Gebruiker:Jurre/Kladblok2

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het 2e kladblok van Jurre


Conflict in Libanon (sinds 2011)
Onderdeel van Syrische Burgeroorlog
Het Libanese leger in Tripoli na sektarisch geweld in 2012
Datum 17 juni 2011 - heden
Locatie Libanon
Casus belli Sektarisch geweld tussen soennitische moslims, die voornamelijk de opstandelingen steunen, en sjiieten, die hoofdzakelijk de Syrische president Bashar al-Assad en zijn regering steunen.
Strijdende partijen
Tegenstanders van de Syrische regering
Aanhangers van de Syrische regering

Gesteund door:

Libanese regering

Gesteund door:

Leiders en commandanten
Tegenstanders van de Syrische regering

Ahmed Al-Assir
Islam al-Shahal
Majed al-Majed
Ziad Alloukeh

Aanhangers van de Syrische regering

Rifa'at Eid
Hassan Nasrallah
Hassan al-Laqqis
Shaker Berjawi

Libanese regering

Michel Suleyman
Jean Kahwaji
Roger Salem
Ashraf Rifi

De Syrische Burgeroorlog heeft geleid tot een conflict in Libanon, waarbij voor- en tegenstanders van de Syrische regering elkaar bestrijden op Libanees grondgebied. Het conflict laaide op midden 2011 en duurt nog steeds voort. Het conflict zorgt voor onrust en instabiliteit in het land en gaat gepaard met aanslagen, sektarisch geweld en ontvoeringen (ook van buitenlanders).

De burgeroorlog in Syrië heeft het sektarisch geweld in Libanon opnieuw doen toenemen.[4][5] De soennitische moslims steunen voornamelijk de opstandelingen, terwijl de sjiieten hoofdzakelijk president Bashar al-Assad steunen, omdat de alawitische minderheid waartoe hij behoort een afsplitsing is van de sjiitische islam. Ook op politiek vlak is de tweespalt merkbaar, met de pro-Syrische 8-maart-beweging, bestaande uit sjiitische partijen zoals Hezbollah en Amal, en de anti-Syrische 14-maart-beweging, die bestaat uit soennitische en christelijke partijen.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds de Cederrevolutie in 2005 en de terugtrekking van de bezettende Syrische strijdmachten, is het politieke landschap van Libanon verdeeld tussen de anti-Syrische en pro-Westerse 14-maart-beweging en de pro-Syrische 8-maart-beweging.[5][6] De 14-maart-beweging, die geleid wordt door de hoofdzakelijk soennitische Toekomstbeweging en gelieerd is met de maronitisch-christelijke Kataeb Partij, riep op tot Libanese hulp aan het Vrij Syrisch Leger en tot een strengere houding tegenover de Syrische overheid. De beweging vroeg ook dat Hezbollah zijn wapens zou overdragen aan het Libanese leger.[7] De regerende 8-maart-beweging was hier echter tegen.

Al in de eerste maanden van de protesten in Syrië staken Syriërs de Libanese grens over om het geweld in hun thuisland te ontvluchten.[8] Van maart tot september 2011 ontvluchtten zo'n 4000 Syriërs het geweld in hun land.[9] De eerste aanwijzingen dat het Syrische conflict ook gevolgen had voor de stabiliteit en politieke situatie in Libanon, kwamen er in juni 2011, toen in de noordelijke stad Tripoli gevechten uitbraken tussen leden van de alawitische minderheid uit de wijk Jabal Mohsen, die voor de Syrische regering is, en leden van de soennitische meerderheid uit de wijk Bab al-Tabbaneh. Zeven mensen kwamen daarbij om. Het waren niet de eerste incidenten tussen de twee wijken van de stad, maar tot dan toe werden de botsingen toegeschreven aan lokale spanningen. Het conflict van juni 2011 werd geïnterpreteerd als een resultaat van spanning veroorzaakt door de opstand in Syrië.[10][11]

Hezbollahs steun aan de Syrische regering werd door betogers in Libanon en Syrië negatief onthaald. The Jerusalem Post berichtte in oktober 2011 dat er in Libanon betogingen waren tegen Hezbollahs steun aan de Syrische regering en dat manifestanten in Syrië Hezbollah-vlaggen en de beeltenis van diens leider, Hassan Nasrallah, verbrandden.[5] Hezbollah ontkende echter van bij de start van de opstand in Syrië dat het de Syrische regering zou helpen in het neerslaan ervan. Het weerlegde de geruchten door te zeggen dat deze een rechtvaardiging zouden zijn voor Westerse interventie in het Syrische conflict.[12]

Anderzijds werden ook anderen beschuldigd van hulp aan de Syrische opstandelingen. Okab Sakr, parlementslid voor de Toekomstbeweging, werd er in 2012 van verdacht wapendeals te sluiten met Syrische rebellen. Sakr ontkende, maar gaf nadien toe en beweerde later dat de audiofragmenten waren bewerkt, en dat hij enkel melk en dekens bezorgde.[13][14][15][16]

Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]

2011[bewerken | brontekst bewerken]

De aan Syrië gerelateerde conflicten in Libanon bleven beperkt in 2011. Het land werd toen vooral gedomineerd door protesten ontstaan als gevolg van de Arabische Lente, die politieke hervormingen vroegen en gericht waren tegen het confessionalisme in de Libanese politiek. Naast de onrust in Tripoli in juni 2011 en betogingen tegen de onderdrukking van de Syrische opstand,[17] waren er begin oktober en in december invallen van het Syrische leger op Libanees grondgebied, die leidden tot instabiliteit binnen de recent gevormde regering van eerste minister Najib Mikati. Bij deze invallen vielen verschillende doden. Mikati zei wel dat Libanon hulp zou verlenen aan de Syrische vluchtelingen die de onrust in hun land ontvluchtten. Ook in het geval van de invallen was de politieke tweespalt duidelijk. De 14-maart-beweging veroordeelde de invallen hevig, terwijl de 8-maart-beweging deze hevige reactie op grensoverschrijdingen door een "zusterstaat" bekritiseerde.[18]

2012[bewerken | brontekst bewerken]

In 2012 namen de spanningen in Libanon tussen tegenstanders en aanhangers van Assad en de Syrische regering toe. In de eerste maanden van het jaar waren er vooral botsingen in Tripoli, maar vanaf mei breidde het conflict zich ook uit naar de hoofdstad Beiroet.

Februari - april[bewerken | brontekst bewerken]

Op 11 en 12 februari braken er opnieuw gevechten uit in de wijken Jabal Mohsen en Bab al-Tebbaneh in Tripoli tussen pro- en anti-Assadmilitanten, na anti-Assadmanifestaties. Het Libanese leger werd ingezet om beide facties uit elkaar te houden. Rifaat Eid, het hoofd van de belangrijkste politieke factie van de Libanese alawieten, legde het verband tussen het geweld in de stad en de Slag om Homs.[19][20][21][22] Om te vermijden dat de onrust uit het buurland zou overslaan, vroeg Libanon een diplomatieke oplossing voor de situatie in Syrië.[23] De situatie bleef echter gespannen in Tripoli, met protesten en occasionele incidenten, zoals op 22 april, waarbij vier mensen gewond raakten.[24]

Eind april onderschepte de Libanese zeemacht het vrachtschip Luthfallah II afkomstig uit Libië en met bestemming Tripoli, dat mogelijk wapens voor Syrische opstandelingen vervoerde. Syrië klaagde al langer over het feit dat wapens voor de opstandelingen via Libanon en Tripoli, waar veel steun is voor de rebellen, het land werden binnengesmokkeld.[25][26]

Mei[bewerken | brontekst bewerken]

In mei kwam het in Tripoli opnieuw tot gewelddadige conflicten, door de arrestatie van een soennitisch islamist genaamd Shadi Mawlawi, die was aangehouden omdat hij deel uitmaakte van een terroristische groepering. De gevechten startten op 12 mei als incidenten tussen het leger en islamistische jongeren, maar groeiden uit tot sektarisch geweld tussen de soennieten en alawieten in de stad. Door het gebruik van automatische wapens en raketwerpers was het voor het leger niet meteen mogelijk om het geweld te stoppen en werden er versterkingen gestuurd, die op 15 mei werden ingezet. In totaal kwamen twaalf mensen om. Correspondent Zeina Khodr van Al Jazeera verklaarde dat de gevechten "zeker verwant waren aan de opstand in Syrië".[27][28][29][30][31]

Op 20 mei werd sjeik Ahmed Abdul Wahed, een soennitische geestelijke, neergeschoten door het Libanese leger toen zijn konvooi niet stopte aan een controlepunt in Akkar, in het noorden van Libanon. President Mikati riep op tot kalmte. Het leger betreurde het incident en beloofde een onderzoek. Lokale bewoners staken echter banden in brand en versperden zo enkele wegen.[32][33] De dood van de geestelijke leidde ook tot botsingen in de hoofdstad Beiroet, waarbij minstens drie mensen omkwamen.[34] Ook na de ontvoering van elf Libanese sjiitische pelgrims in het noorden van Syrië op 22 mei waren er protesten in Beiroet, met banden die op verschillende wegen werden in brand gestoken door familieleden van de bedevaartgangers. Volgens hen zat het Vrij Syrisch Leger achter de kidnapping. Hezbollahleider Nasrallah riep de sjiieten op om geen acties te ondernemen tegen de Syriërs en de kalmte te bewaren.[35][36][37] Het Vrij Syrisch Leger ontkende echter de ontvoerder te zijn, en legde de schuld bij "maffiagroeperingen".[38]

Twee Libanese boeren uit een grensdorpje werden eind mei ontvoerd door pro-Syrische troepen. Rifaat Eid, de leider van de Arabische Democratische Partij, bemiddelde in hun vrijlating, die gebeurde op 3 juni. De familieleden hadden aan de grens geprotesteerd en grensovergangen geblokkeerd.[39]

Juni - augustus[bewerken | brontekst bewerken]

In de maanden juni, juli en augustus bleef de situatie in Tripoli gespannen. Op 2 en 3 juni werden vijftien mensen gedood en meer dan veertig gewond bij botsingen in en rond Tripoli. Het leger zette een bufferzone op tussen de strijdende wijken van de stad.[40][41][42][43] Op 8 juni werd één persoon gedood en raakten drie personen gewond bij beschietingen in de alawitische wijk van Tripoli.[44] Op 18 juli kwam een man om door verdwaalde kogels die afgevuurd waren tijdens anti-Syrische vieringen in Tripoli.[45] Op 27 juli leidde het neersteken van twee mannen door onbekenden tot vuurgevechten.[46] Ook in augustus zetten de gewapende conflicten zich verder. Persoonlijke ruzies gebaseerd op religieuze en politieke verschillen mondden vaak uit in gewapende opstootjes.[47] Midden augustus vielen nog eens minstens tien doden bij gevechten tussen de moslimgemeenschappen in Tripoli.[48][49][50] Er kwam een bestand op 22 augustus, maar daar kwam in de ochtend van 23 augustus al een einde aan door gevechten waarbij een soennitische sjeik gedood werd. De overheid probeerde steeds met het leger orde op zaken te stellen, maar kon niet altijd een einde maken aan de gevechten.[51][52] Ook grensconflicten in de buurt van Tripoli verhoogden de spanning en de vrees dat de strijd in Syrië zou overslaan naar Libanon.[53]

Niet alleen in Tripoli, maar ook in andere steden waren er protestacties. De soennitische geestelijke Sjeik Ahmed Al-Assir en zijn aanhangers organiseerden een sit-in in de zuidelijke stad Sidon om te protesteren tegen de wapens van Hezbollah. Dit leidde tot spanningen en botsingen tussen verschillende facties.[54][55] Ook in vluchtelingenkampen leidden de spanningen tot gevechten.[56]

Op 9 augustus werd voormalig minister Michel Samaha gearresteerd. Hij werd later aangeklaagd voor het collaboreren met het Syrische regime, het overbrengen van explosieven naar Libanon en het aanzetten tot sektarisch geweld en het destabiliseren van het land via "terroristische aanvallen" uit naam van de Syrische regering. Behalve Samaha werden ook twee Syrische legerambtenaren, Ali Mamlouk, het hoofd van het Syrische Nationale Veiligheidsbureau, en brigadier-generaal Adnan aangeklaagd. Samaha zou vervolgens bekend hebben om verschillende bomaanslagen in Noord-Libanon gepland te hebben. De 14-maart-beweging riep op tot een vlug onderzoek en het verbreken van de banden met Syrië, indien de aanklachten correct zouden blijken te zijn. De 8-maart-beweging daarentegen verklaarde dat de arrestatie van Samaha onderdeel was van de campagne van de 14-maart-beweging.[57][58][59][60][61]

Op 15 augustus ontvoerde de Libanese sjiitische Meqdad-clan 20 mensen als vergelding voor de ontvoering door het Vrij Syrisch Leger van een van hun familieleden in Syrië. Verschillende soennitische Golfstaten, zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar, raadden daarop hun burgers aan om Libanon meteen te verlaten. De Libanese premier Mikati noemde de (tegen)ontvoeringen en het uiten van bedreigingen via de media "onaanvaardbaar".[62] De clan meldde de dag erna dat zij geen ontvoeringen meer zou uitvoeren, maar dreigde wel een Turkse gijzelaar om te brengen als hun familielid zou worden gedood. Premier Mikati riep op tot de vorming van een buitengewone regering om het hoofd te bieden aan de reeks ontvoeringen in Libanon. Die dag werden nog elf Syriërs ontvoerd, onder andere door een groepering genaamd Al-Mukhtar al-Thaqafi, die de vrijlating eiste van de pelgrims de in mei waren ontvoerd in Noord-Syrië. De tegenontvoeringen deden de twijfel verder toenemen over de mogelijkheid van de regering om te voorkomen dat de Syrische opstand zich zou verspreiden naar Libanon.[63]

September - oktober[bewerken | brontekst bewerken]

Een aantal conflicten aan de Syrisch-Libanese grens duidden erop dat de oorlog in Syrië zich meer en meer naar het Libanese grondgebied uitbreidde. Syrië had al meermaals opgeroepen om harder op te treden tegen rebellen die zich volgens het regime schuil hielden in Libanese grensplaatsen en om de wapensmokkel tegen te gaan.[64]

Op 17 september vuurden Syrische aanvalsvliegtuigen verschillende raketten af nabij Arsal, bij het achtervolgden van rebellen in de streek. De Libanese president Michel Suleyman beval een onderzoek, zonder daarbij echter Syrië te beschuldigen.[65] Op 22 september viel een gewapende groep van het Vrij Syrisch Leger een militaire grenspost nabij Arsal aan. De groep werd verjaagd door het Libanese leger. President Suleyman prees de actie van het leger om Libanons positie neutraal te houden. Hij riep de grensbevolking op om solidair te zijn met het leger en de militairen bij te staan.[64][66] Op 11 oktober kwamen vier granaten van het Syrische leger terecht op Masharih al-Qaa, waar al slachtoffers waren gevallen bij vroegere incidenten. Libanons houding tegenover het conflict bleef onveranderd.[67]


[[Categorie:1988]] [[Categorie:1989]] [[Categorie:Belgische politiek in 1988]] [[Categorie:Belgische politiek in 1989]] [[Categorie:Geschiedenis van België in de 20e eeuw]] [[Categorie:Geschiedenis van Congo-Kinshasa]] [[Categorie:Politiek in Congo-Kinshasa]]

Zie de categorie Bibliothèque humaniste de Sélestat 21 janvier 2014 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Pagina's die met William X beginnen 
Pagina's die met William Z beginnen