Gebruiker:Johanraymond/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Joseph Guillaume Pougnet (Avignon (Vaucluse), 6 maart 1829 - Marseille, 2 april 1892) was een Frans rooms-katholiek priester en architect. Hij ontwierp een vijftigtal kerken.

Hij was de zoon van Marguerite Hommage en Joseph Pougnet, een vakwerkman gespecialiseerd in werken met bladgoud. Hij liep school aan het kleinseminarie van Avignon (1838-1843) en vervolgens het Collège Sainte-Croix in Aix-en-Provence. In 1847 ging hij naar het seminarie van Avignon. Hij onderbrak zijn priesterstudies om te werken als leraar en om te schrijven voor verschillende katholieke tijdschriften, zodat hij pas in 1859 tot priester werd gewijd.

Al van jangsaf was Pougnet geïnteresseerd in archeologie en architectuur. Zijn talent werd opgemerkt door mgr Martin, de bisschop van Avignon. In 1857 kreeg hij van deze bisschop de opdracht een kloostergebouw te ontwerpen. In de volgende jaren ontwierp hij verschillende kloosterkapellen en -kerken. Vanaf 1864 werd hij ook actief in andere bisdommen in het zuiden van Frankrijk en ontwierp er tientallen kerken. In 1867 reisde hij een eerste maal naar Algerije. Zijn talent werd erkend door aartsbisschop Lavigerie. Hij ontwierp er voor hem de kerk en het klooster van Notre-Dame d'Afrique. Hij ontwierp ook de plannen voor de basiliek van Hippo. Vanaf 1881 was Pougnet werkzaam in Tunesië. In 1883 ondernam hij een reis naar het Heilig Land. In 1888 keerde Pougnet terug naar Frankrijk na een verblijf van tien jaar in Noord-Afrika. In 1891 kreeg hij de erebenoeming tot kamerheer van paus Leo XIII. Hij overleed in 1892 op 63-jarige leeftijd.

https://data.bnf.fr/10676926/joseph_pougnet/

http://pascal.leray.free.fr/eglise_rians/Notice%20sur%20la%20vie%20et%20les%20oeuvre%20-%20Abbe%20Redon.pdf

Monument Franse naam Adres Periode Afbeelding
Notre-Dame de l'Observance Carpentras parochiekerk
Sorgues parochiekerk [[Bestand:|center|100px]]
Kerk Saint-Michel van de norbertijnenabdij Frigolet kloosterkerk
Saint-Pons Puyloubier parochiekerk
Saint-Vincent-de-Paul Marseille parochiekerk
Saint-Trophime Cabucèlo parochiekerk

L’ANCIEN COLLÈGE, MAISON DE LA CULTURE Arrivés en 1629 dans le sillage de Richelieu, les Jésuites acquièrent en 1676 un hôtel particulier sur la limite nord-est de la ville, pour y installer leur collège et leur chapelle (actuelle église Saint-Joseph)... Modifié puis agrandi à plusieurs reprises, le bâtiment à l’architecture austère s’organise autour de deux cours, auxquelles répondaient des jardins aujourd’hui disparus. Le bâtiment sert de fonderie de canons pendant la Révolution, puis redevient collège jusqu’en 1961. De nos jours, il abrite de nombreuses associations culturelles, des salles d’expositions, de projection et de conférence mais également l’Office de Tourisme et le CIAP, Centre d’Interprétation de l’Architecture et du Patrimoine. Il est ouvert à tous. Allée de l’Empereur

Blois !!

https://www.calameo.com/read/00204578239b74abec704

Robert FitzWalter. was heer van Dunmow. Hij was een van de rijkste en machtigste baronnen van zijn tijd. Hij bezat de kastelen van Hertford en Benington en Baynard's Castle in Londen.

Hij had koningen Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land gediend in Normandië. Hij leidde de verdediging van Vaudreuil in 1198. Bij de inname van het kasteel werd hij gevangen genomen en hij werd pas vrijgelaten na betaling van een losgeld. In 1212 was hij betrokken bij een complot tegen koning Jan. Toen het complot werd ontdekt, vluchtte FitzWalter naar Frankrijk. De koning confisqueerde de goederen van FitzWalter en liet zijn belangrijkste kastelen afbreken. In 1213 verzoende hij zich met de koning en kon hij terugkeren naar Engeland. Twee jaar later was hij een van de leidende tegenstander van koning Jan tijdens de Eerste Baronnenoorlog. p. 90-92


Anne-François-Victor Le Tonnelier de Breteuil
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een bisschop
Geboren 18 januari 1724
Plaats Parijs
Overleden 14 augustus 1794
Plaats Saint-Lô
Wijdingen
Priester 1752
Bisschop 24 februari 1763
Kerkelijke loopbaan
1763-1794 bisschop van Montauban
Voorganger Michel de Verthamon de Chavagnac
Opvolger Jean-Louis Anne Madelain Lefebvre de Cheverus
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Geoffroy de Montbray (? - 2 februari 1093) was een Frans priester. Hij was tussen 1049 en 1093 bisschop van Coutances[1] in het hertogdom Normandië.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Geoffroy de Montbray werd op 10 april 1049 in de kathedraal van Rouen tot bisschop gewijd. In Coutances trof hij een bisdom in wanorde aan. De bisschoppen van Coutances hadden in de onveilige 9e eeuw de stad verlaten voor het veiligere Rouen. Pas na het jaar 1000 was de stad veilig genoeg voor de terugkeer van de bisschoppen. Bisschop de Montbray vatte het plan op om een nieuwe kathedraal te bouwen. Om de bouw te financieren reisde hij naar het zuiden van Italië om daar onder de verwanten van Tancred van Hauteville gelden te verzamelen. Hij startte met de bouw van een nieuwe romaanse kathedraal en liet in Coutances ook een bisschoppelijk park aanleggen. In 1066 vergezelde hij de Normandische hertog Willem de Veroveraar naar Hastings en vocht er aan zijn zijde. Als beloning kreeg hij verschillende landhuizen in Engeland.

https://data.bnf.fr/fr/16625625/henri_joly/fr.pdf

https://www.limoux.fr/votre-ville/histoire-et-patrimoine/historique/123-les-personnalites-limouxines

Avocat républicain, opposant à la Restauration et à la Monarchie de Juillet, il défend Barbés en 1834. Député de Pamiers de 1831 à 1834, de Toulouse de 1839 à 1846, c'est lui qui proclame la Seconde République au balcon du Capitole le 25 février 1848. Réélu, il siège à la gauche des Assemblées, s'oppose à la loi Falloux, à la limitation du suffrage universel et au coup d’État de 1851.

Il doit donc s'exiler et ne revint dans sa ville natale de Limoux que pour y mourir le jour même de la proclamation de la Troisième République en 1871.

De Lierse lijkwade is een geschilderde kopie van de lijkwade van Turijn uit 1516. Sinds het einde van de 18e eeuw wordt de Lierse lijkwade bewaard in de Sint-Gummaruskerk in Lier.

Deze lijkwade is een van de 69 bekende kopieën van de lijkwade van Turijn. Omdat deze lijkwade gedateerd is in 1516 stelt ze de lijkwade voor zoals ze eruitzag voor de brand van 1532 die de lijkwade van Turijn zwaar beschadigde. Als mogelijke schilders van de Lierse lijkwade worden Albrecht Dürer en Bernard van Orley genoemd. De eerste verbleef rond 1516 in de Nederlanden. Van de tweede is geweten dat hij in 1521 een kopie van de lijkwade schilderde voor Margaretha van Oostenrijk.

Filip Ceulemans, Het ware gelaat van Christus, Kerk & Leven, 26 april 2023

https://www.billere.fr/la-ville/histoire-et-patrimoine/la-vie-de-1914-a-1918/

Le 8° RI dont le casernement est situé en 1914 à Saint-Omer, Calais ou Boulogne, participe à la bataille de la Somme d’aout à octobre 1916. Du 12 au 19 septembre le régiment prend une part glorieuse aux combats victorieux de nos troupes, il mène une lutte incessante qui lui font s’emparer du bois d’Anderlu, des tranchées de l’Hôpital et du Trentin, ainsi que de la ferme Priez à l’ouest de COMBLES. Du 26 au 29 septembre il s’empare des tranchées de Morval et de Prilep aux abords de SAILLY-SAILLISEL (Somme)

Pendant ces deux périodes le 8° RI à perdu : Officiers 9 tués, 18 Blessés, Hommes de troupe 210 tués, 842 blessés et 102 disparus.


1915: Le 12° RI de Tarbes de septembre 1914 à juin 1915 est en ligne au Chemin des Dames, secteur de la Ferme d’Hurtebise. Dans le journal des opérations du régiment on note le 20 fevrier «  Violent bombardement des tranchées, du plateau de Coussy, Bois Foulon et Vassognes » Pertes : 2 Évacués, 2 blessés et un tué.


Le 18° RI avait quitté PAU le 6 Août 1914 avec 57 officiers, dont 4 médecins, et 3326 hommes de troupes et gradés, sous le commandement du Colonel GLOXIN. Il participe à la bataille de CHARLEROI le 24 août, le 29 à celle de Guise, et du 5 au 12 septembre Bataille de la Marne, combats de Marchais en Brie et de Ville aux Bois. Le 18° RI gagne sa première citation à l’ordre de l’armée « a znlevé brillamment par une attaque de nuit, à la baïonnette, un village puissamment fortifié » (Marchais en Brie le 8 septembre). Le 16 septembre notre Billèrois du 18° RI MINVIELLE-DEBAT Jean-Louis né le 24 Janvier 1888 à Billère (Ferblantier) est porté disparu sur le champ de bataille de la Ville aux Bois. (26 ans). Anecdote : ce dernier ne figure pas sur la liste du monument aux morts de la Commune mais sur la plaque dédiée aux morts de 1914 1918 dans l’église Saint Laurent.

Le 19 septembre lorsque le 18° est relevé il a perdu en 3 jours 1477 hommes (gradés, soldats, tués, blessés ou disparus).

1915: Le 18 °  RI est lui aussi pendant cette période dans les tranchées, à la Vallée Foulon comme son collègue le 39° il subit les attaques des 24 et 25 janvier, il résiste bravement, et permet par des contre-attaques de stopper l’effort ennemi.

Le 18° RI après Douaumont et la Somme revient au chemin des dames et participe donc début Mai à la meurtrière reprise du plateau de Californie. Ce plateau est un haut lieu de mémoire de la Grande Guerre et le 18° RI est étroitement lié au destin de ce lieu.

C’est en effet lui qui ce 4 mai 1917 à la tâche la plus difficile, les 3 bataillons de ce régiment doivent prendre les pentes de la falaise qui domine CRAONNE, puis le plateau de Californie ; La prise et la défense de ce plateau vont coûter cher au régiment. Du 1er au 6 mai il perd 11 officiers, 26 Sous-Officiers et 248 soldats tués ou disparus, et 645 blessés seront évacués soit 40% de son effectif. Une plaque dédiée au 18° RI se situe sur le plateau de Californie à l’extrémité rebord oriental. Elle a été implantée en 1927 « A la gloire du 18° RI de PAU (Béarn, Pays Basque, Gascogne) régiment d’Elite chargé d’enlever le plateau de CRAONNE position jugée inexpugnable, l’a pris d’assaut dans un élan superbe. Citation à l’armée des 4 et 5 mai 1917 »


Le 73° R I à pour casernement en 1914 Béthune, Hesdin et Aire sur la Lys. En 1916 d’août à octobre il participe à la bataille de la Somme (Maurepas, Bois Louange, Combles, Bois Billion) « Le 26 septembre le moment est venu de faire tomber les défenses de Combles, à 3H 30 Deux pelotons sont envoyés en reconnaissance pour traverser Combles et tâcher de gagner la lisière Est. L’un deux rencontre une vive résistance et livre avec l’arrière garde allemande un combat sans quartier à la grenade. » Les pertes du régiment font état

https://www.anori.fr/les-traditions/infanterie/linfanterie-et-son-histoire/34e-ri-regiment-des-landais/


Le 212 ° RI constitué à Tarbes les 12 et 13 Août 1914, prend ensuite la direction de NANCY par chemin de fer et après péripéties arrive à destination le 15 août.

Le 21 Novembre ordre est donné de faire le lendemain une démonstration sur ABONCOURT suivie d’un coup de main sur cette localité pour y faire si possible des prisonniers. La 20° et la 22° compagnie franchissent la Seille à 7 h. Elles sont prises sous un feu assez violent et poursuivent leur mission. A 9h Aboncourt est pris l’ennemi se replie, en laissant 2 morts et 5 prisonniers. Les Compagnies rentrent dans nos lignes. L’opération a couté 5 tués et 33 blessés


Le 237 ° R I a été formé à Troyes d’où il rejoint le front le 8 août 1914.

Le 30 Janvier 1916 il occupe les tranchées « Mouillot-Schuler » de « Saligner de Boissy » du « Bois de la Folie » près de Neuville Saint Vaast.

Le 31 Janvier le régiment est attaqué de 3 cotés, à coup de pétards, de torpilles et d’obus de 105. Les attaques ennemies sont vigoureusement repoussées, mais en fin de journée on dénombre 10 tués, 24 blessés et 3 officiers blessés.

Het 273e Infanterieregiment dat gevormd werd aan het begin van de Eerste Wereldoorlog en ontbonden werd nog voor het einde van de oorlog in 1918.

Het regiment werd gevormd in augustus 1914 in Béthune tijdens de algemene mobilisatie uit reservisten uit het Noorderdepartement. Veel van de soldaten waren mijnwerkers.

Op 10 augustus 1914 vervoegde het regiment per spoor zijn legeronderdeel, de 51e Infanteriedivisie onder leiding van generaal René Boutegourd. Op 22 augustus kwam het regiment aan in Dinant om de Duitse opmars via Namen te stoppen. Na korte schermutselingen met het Duitse leger werd de brug over de Maas opgeblazen en begonnen het regiment en de divisie een terugtrekkende beweging tot Goudelancourt. Daarna rukte het regiment weer op en ondernam op 30 augustus een aanval op het dorp Voulpaix. De aanval was succesvol maar toch kregen de troepen het bevel om zich terug te trekken naar het zuiden.

Het regiment werd in september verplaatst naar de Marne in het kader van het offensief van het 5e Leger gepland door generaal Joseph Joffre. Na een eerste opmars strandde het offensief voor het 273e Infanterieregiment op 13 september bij Saint-Léonard. Bij de stellingenoorlog die begon, verloor het regiment in een week 176 manschappen. Het regiment zette zich aan het graven van loopgraven waarbij de mijnwerkers in haar rangen waardevol bleken. Tot september 1915 bleef de eenheid ingezet in de loopgraven aan de Marne.

Op 25 september 1915 begon het Franse offensief in Champagne. Het 273e Infanterieregiment nam hieraan deel vanaf 6 oktober. Op enkele dagen tijd verloor het regiment meer dan de helft van zijn manschappen (doden en gewonden). Maar 12 van de 37 officieren waren nog beschikbaar. De volgende twee maanden, doorgebracht tussen Bar-le-Duc en Verdun waren nodig om het effectief weer aan te vullen. Op 7 december loste het regiment het 165e Infanterieregiment af bij Woëvre. Daar bouwde het de volgende weken defensieve stellingen uit ten noorden van Verdun. Vanaf 21 februari 1916 was het regiment betrokken bij de gevechten van de Slag bij Verdun. Het Franse front plooide. Op de 24e wisten het 273, samen met het 365e Infanterieregiment en het 2e Regiment Zouaven de Duitse opmars te stoppen bij het dorp Louvemont. Gedurende twee dagen wist het daar stand te houden ondanks onophoudelijke Duitse bombardementen en de sneeuw en de kou.

Daarna werd het 273 teruggetrokken naar Giromagny om weer op sterkte te worden gebracht. In juni werd het verplaatst naar Dompierre aan de Somme.

In juli 1916 was het regiment actief tijdens de Slag aan de Somme. Tussen 20 en 24 juli verloor het regiment tijdens een aanval en herhaalde Duitse tegenaanvallen in de sectoren Vermandolliers en Bois Étoile drie officieren en 600 manschappen (gedood). Ook werden nog eens tien officieren gewond. Op 25 juli werd het regiment afgelost door het 364e en het 303e Infanterieregiment. In de volgende maanden werd het herhaaldelijk ingezet aan het front aan de Somme. Bij aanvallen op 10 en 11 oktober sneuvelden nog eens vier officieren en 400 manschappen. Tien officieren werden gewond.

Op 18 oktober werd het regiment weggetrokken van de Somme. Het werd verplaatst naar de loopgraven van Champagne in de sector Courtine. Daar bleef het tot 8 januari 1917.

Op 16 april 1917 nam het 273e deel aan het Franse offensief aan de Chemin des Dames. Tussen juli en oktober was het actief aan het front in Frans-Vlaanderen. Daarna trok het naar de loopgraven aan de Aisne waar het gelegerd was tot de lente van 1918. In mei werd het Franse leger daar afgelost door het Britse leger.

Op 31 mei viel het regiment aan in de regio Beauvais. Hierbij verloor het regiment twee officieren en ongeveer 50 manschappen. Nog eens 100 manschappen werden gewond.


https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k6439210v/texteBrut


Le 273° R I a été constitué à Béthune, il reçoit des Réservistes tous « des gars du Nord » et mineurs en grand nombre. Il part pour le front le 10 Aout 1914.

Au mois de juillet 1916, après avoir participé à la bataille de Verdun (janvier-Février), on le retrouve dans la Bataille de la Somme dans les secteurs de VERMANDOLLIERS, Bois Etoile. L’attaque déclenchée par notre armée le 27 juillet, permet à notre 273° Ri de prendre possession des deux lieux cités plus haut. Pendant les 2 jours qui suivent il faut tenir à tout prix le terrain conquis. Toute la journée du 23 agitation et lutte à la grenade aux environs des barrages. Le 24 Juillet une double attaque allemande se produit, malgré la surprise causée par l’usage de liquides enflammés par les allemands, nos hommes repoussent l’ennemi à environ 10 mètres de nos anciennes positions. (JMO du régiment) Du 20 au 24 Juillet l’état des pertes est le suivant 3 officiers tués, 10 officiers Blessés et 600 hommes tués.


Le 344° RI dont le casernement est situé à Bordeaux, se trouve en début septembre 1916 à la bataille de VERDUN, plus particulièrement vers « Bois Vaux Chapitre » « Fleury » et « Douaumont ». Depuis une vingtaine de jours la bataille fait rage, plus de tranchées (françaises ou allemandes), que des trous d’obus, le ravitaillement est quasi impossible. Les mitrailleuses ennemies interdisent à quiconque de lever la tête, vivants et morts doivent coucher cote à cote. L’adversaire a l’avantage d’une position et d’une artillerie formidable. Le 3 septembre l’ennemi essaie une fois de plus d’obtenir la décision qui lui échappe. Le 344°RI est attaqué par des forces très supérieures en nombre, pris à revers, écrasé sous un déluge de mitraille, déjà décimé par les pertes antérieures, il se fait hacher sur place plutôt que de reculer. Le 6 septembre le régiment est enfin relevé. Il a perdu 8 officiers, 169 hommes tués, 17 officiers et 629 hommes blessés, 10 officiers et 301 hommes portés disparus.


283 ° Régiment d’Infanterie. Le 12 Août 1914 le régiment quittait Saint Gaudens aux acclamations de la population, il gagnait ensuite par étapes Sivry-la-Perche dans la région de Verdun Il recevait comme première mission d’arrêter sur le Plateau d’Eton, une attaque ennemie visant les garnisons de METZ et de THIONVILLE. Son baptême du feu devait y être très dur, soumis à un bombardement intense d’obus de gros calibre durant tout l’après-midi du 24 août, il défendit toute la soirée par une lutte acharnée la gare de Donmarie-Baroncourt, qui d’abord évacuée fut reprise à la baïonnette. A la tombée de la nuit, sous la menace d’un enveloppement et en luttant pied à pied, il réussit à se dégager en glissant entre les pinces de la tenaille qui se fermait sur lui. « Le 283° RI était décimé, outre son colonel blessé, les pertes enregistrées : presque tous les commandants de Compagnie, et les chefs de Section, 850 hommes de troupes sont morts au combat ce jour-là, ils étaient 2108 au départ.

Le 20 septembre les Allemands reprenaient l’offensive sur les Hauts de Meuse et sur Saint Mihiel. Le 283 ° Ri reçut pour mission d’arrêter leur marche d’abord dans la région de Saint Rémy, puis dans la Forêt de la montagne, vers la Côte  des Bœufs.


Le 408 ° RI est constitué le 1er avril 1915 sur le territoire de la 8° région militaire basé à Méhun sur Yères et les villages avoisinants. Il se compose de Berrichons, de Bourguignons, de Nivernois, de quelques Lorrains et d’un fort contingent de Parisiens, tous de la Classe 1915. L’engagé volontaire pour 3 ans le 8 mars 1913, VIGNALATS Jean Gaston Alexis, nommé Sous-Lieutenant le 3 Août 1915, est versé au 408° RI le 10 Août 1915. En dépit de la période calme du régiment en septembre, il est à déplorer la perte le 9 Septembre du Commandant de Bataillon COTTAZ, du S/Lieutenant VIGNALATS et du Médecin auxiliaire MONY, tués par un obus tombé à 19h30 sur la « popote » des Officiers du 1er Bataillon à Elincourt. Le JMO du régiment à la photo des 3 tombes au cimetière de Margny sur Matz ou les corps ont été transférés.


Algemeen Vlaamsch Geneesherenverbond (AVGV) werd opgericht in Antwerpen in 1922. Een aantal van de oprichters had als legerarts aan het IJzerfront gewerkt: Frans Daels en Hilaire Gravez. Flamingantisme ontstaan uit verontwaardiging over het sociale onrecht. Beroepsvereniging om de belangen van Vlaamse artsen te behartigen. Tot dan enkel de unitaire Fédération Médicale Belge (FMB). Een van de eerste strijdputen was de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Maar ook sociale en culturele doelstellingen en voorstellen voor de organisatie van het medisch beroep: bvb regels voor de erkenning van de titel van specialist of sociale bescherming van artsen en hun familie.

Binnen de vereniging in 1923 oprichting van een Hulpfonds voor het Vlaamsch Geneeskundig Korps. in 1935 Verzekeringsreservefonds - dagvergoeding aan leden bij arbeidsongeschiktheid door ziekte. 1935 oprichting van de Boekerij, een verzameling van alle medische werken geschreven in de Nederlanden

Erik Derycke, Strijd voor de Vlaamse zaak, Artsenkrant, 2726, 29 september 2022, p. 10

Door de opkomst van artsensyndicaten was de rol van het VGV als verdediger van beroepsbelangen uitgespeeld. Op 25 oktober 1970 kreeg het VGV nieuwe statuten: een socioculurele, niet-partijgebonden vereniging voor Vlaamse artsen. In de jaren 1970 zette het VGV de vraag naar een zelfstandige Vlaamse gezondheidszorg op de agenda. Thema's als financiële achterstelling van Vlaanderen in het universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verschillen in kostprijs van de zorg in de gewesten. Zorg in het Nederlands in Brussel en de Brusselse rand. Recenter strijd tegen de verengelsing van het onderwijs.

Erik Derycke, Vlaamse eisen, Artsenkrant, 2728, 13 oktober 2022, p. 11

https://www.citypopulation.de/en/drcongo/cities/

Simon de Danser - bijwerken? https://www.regionaalarchiefdordrecht.nl/biografisch-woordenboek/simon-simonsz-de-danser/

Cette association est créée en 1928-1929 pour rassembler dans une confédération toutes les associations (fraternelles) d'anciens combattants. Appelée d'abord "Légionnaires belges", c'est en 1929 qu'elle prend le nom d'U.F.A.C.. Cette association se voulait la rivale de la F.N.C., adoptant notamment des critères d'adhésion beaucoup plus stricts (l'ancien combattant est celui qui s'est battu sur l'Yser) et défendant les valeurs nationales belges, ce qui l'amènera à se rapprocher des mouvements de la droite dure dans les années 1930. Elle poursuivra ses activités après la 2° Guerre mondiale, intégrant les combattants de ce conflit et des suivants...

https://medailles1914-1918.fr/belgique-medailx.html

À priori, elle ne créera pas de médaille avant la fin des années 1950.

UFAC, Fraternellen, Verbond der verbroederingen van het veldleger Union des fraternelles de l'armée de campagne

oud-strijdersorganisatie opgericht in 1928 uit de eerdere verbroederingen op regimentsbasis. naar het voorbeeld van het British Legion.

In 1932 35.000 leden vooral in het Brusselse en Wallonië. kon rekenen op steun van de legertop en van minister van Defensie Devéze.

voorzitter Louis Louvau, algemeen secretaris Roger le Sergent d'Hendecourt, door hen kwam de beweging in de jaren 1930 in autoritair vaarwater.

Belgisch patriotisme tegenover het radicale vlaamsnationalisme - VOS (Verbond der Vlaamsche Oud-strijders), opgericht als reactie op de verkiezing van August Borms in 1928 - 1929.

Acties:

15 juni 1930 verhinderen van Vos-betoging in Tienen

bestuurslid Georges Labrique op 24 augustus 1930 strooibriefjes vanuit een vliegtuig boven de Ijzerbedevaart

Journée belge in Hasselt op 4 oktober 1931 als reactie op Vlaamsnationale betoging op 5 juli. verstoord door tegenbetoging van VOS

Fraternellenbetoging 26 juni 1932 in Antwerpen: nationaal congres en afsluitende optocht, 24 juni delegatie ontvangen op stadhuis, geboycot door soacialistisch schepen Willem Ekeleers.

Jan Huijbrechts, De fraternellenbetoging in Antwerpen, 't Pallieterke, 16 juni 2022.

Vlaams actiecomité, tegenbetoging verboden door burgemeester Frans Van Cauwelaert. 21 juni protestmeeting in het Rubenspaleis in de Carnotstraat

protest in Antwerpse gemeenteraad. mobilisatie van VOS, valse UFAC-herkenningstekens

900 Antwerpse politieagneten, 1700 rijkswachters

Jan Huijbrechts, De fraternellenbetoging in Antwerpen, 't Pallieterke, 16 juni 2022.

‘speelhoven’ of ‘hoven van plaisantie’ Vanaf de zestiende eeuw was de rand rond Antwerpen een ideale plaats voor zomerverblijven van de rijke, in Antwerpen verblijvende poorters of handelslui. Zij bouwden speelhuizen of 'hoven van plaisantie'. Sommige waren echte kastelen te midden van grote domeinen met bossen, parken en vijvers.

Aanvankelijk waren die van de adel en rijke kooplieden, maar vanaf de 19de eeuw gingen ook industriëlen een groot buitengoed aan de rand van de stad bouwen,

Net zoals rond andere grote steden is ook de omgeving van Gent 'bezaaid' met kasteeldomeinen. Aanvankelijk waren die van de adel en rijke kooplieden, maar vanaf de 19de eeuw gingen ook industriëlen een groot buitengoed aan de rand van de stad bouwen, 'huizen van plaisantie' of 'lusthoven' genoemd.

Howard J. Hubbard, bisschop van Albany tussen 1977 en 2014 gaf tijdens een gerechtelijk onderzoek toe dat hij beschuldiging van seksueel misbruik van minderjarigen door geestelijken in de doofpot stopte om de reputatie van het bisdom te beschermen Doofpotoperatie, Kerk & Leven, 6 april 2022.

[bron?]

Portret

https://www.kaowarsom.be/nl/azlijst

https://nonciature.com/about/

https://www.erfgoedplus.be/details/KF.objecten.114?zoekterm=abdis&categorie=vrij&pos=6

Huis van (Publius) Paquius Proculus op de vloer van de inkom van het huis een mozaïek met een hond aan een ketting. In het atrium een grote mozaïekvloer rond het impluvium het vogels en andere dieren. p.95 I 7,1

Huis van Octavius Quartio had een groot portaal als ingang. p.95 II 2,2

Huis van de Faun had muurschilderingen in het atrium die al 150 jaar oud waren op het moment van de uitbarsting. p.97 De tuin was volledig omgeven door zuilen (peristylum) p. 113 VI 12,2/5

Huis van de Zilveren Bruiloft had een atrium met vier zuilen die het compluvium droegen (tetrasyle) p. 98 V 2,i

Huis van de Tragische Dichter Het atrium met impluvium keek uit op een binnentuin en het lararium (huisschrijn) p. 98 VI 8, 3/5

Huis van de Vetti Een fresco aan de ingang van het atrium dat Priapus, de god van vruchtbaarheid, voorstelt die zijn enorm lid op een weegschaal afweegt tegen een zak munten. p.102 De tuin was omgeven door zuilenrijen en bevatte planten, standbeelden en fonteinen. Deze tuin is gereconstrueerd. p.114 VI 15,1

Huis van Obellius Firmus Een lararium in de vorm van een kleine tempel (aedicula) p.102 IX 14,4

Huis van de Cryptoporticus, een op de muur geschilderd lararium dat Mercurius, god van de handel, en goede geesten (agathodaimones) in de vorm van dieren voorstelt. p.103 I 6,2

Huis van het Centenarium een lararium (huisschrijn) in een hoek van het slavenverblijf. Het gaat om een op de muur geschilderde voorstelling van de god Bacchus, bekleed met druiven, voor de Vesuvius, met op de flank van de vulkaan wijngaarden. p. 107-108 IX 8,6

Huis van de Tuinen van Hercules in de tuin sporen van grootschalige kweek van planten en bloemen, misschien voor de productie van medicijnen of cosmetica. p. 111 II 8,6

Huis van de vergulde Cupido's een tuin omgeven door zuilen waarin planten, beelden en fonteinen rust moesten brengen. p. 111-112 VI 16,7

Huis van de Kleine Fontein een kleine binnentuin (viridarium of hortulus) p.112 Een fontein met een bronzen spuitkop die een visser voorstelt die vislijn vasthoudt. p. 115 VI 8,23

Huis van Julius Polybius een tuin die aan drie zijden was omgeven door zuilen en de vierde zijde had een fresco dat als trompe-l'oeil een vierde zuilenrij voorstelde. p. 113 In het peristylum rond de tuin stonden houten voorraadkasten waarvan afdrukken zijn gemaakt p. 117 VI 17,36

Huis van Marcus Lucretius Fronto Een fresco stelt wilde dieren voor als in een paradeisos, een ommuurd jachtgebied uit het oosten. p.113 V 4,a

Huis van de Discouri De stenen bovenkant van de waterput, waarin de sporen van de touwen die gebruikt werden om het water te putten zijn ingesleten p.114 VI 9,6

Huis van Fabius Rufus De tuin was omgeven door een zuilenrij (peristylum) die in de winter deels kon worden afgesloten met houten luiken, deels beglaasd. p. 119 VII 16,22


Georg Bätzing
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een bisschop
Geboren 13 april 1961
Plaats Kirchen
Wijdingen
Priester 1987
Bisschop 18 september 2016
Kerkelijke loopbaan
Huidige functie bisschop van Limburg
Voorganger Franz-Peter Tebartz-van Elst
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Georg Bätzing (Kirchen, 13 april 1961) is een Duitse rooms-katholieke priester. Hij is sinds 2016 bisschop van Limburg.

Bätzing werd tot priester gewijd in het bisdom Trier. Hij werd er vicaris-generaal onder bisschop Reinhard Marx. In 2016 werd hij aangesteld als bisschop van Limburg als opvolger van Franz-Peter Tebartz-van Elst die in opspraak was gekomen wegens geldverkwisting. Vier jaar later werd Bätzing verkozen tot voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie. In deze hoedanigheid werd hij conferentievoorzitter en covoorzitter van de Synodale Weg.

Waarschuwing: de standaardsortering "Batzing, Georg" krijgt voorrang voor de sortering "Montbray, Geoffroy".

[[Categorie:Bisschop uit Duitsland

Het aartsbisdom Huế (Latijn: Archidioecesis Kupelaensis) is een rooms-katholiek aartsbisdom met als zetel Huế in Vietnam. Het aartsbisdom Huế werd opgericht in 1960.

De kerkprovincie Huế bestaat verder uit vijf suffragane bisdommen:

In 2021 telde het aartsbisdom 92 parochies. Het aartsbisdom heeft een oppervlakte van 9.823 km2 en telde in 2021 ongeveer 64.000 katholieken of 3,8% van de totale bevolking van 1.695.940.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Huế was een missiegebied van het Genootschap van Buitenlandse Missies van Parijs. In 1850 werd het apostolisch vicariaat Noord-Cochin-China afgesplitst van het apostolisch vicariaat Oost-Cochin-China. In 1924 kreeg het apostolisch vicariaat Noord-Cochin-China de naam Huế. En in 1960 werd het een aartsbisdom. Toen kreeg het ook een eerste inlandse bisschop.

Bisschoppen en aartsbisschoppen[bewerken | brontekst bewerken]


Esteban
Land van oorsprong Vlag van Frankrijk Frankrijk
Oorspronkelijke taal Frans
Genre Avontuur, Historisch
Creatieteam
Schrijver(s) Matthieu Bonhomme
Tekenaar(s) Matthieu Bonhomme
Publicatie
Uitgever Dupuis
Eerste publicatie 2005
Laatste publicatie 2013
Portaal  Portaalicoon   Strip

Arno is een Franse stripreeks geschreven en getekend door Matthieu Bonhomme. De eerste twee delen van de reeks werden uitgegeven bij Milan. De reeks werd daarna overgenomen door de grotere uitgeverij Dupuis. De eerste twee delen werden toen opnieuw uitgegeven met telkens zes bijkomende getekende pagina's als inleiding.

Deze historische strip volgt de lotgevallen van de jonge Esteban, een Patagonische indiaan, die wordt opgenomen in een gemeenschap van walvisvaarders.

Delen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. De walvisvaarder
  2. Opgejaagd
  3. Overlevers
  4. Gevangenen aan de andere kant van de wereld
  5. Bloed en ijs

[[Categorie:Franse stripreeks


De witte Maw-Maw
Stripreeks Nonkel Zigomar, Snoe en Snolleke
Scenario Bob De Moor
Tekeningen Bob De Moor
Eerste druk 1999
Portaal  Portaalicoon   Strip


Johanraymond/Kladblok
Lengte 40 km
Bron Lake Arbuckle
Monding Lake Istokpoga
Stroomt door Florida
Portaal  Portaalicoon   Geografie

Arbuckle Creek is een rivier met een lengte van 40 km in centraal Florida. De rivier stroomt tussen Lake Arbuckle en Lake Istokpoga en behoort tot het stroomgebied van de Kissimmee.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

[[Categorie:Geologie van Louisiana

Kathedraal van Maria-Tenhemelopneming in Boma

De Martelaren van Kongolo waren twintig Europese missionarissen van de rooms-katholieke Congregatie van de Heilige Geest die op 1 januari 1962 werden geëxecuteerd in de Congolese stad Kongolo.

  • Gaston Crauwels (Walem, 29 oktober 1923), overste van de missie
  • Louis Crauwels (Walem, 23 december 1927)
  • Jozef De Hert (Hoevenen, 15 juni 1907)
  • Pierre Francis (Sivry, 11 december 1913)
  • Pierre Gilles (Etterbeek, 6 juni 1924)
  • Walter Gillijns (Steenokkerzeel, 9 februari 1932)
  • Jean-Marie Godefroid (Elsene, 25 oktober 1931)
  • Albert Henckels (Sampont-Hachy, 14 november 1921)
  • Jozef Hens (Westmalle, 3 mei 1910)
  • Roger T'Jaeckens (Ardooie, 8 augustus 1927)
  • Jan-Baptist Lenselaer (Nossegem, 30 oktober 1923)
  • Désiré Pellens (Neerpelt, 30 januari 1920)
  • Joseph Postelmans (Luik, 25 mei 1905)
  • Raphael Renard (Stockay-Saint-Georges, 20 maart 1913)
  • Theo Schildermans (Overpelt, 24 mei 1933)
  • René Tournay (Mellery, 19 september 1929)
  • Jozef Van Damme (Ingelmunster, 29 juni 1928)
  • André Van der Smissen (Eprave, 29 september 1911)
  • Michel Van Duffel (Overpelt, 25 september 1921)
  • Bernulf Heemskerk (Reeuwijk, 4 juli 1900)


Benoît Feroumont
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Geboren 1969
Geboorteplaats Aye
Land Vlag van België België
Beroep Stripauteur
Portaal  Portaalicoon   Strip

Benoît Feroumont (Aye, 1969) is een Belgisch stripauteur en animator van tekenfilms.

Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Feroumont volgde de richting animatiefilm in de École de la Cambre in Brussel en behaalde verschillende internationale prijzen met zijn korte animatiefilms. In 1997 debuteerde hij als stripauteur in het Franstalige stripblad Spirou. Drie jaar later publiceerde hij in dat blad de strip Wondertown op scenario van Fabien Vehlmann. Deze strip verscheen ook in albums in het Frans. In 2007 maakte hij de korte animatiefilm Dji vou veu volti (Waals dialect voor Je vous aime) over een ongelukkige troubadour die een meisje wil verleiden. Hoofddredacteur van Spirou Frédéric Niffle vroeg aan Feroumont om op basis van dit gefantaseerd middeleeuws universum een nieuwe stripreeks te creëren. Dit werd Le Royaume bij uitgeverij Dupuis, later vertaald naar Het Koninkrijk.

Waarschuwing: de standaardsortering "Feroumont, Benoit" krijgt voorrang voor de sortering "Batzing, Georg". [[Categorie:Belgisch stripauteur