verkiezingen plaatsvond voor de nieuwe Staten van Aruba. Bij de eerste verkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels, die als tweede eindigde. In 1955 groeide de partij onder leiding van Juancho Irausquin uit tot de grootste partij in Aruba met maar liefs 15 raadszetels. De positie van grootste partij handhaafde zij in de verkiezingen van 1959, 1963, 1967 en 1971. Dankzij de PPA werd in 1963 Maria Irausquin tot eerste vrouwelijke eilandsraadlid met voorkeurstemmen gekozen.[30] In 1975 werd zij onttroond door de MEP toen zij vier van haar 11 zetels verloor. Na de snelle opkomst van de MEP en de interne strubbelingen binnen de partij werd de PPA onttroond van haar eerste positie toen zij 4 van de 11 zetels verloor.[31]


Met de invoering van de eilandregeling voor de Nederlandse Antillen in 1951 werd Aruba voor interne aangelegenheden zelfstandigheid verleend. Het eilandsbestuur bestond uit een gezaghebber, een bestuurscollege en een eilandsraad.

Zowel delen van de oude elite en van de plattelandsbevolking als het merendeel van de allochtone stemgerechtigden sloten zich namelijk aan bij de ppa. Vertegenwoordigers van de diverse bevolkingsgroepen werden op de verkiezingslijsten geplaatst en zij konden door het behalen van voorkeurstemmen een plaats in de eilandpolitiek veroveren. Deze alliantie maakte de ppa al in 1954 tot de populairste partij op het eiland. Eén jaar later veroverde ze maar liefst 15 van de 21 zetels in de Eilandsraad. Een dergelijke overwinningsmarge is sindsdien niet meer geëvenaard.[32]

De PPA had zitting in de Arubaanse eilandsraad van 1951 tot 1985, toen de laatste verkiezingen plaatsvond voor de nieuwe Staten van Aruba. Bij de eerste verkiezingen in 1951 behaalde de partij 8 van de 21 zetels, die als tweede eindigde. In 1955 groeide de partij onder leiding van Juancho Irausquin uit tot de grootste partij in Aruba met maar liefs 15 raadszetels. De positie van grootste partij handhaafde zij in de verkiezingen van 1959, 1963, 1967 en 1971. Dankzij de PPA werd in 1963 Maria Irausquin tot eerste vrouwelijke eilandsraadlid met voorkeurstemmen gekozen.[33] In 1975 werd zij onttroond door de MEP toen zij vier van haar 11 zetels verloor. Na de snelle opkomst van de MEP en de interne strubbelingen binnen de partij werd de PPA onttroond van haar eerste positie toen zij 4 van de 11 zetels verloor.[34] In 1954?? behaalde de PPA een kolossale zetelwinst. Eilandsraadverkiezing 13 juni 1955: Men is uiteraard geneigd de abnormale winst van de Arubaanse P.P.A. als hot meest markante feit daarvan te beschouwen. Een zetel-sprong van 8 op 15 is waarlijk iets om even bij stil te slaan. Het is met de A.V.P.-suprematie wel definitief gedaan. Twee-derde van haar zetels gingen voor de partij van Shon A verloren.[35]

In 1967 verloor de PPA de eilandsraadverkiezingen van de verenigde oppositiepartijen, die onder aanvoering stonden van de avp en opnieuw meer eilandelijke zelfstandigheid opeisten.[32]

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010404610:mpeg21:a0011

De jaren vijftig en zestig van de 20ste eeuw waren de gloriejaren van de PPA, met als grote tegenstander de AVP.[7]

Eilandsraadverkiezingen Aruba 1971: opkomst van de MEP; doch PPA bleef de sterkste partij uitgezonderd in de districten Noord, Tanki Leendert en Santa Cruz.[36] (Noord en Tanki Leendert en Santa Cruz meer stemmen behaalde dan de AVP, te Noord een verschil van 280stemmen en in de Betico-veste Santa Cruz een verschil van ruim achthonderd stemmen. In de overige districten bleef de PPA de sterkste zoals in Oranjestad met elfhonderd stemmen meer, op Dakota met zevenhonderd meer en in San Nicolas, de PPA-veste van ouds met 2700 stemmen meer.)


Staten van de Nederlandse Antillen[bewerken | brontekst bewerken]

PPA deed voor het eerst mee aan de verkiezingen voor de Staten van de Nederlandse Antillen op 21 december 1950 en behaalde twee van de acht aan de kieskring Aruba toekomende zetels. Vanaf 1954 maakt de partij een opmars en behaalt met vijf zetels een meerderheidsvertegenwoordiging namens Aruba, dankzij de steun van een aanzienlijk aantal migranten uit Suriname en de overige eilanden van de Nederlandse Antillen die voor de Lago op Aruba werkten. Deze positie handhaaft zij in 1958 en 1962. Eind 1954 vormde de PPA een coalitie met DP Curaçao en leverde drie ministers in het eerste kabinet Jonckheer.

was Juancho Irausquin formateur van de coalitie DP-PPA en werd minister van Financien in het eerste kabinet Jonckheer. De PPA leverde nog twee ministers in dit kabinet.n


In 1950 debuteerde de partij bij de Statenverkiezingen van 21 december 1950. Het jaar 1954 is de geschiedenis ingegaan als het jaar van het Statuut, waarbij de Nederlandse Antillen (net als Nederland en Suriname een autonoom gebiedsdeel binnen het Koninkrijk) in zes eilandsgebieden werden verdeeld. Bij de Statenverkiezingen van november 1954 begon de opmars van de PPA zich al af te tekenen. Mede door de steun van het aanzienlijke contingent ge?mmigreerde Arubanen die voor de Lago werkten, behaalde de PPA (8412 st.) 5 zetels tegenover de AVP (3822 st.) 2 zetels en de UNA (1749 st.) 1 zetel. Juan Irausquin werd benoemd tot formateur van een nieuwe Antilliaanse kabinet, met o.a. de Curaçaose Democratische Partij (DP). Voor de PPA werd oud AVP-er W..M. Lampe minister van Justitie en hij was tot 1956 vice-premier. Freddy Beaujon was minister van Volksgezondheid en Verkeer & Vervoer. PPA-leider Juancho Irausquin beheerde Financi?n en Welvaartszorg. Begin december werd Efraim Jonckheer de eerste minister president van de Nederlandse Antillen en bleef dat tot 1968. Op 15 december 1954 werd het Statuut van kracht.

Niet alleen op Aruba kwam de ppa aan de macht, ook op landsniveau wist ze een machtspositie te veroveren. Doordat de Curaçaose partijen elkaar beconcurreerden, waren zij afhankelijk van coalities met Arubaanse partijen om te kunnen regeren. Door deelname aan deze coalities kon de ppa grote invloed op de landspolitiek afdwingen. Vooral in de jaren 1955-1969, toen de ppa samen met de Democratische Partij uit Curaçao regeerde, kenden de Nederlandse Antillen een lange periode van staatkundige stabiliteit.[32]

Op 8 juni 1966 verloor de partij een zetel aan de combinatie UNA/PIA onder leiding van A. Werleman. De PPA-lijst werd aangevoerd door gevolmachtig minister Wem Lampe. In 1979 viel de PPA terug van 7 naar 3 zetels )4867 stemmen) bij de eilandsraadverkiezingen en van 3 naar 1 zetel bij de statenverkiezingen (4048 st.).[7] Bij de vervroegde statenverkiezingen in 1982 wist zij haar zetel(s) en zo ook bij de eilandsraadverkiezingen in 1983. In 1977 brak Selwyn Spanner met de PPA en nam met een eigen lijst, Movimiento pa Liberacion di Aruba, deel aan de Statenverkiezingen op 17 juni.[37] De achteruitgang in stemmen kwam onverwacht, doch wist de partij op het nippertje haar 3 statenzetels te behouden.[38] Drie maanden later distantieerden eilandsraadleden G. Trinidad, Noguera en Figaroa zich van de partij; zij vertegenwoordigden ruim 31 % van behaalde stemmen in de statenverkiezingen. Binnen de partij was Trinidad de grootste stemmentrekker.[39] In 1979 leed weer stemmenverlies /zette de terugval aan stemmen door; de partij haalde met ... stemmen de kiesdeler wat een statenzetel opleverde.

In 1982 was PPA ruim 17 jaren in eilandsbestuur en ruim 22 (27) jaren in het landsbestuur.


Organisatie PPA[bewerken | brontekst bewerken]

Lijst van lijsttrekkers

Lijst van partijvoorzitters

  • Juancho Irausquin ?
  • Oswaldo Croes (1966-19??)
  • Max Croes (1974-1975)
  • Leo Chance (1975-19??)
  • Virgilio Kock (1977-1978-??)
  • Max Croes (1979-1983 ??)
  • xxxx 1985–2001
  • Monica Kock (2001-2005)
  • Benny Nisbet (2005-2020)?


  1. Osaldo Croes (maart 1966)
    • Leo Chance nov. 1975
    • 1977 Virgilio Kock

Virgilio Kock 1979

    • 1979 Max Croes
    • 1985–2001:

Vicevoorzitter en campagneleider: Ronny Toppenberg

  • Lijst van partijleiders van de PPA
  1. Juancho Irausquin (1948-1962)
  2. Wem Lampe (lijsttrekker Eilandsraad 1963 en Staten 1966)
  3. 1967 en staten 1969: Jossy Tromp
  4. Hubert Dennert- Eilandsraadverkiezingen Aruba 1971

Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]

Lijst van partijleiders

  • 1948-1962: Juancho Irausquin
  • 1962-1963- Ernesto Petronia & Oscar Henriquez
  • 1963-1966 - driemanschap: Ernesto Petronia, Isaak de Cuba, Marcial de Cuba
  • 1966-1970: Jossy Tromp
  • 1970: Dolfi Oduber, Osbaldo Croes & Porfirio Croes
  • 1970-1973: Hubert Dennert
  • 1973 Osbaldo Croes
  • 1973-1974: Dolfi Oduber
  • 1974-1975: Max Croes, Ernesto Petronia en Dominico Tromp
  • 1975-1977: Leo Chance
  • 1977-1979: Virgilio Kock
  • 1979-1983: Max Croes
  • 1983-1997: Benny Nisbet
  • 1997-20??: Bruno Werleman & Benny Nisbet
  • 2021-heden: Lisette Malmberg

Lijst van lijsttrekkers

Lijst van partijvoorzitters

  • 1974 - Max Croes

Partijpublicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • PPA, pasado, presente y futuro (1984)[40]
  • Historia, Eventonan, Lidernan, Progreso y Futuro (1999)

[[Categorie:Arubaanse politieke partij]]

en.wiki (geen bronnen): De Arubaanse Patriottische Partij (Partido Patriótico Arubano, PPA) is een politieke partij op Aruba. Bij de laatste verkiezingen voor de Staten, 28 september 2001, won de partij 9,6% van de volksstemmen en 2 van de 21 zetels. 23 september 2005, won de partij 2% van de volksstemmen en geen van de 21 zetels.

In aanloop daartoe werden op 22 november voor het eerst verkiezingen voor de Arubaanse Staten gehouden; daarbij verloor de MEP de absolute meerderheid (13786 st.) en kreeg 8 van de 21 zetels. De oppositie bestaande uit de AVP (7 zetels, 11480 st.), PPA (2 zetels, 4499 st.), de ADN (2 zetels, 3216 st.) en de PDA (2 zetels, 3661 st.) besloot samen te werken en kwam per 1 januari 1986 tot een nieuw kabinet onder leiding van Henny Eman.[7]


Een aantal partijen was niet aanwezig bij de politievergadering waaronder PPA. “We kregen de uitnodiging pas heel laat, gistermiddag”, zegt partijsecretaris John Peterson. Hij laat weten dat de partij die onlangs hun iconische leider Benny Nisbet verloor (overleden), weer vol de verkiezingen ingaat. “Nee, we vinden het niet erg dat er vervroegde verkiezingen zijn. De datum voor handtekeningen verzamelen, is normaal in de grote vakantie en dat is veel nadeliger dan nu. Ook de verkiezingen vinden plaats net als de vakantie begint, dus dat is ook beter.” Het vinden van genoeg verkiezingskandidaten, wat andere, kleinere partijen aangeven dat door de vervroegde verkiezingen toch een probleem is, dat heeft PPA niet. Peterson: “We hebben 38 mensen en moeten het juist terugbrengen naar het maximale aantal van 29.” De nieuwe PPA-leider is Eddy Bennett en volgende week kiezen de leden een nieuw partijbestuur.[41]


Bij de verkiezingen in 2001 behaalde de partij 2 statenzetels, nadat zij sedert 1994 niet meer vertegenwoordigd was in de volksvertegenwoordiging. De PPA (Partido Patriotico Arubano) verdween na de verkiezingen van 2005 uit de Staten. Voor de verkiezingen hadden enkele partijleden onder leiding van Monica Kock de partij verlaten en richtten de MPA op.

De partij had van 2001 tot 2005 2 zetels in het parlement, maar bij de parlementsverkiezingen van 2005 kreeg de partij slechts 2% van de stemmen en dus geen van de 21 zetels in het parlement.

Bij de daaropvolgende verkiezingen in 2009, 2013 en 2017 wist de partij geen zetel te bemachtigen. Na het overlijden van de partijleider Benny Nisbet begin 2021 werd Eddy Bennett aangewezen als zijn opvolger.[42]


https://24ora.com/p-p-a-ta-transforma-cu-lisette-malmberg-como-lider/ P.P.A. ta lansa e partido como Transforma PPA y a presenta Lisette Malmberg como lider y #1 riba lista pa eleccion 2021. Malmberg tin un trayectorio di liderazgo pa mas di 40 aña cuminsando como empresario hunto cu su famia y despues a dedica su bida na sirbi e comunidad di Aruba. E tawata entre otro lider spiritual, activitista y aworaki e ta lider di P.P.A.[43]

Na aña 1949, Juancho E. Irausquin hunto cu un grupo di lidernan a lanta Partido Patriotico di Aruba, haciendo esaki e di dos partido mas bieu di Aruba. Benedict ‘Benny’ Nisbet (q.e.p.d) a lidera P.P.A for di 1968 te na su fayecimento na december 2020.

Pa eleccion 2021, P.P.A. ta renoba su imagen como “TRANSFORMA PPA”. E partido lo keda P.P.A y e movemento ta TransformA. Pues, e partido tin un bachi nobo, pero lo keda uza e color oranje pa eleccion binidero. TransformA PPA su vision ta pa ta un nacion den cual tur ta florece y tin 7 pilar como enfoke: gobierno y liderazgo, famia y comunidad, recursonan nacional, desaroyo economico, financia y por ultimo, husticia y paz. E meta ta pa TransformA e nacion colectivamente pa medio di reforma progresivo den un maneho inclusivo, responsabel y husto, pa bienestar general.Malmberg ta menciona cu Aruba ta enfrentando diferente crisis na e momento aki , sinembargo e crisis real ta uno di liderazgo. Esaki no ta rekeri un solucion politico so, e ta rekeri un colaboracion di personanan dispuesto pa pone nan sabiduria, experiencia, y nan trayectoria di liderazgo, pa asina uni e pueblo pa un cambio di rumbo. Nos a yega na e conclusion cu bo no por cambia un sistema para pafo so.

E mensahe di TransformA PPA ta “Ciudadano, Ban Parlamento. Ciudadano, Ban TransformA.” Cu esaki e partido ta yama personanan den comunidad cu un trayectoria di liderazgo, experticio y curashi pa forma parti di e transformacion nacional.


Staten van de Nederlandse Antillen Eilandsraad van Aruba Staten van Aruba
Verkiezingsjaar Stemmen Zetels Verkiezingsjaar Stemmen Zetels Verkiezingsjaar Stemmen Zetels
1950 3.063[44] 2 1951   4.445   8 1985 4.499 2
1954  8.412[45] 5 1955    9.627 15 1989 1.772 1
1958 9.912[46] 5 1959   9.893 12 1993 2.094 1
1962 10.613[47] 5 1963 11.662 13 1994 1.751 -
1966  9.384 4 1967 10.962 10 1997 2.052 -
1969 11.077 4 1971 12.044 11 2001 2.713 1
1973 11.165 3 1975 10.741   7 2005 1.092 -
1977  9.169 3 1979   4.867   3 2009    611 -
1979  4.048 1 1983   5.354   3 2013    506 -
1982  4.935 1 2017    656 -
2021
Bron:Partijen en verkiezingen op www.historiadiaruba.aw

Aruba: ¿Próximo Miniestado Independiente?|George J. Cvejanovich[48]


Ernesto Petronia
Premier Petronia van de Nederlandse Antillen (1970)
Volledige naam Ernesto Odulio Petronia
Geboren 14 december 1916
Curaçao
Overleden 29 december 1993
Aruba
Politieke partij Partido Partriotico Arubano
Partner Brunicilda Chacuto
Beroep politicus, ondernemer
Vlag Minister van Verkeer & Vervoer
Aangetreden 1 juni 1961
Einde termijn 9 juli 1963
Voorganger Freddy Beaujon
Opvolger Lope Beaujon
Vlag Minister van Onderwijs, Cultuur & Opvoeding
Aangetreden 2 november 1962
Einde termijn 12 oktober 1966
Voorganger Frans Figaroa
Opvolger Jossy Tromp
Vlag Minister van Financiën
Aangetreden 24 april 1963
Einde termijn 12 oktober 1966 februari 1968?
Voorganger Jossy Tromp
Opvolger Lope Beaujon
Vlag Minister van Verkeer & Vervoer
Aangetreden februari 1968
Einde termijn 27 juni 1969
Voorganger Lope Beaujon
Opvolger Frans Wernet
Vlag 4de Minister-President
van de Nederlandse Antillen
Aangetreden 12 december 1969
Einde termijn 12 februari 1971
Monarch Juliana der Nederlanden
Voorganger Gerald Sprockel
Opvolger Ronchi Isa
Vlag Minister van Justitie
Aangetreden 16 juli 1970
Einde termijn 7 juli 1971
Voorganger Jossy Tromp
Opvolger Hubert Dennert
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Cariben

Ernesto Otilio (Netto) Petronia (Curaçao, 14 december 1916Oranjestad, 29 december 1993) was een Arubaans politicus van de Arubaanse Patriottische Partij (PPA). Na de onlusten van Trinta di mei en het interim-kabinet Sprockel was hij van 1969 tot 1971 de vierde minister-president van de Nederlandse Antillen. Petronia was de eerste zwarte premier van de Nederlandse Antillen en de eerste Arubaanse politicus in dit ambt.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Petronia werd geboren in Curaçao en groeide op in een eenvoudig gezin. Zijn ouders, Agnes Piternella en Marcelli Petronia, stierven toen hij nog jong was.[49] Na het doorlopen van de lagere school St. Vincentius in Otrobanda werd hij leerling-tekenaar en volgde een schriftelijke cursus bouwkundig tekenen. Jaren later behaalde hij ook de graad register-ingenieur van het NIRIA.[50] In 1929 trad hij in dienst bij Openbare Werken op Curaçao en werd overgeplaatst naar Aruba in 1933.[51] In 1940 maakte hij de overstap naar het ondernemerschap en richtte, samen met Bonifacio Croes, de firma Petrona & Croes op.[50] Na een moeizaam begin groeide het bedrijf uit tot een van de grootste aannemingsbedrijven op de Nederlandse Antillen met vestigingen in Aruba, Curaçao en Suriname.

In zijn jeugdjaren op Curaçao publiceerde hij het roman Vengansa di un amigo (Wraak van een vriend), welke in 1932 in afleveringen verscheen in het weekblad La Cruz. Zijn tweede roman bleef onvoltooid. Petronia wordt gerekend tot de auteurs van de vooroorlogse Papiamentstalige proza.[52]

Politieke loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

In 1950 stapte Petronia in de politiek als lid van de PPA en behoorde tot de partijvleugel "Grupo Politico Curazoleño" (GPC), waarvan hij negentien jaren lang voorzitter was.[53] Bij de eerste gehouden eilandsraadverkiezingen in 1951 wist hij 417 stemmen te behalen en werd met voorkeurstemmen gekozen tot lid van de Eilandsraad van Aruba. Ook bij de volgende eilandsraadverkiezingen in 1955, 1959, 1963 en 1967 werd hij herkozen met voorkeurstemmen.[51][54] Van 1 juli 1955 tot 1 juni 1961 was hij gedeputeerde van Aruba, belast met openbare werken en onderwijs. Na het overwachte overlijden van partijleider Juancho Irausquin in juni 1962 nam Petronia de leiding van de PPA op zich, eerst korte tijd tezamen met Oscar Henriquez en van 1963 tot 1966 en 1974 tot 1975 in een driemanschap.[55] Daarnaast was hij lid van de partijraad.

Petronia werd gekozen verklaard in de verkiezingen voor de Staten van de Nederlandse Antillen in 1962, 1966 en 1969. Hij verkoos echter het ministerschap en heeft vanaf 1961 verschillende ministerportefeuilles beheerd. Eerst was hij belast met Verkeer en Vervoer in het tweede kabinet Jonckheer en in 1962 met Onderwijs en Cultuur en Opvoeding in het derde kabinet Jonckheer. Van 1963 tot 1967 was hij minister van Financiën en Welvaartszorg. Dit portefeuille verruilde hij voor dat van Onderwijs, Cultuur en Opvoeding tijdens het vierde kabinet Jonckheer, dat in 1969 ten val kwam na de onlusten van trinta di mei. Petronia werd aangesteld als kabinetsinformateur en vervolgens formateur na de statenverkiezingen op 5 september 1969.[56] Op 23 november 1969 bereikte hij met een vijftal partijen het zgn. "Akkoord van Kralendijk" waarmee het kabinet-Petronia een feit werd. In dit kabinet was Petronia naast premier en minister van Algemene Zaken tevens waarnemer voor diverse ministerportefeuilles, waaronder minister van Justitie. Na de val van het kabinet-Petronia eind 1970 dreigde de GPC-groep met een scheuring in de PPA mocht Petronia niet naar voren worden geschoven als kandidaat-minister in het volgende kabinet.[57][58] Nadat de DP hem de haar toekomende negende ministerzetel toewees werd Petronia alsnog minister van Justitie in het kabinet Isa-Beaujon. Hij werd tevens vicepremier. Op 7 juli 1971 af trad hij af teneinde plaats te maken voor de toetreding tot het kabinet van een vierde coalitiepartner.[59] In 1973 keerde Petronia terug in de actieve politiek toen hij op 18 april beëdigd werd als statenlid en opvolger van Osbaldo Croes.[60] Hij nam deel aan de statenverkiezingen in augustus 1973 en de eilandsraadverkiezingen in 1975, maar behaalde geen zetel. In 1975 had hij als lijstduwer 739 persoonlijke stemmen behaald.[61]

Na enige tijd met ziekte te kampen overleed hij op 77-jarige leeftijd in Oranjestad, Aruba. Petronia was gehuwd met Brunicilda Chacutu en had negen kinderen.[51]

Eerbetoon[bewerken | brontekst bewerken]

In 1969 werd Petronia benoemd tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.[62] De voormalige Boerhaavestraat in Oranjestad werd in 1994 naar hem vernoemd, de Caya Ernesto Petronia.[63] Hier woonde hij jarenlang op nummer 7 in een woning van eigen ontwerp.[52]



[[Categorie:Premier van de Nederlandse Antillen]] [[Categorie:Minister van de Nederlandse Antillen]] [[Categorie:Arubaans politicus]]


  • leider PPA: 1962-1963 (met Henriquez); oktober 1963-september 1966 (met I. de Cuba en M. de Cuba), januari 1974-augustus 1975 (met Max Croes en Domi Tromp)


Eind 1970 kwam het kabinet ten val.[64] ?? Toen Petronia na de val van het kabinet-Petronia eind 1970 door de PPA niet als kandidaat naar voren werd geschoven voor deelname aan het daaropvolgende kabinet Isa-Beaujon dreigde de GPC-groep met een scheuring in de partij.[65] Petronia kon alsnog als minister van Justitie in het nieuwe kabinet aanblijven toen hem de DP-toekomende negende ministerzetel werd toegewezen; hij was tevens vicepremier. Bij de toetreding van een vierde partij tot de regeringscoalitie maakte Petronia plaats en trad af op 7 juli 1971.[66] NOTES Moeilijkheden Het bedrijf had in het begin met vele moeilijkheden te kampen. Het was trouwens bijna dertig jaar geleden op het overwegend blanke Aruba al ongehoord en hoogst ongewoon dat een jonge neger een eigen zaak begon met eigenlijk niets meer dan intelligentie en doorzettingsvermogen. Het ontbrak de jonge Ernesto niet aan goedbedoelde waarschuwingen om geen dwaze gedachten in dat onbezonnen hoofd te halen. Het onbezonnen hoofd bleek de plannen goed te hebben uitgewerkt want de firma heeft thans zelfs bedrijven op Curagao en in Aruba. In zijn weinige vrije tijd studeerde Petronia verder. Hij behaalde de graad register-ingenieur van het Nederlands Instituut Register-Ingenieurs en afgestudeerden hogere technische scholen. In 1951 ging Petrona in de politiek en in datzelfde jaar werd hij met voorkeurstemmen gekozen als lid van de Eilandsraad — te vergelijken meteen gemeenteraad in Nederland — van Aruba. Ook bij de verkiezingen van 1955 werd hij herkozen en In de verkiezingen van 1959 en de daarop volgende verkiezingen van 1963 en 1967 gebeurde hetzelfde. Van 1 juli 1955 tot 1 juni 1961 was hij gedeputeerde van openbare werken en onderwijs op Aruba, vervolgens een jaar plaatsvervangend lid van de culturele adviesraad waarvan hij van 1962 tot 1964 lid was. Minister Öp 1 juni 1961 werd hij voor de eerste maal minister, de enige neger in het toenmalige kabinet. Na aanvankelijk belast te zijn geweest met de portefeuilles van verkeer en vervoer, cultuur en opvoeding en onderwijs kreeg hij van 1963 tot 1967 de portefeuilles van financiën en wel-' vaartszorg. De laatste twee jaar was hij weer minister van onderwijs, voornamelijk omdat juist Petronia een bijzonder groot inzicht heeft in de problematiek van het Antilliaanse onderwijs. Er is een goede samenwerking tussen f Petronia en de directeur van het departement van onderwijs geweest, hetgeen voor het onderwijs van het allergrootste belang is gebleken. In de nieuwe regering zal Petronia de man zijn die met inzet van zijn gehele persoonlijkheid alle positieve krachten zal pogen te bundelen. Met zijn rede in de Staten op 5 december heeft hij grote indruk gemaakt door voor zijn eerlijke overtuiging uit te komen en door het bezonken oordeel dat uit zijn woorden sprak.[67]

Hij kandideerde zich nr. 5 op de PPA-lijst namens de GPC voor de statenverkiezingen op 3 augustus 1973 en behaalde 1607 stemmen.[68] Op 18 april 1973 beëdigd als lid van de staten van de Nederlandse Antillen als opvolger van Osbaldo Croes, die gedeputeerde werd.[69] Bij de eilandsraadverkiezingen in 1975 was hij lijstduwer en behaalde 739 stemmen.[70]


ERNESTO OTILIO PETRONIA werd op 14 december 1916 op Curacao geboren. Hij bezoiht er de lagere school (St. Vincentius), werd leerling-tekenaren volgde een schriftelijke cursus bouwkundig tekenen. Op 26 maart 1929 trad hij in dienst bij Openbare Werken op Curacao en op 31 mei 1933 werd hij overgeplaatst naar Aruba. Bij de eerste eilandsverkiezingen in 1951 was hij lid van de Grupo Politico Curazoleno, aangesloten bij de PPA. Hij werd in dat jaar en later ook in 1955, '59, '63 en '67 gekozen in de Eilandsraad van ??. Bij de verkiezingen van 1962 kwam hij voor het eerst in de Staten van NA en in 1966 werd hij als Statenlid herkozen. Van 1 juli 1955 tot 1 juni 1961 was hij gedeputeerde van Aruba van Openbare Werken en Onderwijs en van '61 tot '62 plv.lid van de Cultureele Adviesraad voor het Koninkrijk en van 1962 tot 1964 lid. De heer Petronia heeft sinds 1961 verschillende ministerportefeuilles beheerd. Eerst was hij belast met Verkeer en Vervoer, in 1962 met Onderwijs en Cultuur en Opvoeding en van 1963 tot 1967 met Financien en Welvaartszorg. Vanaf augustus 1967 was hij weer belast met de portefeuille van Onderwijs, Cultuur en Opvoeding. De heer Petronia is gehuwd en heeft negen kinderen. Sinds september 1940 is hij vennoot van de firma Petronia en Croes op Aruba.[71]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vanaf 1 januari 1973 kunnen landsambtenaren en degenen, wier loon is afgestemd op de voor ambtenaren geldende bezoldigingsregelingen, toestemming krijgen om met het landsbesluit in de hand de „uitkering-Petronia" te verzilveren. De toestemming hiertoe wordt niet vóór 1 januari 1973 gegeven. Het landsbesluit dat handelt over de uitbetaling van de „uitkering-Petronia" is dezer dagen verschenen. (PB 213). De term „uitkering Petronia" is de populaire naam voor de „vaststelling van een regeling, krachtens welke aan de ambtenaren in dienst van de Nederlandse Antillen een bedrag wordt toegekend in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe bezoldigingsregelingen per 1 juli 1971" zoals het officieel ongeveer heet.[72]