Gebruiker:Dirk J. van der Veen/Hendrik IV (Waldeck)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hendrik IV, ook Hendrik II (rond 1282/1290 - 1 mei 1348) was van 1305 tot 1344 graaf van Waldeck. Hij was de tweede heersende graaf met deze naam en wordt daarom ook wel aangeduid met Hendrik II, maar aangezien er in het huis Waldeck ook al de niet-regerende Hendrik II en Hendrik III zijn, is meestal de telling Hendrik IV gebruikelijk.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was de oudste zoon van Otto I van Waldeck en zijn vrouw Sophie van Hessen, dochter van Landgraaf Hendrik I van Hessen. Hij trouwde in 1304 met Adelheid van Kleef († na 26 juli 1327). Hiermee had hij meerdere kinderen. Otto II was de oudste en volgde zijn vader op. Dietrich was kanunnik in Keulen, Münster en Mainz. Hendrik V was ook kanunnik en had predikers in Keulen en Minden; hij werd provoost van Minden. De dochter Elisabeth († vóór 22 juni 1385) trouwde met graaf Johann zu Nassau-Hadamar († 20 januari 1365), zoon van graaf Emich I., en de dochter Armgard was gravin van Diepholz. Over de dochter Mechthild is niets anders bekend.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Heinrich was zoals zijn vader sinds 1305 deurwaarder in dienst van het aartsbisdom Mainz in het noorden van Hessen en Eichsfeld.

Direct na het begin van zijn regeerperiode liet Henry de Wetterburg in 1306 bouwen. Er was een geschil met de aartsbisschop van Keulen, Henri II van Virneburg. Hij voerde aan dat de Wetterburg in het gebied van het hertogdom Westfalen behoorde tot Keulen, en eiste sloop. Heinrich vond het kasteel een oude nalatenschap en hij herbouwde het alleen. De zaak resulteerde in een lange rechtszaak. De aartsbisschop verkreeg van Hertog Erich van Saksen 1310 een gunstig advies voor hem. Heinrich von Waldeck diende een bezwaarschrift in. Een scheidsrechterlijke uitspraak was zonder gevolg, aangezien de arbiters elk partij waren. Heinrich protesteerde ook tegen de bezetting van Marsberg door het volk van Keulen en hun claim op Medebach en Canstein. Bisschop Ludwig von Münster, die uit het Huis van Hessen kwam en in de verte familie was van graaf Heinrich, besloot echter dat de inwoners van Keulen hun bezigheid in Marsberg konden behouden tot de vernietiging van de Wetterburg. In 1325 werd een compromis gesloten. Toen werd het weerkasteel tussen Waldeckern en Keulen gedeeld.[1]

Om onbekende redenen werd Henry rond 1307 gearresteerd door aartsbisschop Peter van Mainz. In maart 1308 werd een document uitgegeven, verzegeld door koning Albrecht I, volgens welke beide partijen zich hadden verzoend. Toen werd Henry vrijgelaten uit hechtenis. In 1312 beloofde hij de Hessische landgraaf Otto steun in zijn strijd tegen de hertogen van Brunswijk. Tegen de Brunswick, die ook ruzie maakte met de aartsbisschop van Mainz, wiens hoofdofficier Heinrich was, liet hij ook een kasteel bouwen om hen te neutraliseren bij het kasteel Schonenberge. In 1313 sloot hij een alliantie met aartsbisschop Peter van Mainz. Heinrich von Waldeck en graaf Wilhelm von Arnsberg deelden in 1315 het eigendom van de voorheen gezamenlijk beheerde provincie Rüdenberg. Vanwege trouwe diensten droeg koning Ludwig hem in 1323 de bescherming van de keizerlijke stad Dortmund en het toezicht op de Joden van deze stad over. In 1337 werd de bescherming van de Joden in de bisdommen van Münster en Osnabrück overgedragen aan hem. Zo werd hij belast met het innen van de belastingen van de Joden aan de keizer. De adellijke heren van het graafschap 1332 Heinrich hebben de helft van het kasteel Nordenau overgedragen. Later werden extra rechten toegevoegd aan dit kasteel.

In 1344 wilde Heinrich om gezondheidsredenen stoppen met werken bij de overheid. Met de instemming van zijn zonen werd een contract gesloten, dat voorzag dat in de toekomst het graafschap niet zou worden gesplitst en slechts één nazaat graaf von Waldeck. Deze bepaling duurde echter niet lang en er was een eigendomsverdeling.

Heinrich werd begraven in de funeraire kapel van St. Nicolaas in het klooster Marienthal in Netze. Daar bestaat zijn grafplaat nog steeds.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Darstellung waldecker-muenzen.de

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • L. Curtze: Geschichte und Beschreibung des Fürstentums Waldeck. Arolsen, 1850, S. 605
  • Johann Adolph Theodor Ludwig Varnhagen: Grundlage der Waldeckischen Landes- und Regentengeschichte. Göttingen, 1825, S. 348–369

[[Categorie:Graaf van Waldeck]]