Gebruiker:LiesForrest/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mee bezig Mee bezig
Aan deze pagina of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Op woensdag 14 oktober 1914 was de Duitse vijand in aantocht. Vier jaar lang was Brugge in de handen van het Duitse Leger en werd het hoofdkwartier van de Duitse Marine.

Brugge vlak voor de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds de Jaren 1840 was het de armoede die de stad had getroffen. De crisis in 1870 deed de ontwikkeling in Brugge nog vertragen. Ook in 1914 was Brugge nog niet ingeburgerd in de moderne geest. Al de straten hadden nog hobbelige stenen. Men beschikte niet over een elektriciteitsnet, nog drinkwaterleiding. De watervoorziening gebeurde door middel van kleine pompen, die ondrinkbaar water uit de reien bezorgden (J. De Smet, 1955, p7). Brugge had als militair garnizoen het Vierde Linie ,het puike Derde Lansiers, en sedert een tweetal jaren, een groep veldartillerie (J. De Smet, 1055, p8).

Mobilisatie in de zomer van 1914[bewerken | brontekst bewerken]

Na de moord op de Oostenrijkse troonopvolger, door Servische krijgers, op 28 juni in Sarajevo had niemand voorzien dat die gebeurtenis de aanleiding zou zijn tot de Eerste Wereldoorlog. Door die gebeurtenis verklaarde, op 28 juli, Oostenrijk de oorlog aan Servië. En aangezien Rusland Servië steunt en Duitsland Oostenrijk steunt verklaart Duitsland de oorlog aan Rusland op 1 augustus 1914. En op 3 augustus verklaarde Duitsland de oorlog aan Frankrijk, die sinds 1892 een militair akkoord heeft met Rusland. In België mobiliseerden men het leger uit voorzorg. Veel soldaten zowel van het Zuiden als van het Oosten kwamen naar Brugge verzamelen. Door de Belgische neutraliteit dacht men nog niet aan Oorlog. De mensen dachten dat het Belgische Leger mobiliseerde om de grenzen te bewaken zoals de Franse-Duitse oorlog in 1870-1871.

Eerste weken van augustus[bewerken | brontekst bewerken]

Op 3 augustus kreeg België een ultimatum gesteld van Duitsland: de Duitse legers doorlaten op weg naar Frankrijk of oorlog. België weigerde dat ultimatum. De troepen vanuit Brugge vertrokken in de nacht van 3 en 4 augustus naar Luik om het land te vechten of naar elders om de legerposten extra te bemannen. Ze werden luid toegejuicht door de bevolking! ‘Leve het leger! Leve België! Leve de Koning!(Schepens, 1985, p28). Sindsdien was de stad wat uit zijn gewone doen geraakt. Het volk kreeg ‘spionnenkoorts’. Anti-Duitse gevoelens uitten zich in relletjes. De straatwoede leidde onder meer naar het warenhuis Tietz waar winkelramen werden ingeslagen en er werd geplunderd. Op 7 augustus kwamen de eerste Duitse Krijgsgevangen aan in Brugge. Samen met de Duitse burgers uit de stad en van de kust, werden ze geïnterneerd in de kazerne van het Vierde Linie (De Smet, 1955, p12). Ook de eerste gewonden werden opgevangen in een noodhospitaal in Brugge.

Inname van Brugge[bewerken | brontekst bewerken]

In de eerste week van oktober beleefde Brugge een beetje hoop, want op 9 oktober kwamen de Britse Troepen naar Brugge en gingen dan door naar Oostende om het land mee te verdedigen. Op 12 en 13 oktober bracht men alle gewonden die in Brugge verbleven over naar Frankrijk of Engeland. Toen men het nieuws vernam van de invallende troepen in Luik en Leuven werden de Bruggelingen bang. Veel gezinnen vluchtten naar Nederland of Frankrijk. Sommige kwamen na dagen terug, andere na weken, anderen bleven daar heel de oorlog. Op 14 oktober 1914 om 10u30 hoorde de Brugse bevolking plots kanonschoten. Andere schoten volgden. De Duitsers naderden langs Assebroek.

Het eerste Brugse dodelijk Slachtoffer[bewerken | brontekst bewerken]

De Duitsers keken nauwgezet op personen van wie de kleding enigszins voor een militair uniform kon doorgaan (Degrande, 1989, p 40). Hendrik Blondelle, woonde in Brugge en was bediende bij de tram, werd doodgeschoten. De Duitse troepen dachten dat het een Belgische militair was omdat hij in paniek raakte en wegliep toen ze hem aanspraken.

Een Duitse slachtoffer[bewerken | brontekst bewerken]

Om 12u15 kwam een incident dat Brugge dicht bij een vernieling bracht. Een achterhoede van het Belgische leger wachtten, aan de Gentpoort, de komst van de Duitse verkenners af. Toen de vijand opdook werden er schoten gelost. Tijdens deze schietpartij werd een Duitse verkenner gedood. Men vreesde toen voor vernieling van de Stad.

Overgave van de Stad[bewerken | brontekst bewerken]

De delegatie van het stadbestuur: burgemeester Visart, de schepenen Ryelandt en Van Caloen, politiecommissaris Rommel, stadsecretaris De Bandt en twee politieagenten gingen met een witte vlag naar de invallende troepen richting de Gentpoort. Onderweg troffen ze de Duitse verkenners aan samen met de Brugse dokter Emile Dumon en zijn zoon. Samen gingen ze richting de Gentpoort waar de bevelhebber van de eenheid opwachtte. Na de uitleg over het incident trokken ze samen naar het huis van baron Della Faille waar ze op de komst van Generaal Von Werder wachten. De burgemeester en de generaal gingen samen aan tafel zitten. De burgemeester vertelde hem nogmaals dat de schoten niet van burgers kwamen en dat alle wapens waren ingeleverd. De Duitse generaal legde hem erbij neer. Hij eiste wel 5 namen van gijzelaars om de rust wat te behouden. Iedereen van het schepencollege bood hen aan. Ook wilde hij een hotel voor zijn hoofdkwartier. Ook de inhoud van de stadskassa werd overgedragen aan de generaal. Samen tekende ze een verdrag omtrent de overname van Brugge. De Burgemeester kreeg affiches mee die hij moest ophangen overal in de stad waar er werd op aangekondigd dat de Duitse Troepen aankwamen: ‘Inwoners Duitsche troepen treden heden in Uwe stad binnen. Aan geen enkel van uwe medeburgers zal kwaad gedaan en uwe goederen zullen geëerbiedigd worden, indien gij u onthoudt van alle vijandelijkheid. Iedere tegenstand zoals iedere poging de Duitsche troepen te schaden, zal onmeedogend gestraft worde volgens de wetten van de oorlog… Indien nu of in toekomde in uwe stad Duitsche troepen aangegrepen worden, wordt de bezetting er uit getrokken en de stad zal zonder genade in brand gestoken worden ik waarschuw u!’ (De Schaepdrijver, 2014, p.43). Om 15u kwamen de troepen toe. Sommige gingen door naar Oostende, andere bleven in Brugge. In Brugge leek het ergste gevaar geweken.

Een nieuw gezag[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 20 oktober kwam Brugge in handen van de Marine. Zij hebben de macht die de stad vier jaar lang zou regeren en die tegen het einde van het eerste oorlogsjaar haar definitieve gestalte kreeg als het Marinekorps Flandern.

Op 1 november is het ‘Marinegebied’ reeds afgebakend, en krijgen de burgers verbod zich er nog heen te begeven. (Schepens,1985, p45). Hield men zich hier niet aan werd men beschoten. Brugge is de hoofdplaats van het Marinegebied. Dit omvatte de streek van Nieuwpoort tot aan de Nederlands grens met in begrip van Brugge, Oostende en omliggende gemeenten. Het Provinciaal Hof op de Markt deed dienst als hoofdkwartier van het Marinekorps Flandern. Van hieruit leidt Admiraal Von Schröder de verdediging van de Belgische kust. (Debaeke, 2011, p35)

Von Schörder was een man met een klein gestalte en reed op een Tibetaans paardje rond. Ook droeg hij altijd een klein pistool bij hem.

Uitbouw Brugse Havens 1914-1915[bewerken | brontekst bewerken]

Toen de Duitsers het gebied ingenomen hadden was er nog veel werk aan de Brugse haven. Het was niet goed verdedigbaar en er moet nog veel uitgebouwd worden. Aangezien de Duitsers niet genoeg mankrachten hadden verplichte Von Schörder 4000 Belgen om mee te werken aan de uitbouw van de haven. Tegen midden 1915 waren de havens uitgebouwd tot zeer sterk verdedigde basissen (De Schaepdrijver, 2014, p61). Zes maanden na de uitbouw van de haven telden de Duitsers 16 duikboten en torpedoboten.

Inkwartiering[bewerken | brontekst bewerken]

In Brugge hadden ze geluk… In het begin werden Duitse soldaten ondergebracht in kazernes en stedelijke gebouwen. Maar tijdens de strenge winter in 1916 moesten de burgers toch troepen binnen nemen die kwamen uitrusten na hun dienst aan het front. De Bruggelingen moeste wel op papier bijhouden wie er precies allemaal in het huis verbleef. In 1917 werden schoolgebouwen ontruimd om nog troepen in onder te brengen. Maar daarna werden ook bewoners uit hun huis gezet, ze mochten enkel kledij meenemen, meubilair moeste ze laten staan voor de Duitse soldaten die kwamen in hun huis verblijven.

Bomaanslagen/luchtaanvallen[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de vier jaren oorlog werd Brugge regelmatig aangevallen met bommen. Brugge was het mikpunt voor de Britse soldaten. De basis van het hele Marinegebied zat in Brugge. De troepen aan de Brugse haven werden geleid door de generaal op de Markt in het Provinciaal Hotel. Ook werd er in ‘La Brugoise’ een artilleriedepot gemaakt waar men kanonnen en granaten vermaakten. In het geheel vielen er een zesduizend bommen op de stad, op een honderdtal plaatsen. Ten gevolge van de bommenaanvallen waren er te Brugge 123 doden. 544 huizen werden beschadigd, waar van 126 volledig vernield werden.(J.De Smet, 1955, p40)

De meest helse bombardementen waren die op 7 februari, 4 september en 17 oktober 1917. Er vielen toen de meest burgerlijke slachtoffers. Op 7 februari waren 12 doden, op 4 september lieten 15 burgers het leven en op 17 oktober nogmaals 15 burgers. Op 31 mei werd de fabriek ‘La brugoise’ aangevallen. Een van de laatste aanvallen was die op 26 september 1918. Een bom viel op de bewaarschool van de Zuster van Sinte Katherine te Assebroek (J. De Smet, 1955, p43)

Bevrijding[bewerken | brontekst bewerken]

Op 18-19 oktober was Brugge vrij. De Duitse soldaten trokken weg uit de stad. De bevrijders uit Maldegem kwamen aan in Brugge. De burgers kwamen weer allemaal op straat. Op 25 oktober kwamen Koning Albert I en Koningin Elisabeth naar Brugge voor een bezoek. Koning Albert trok tijdelijk in het kasteel van Baron Van Caloen in Loppem waar hij woordvoerders ontving.

Analogie met Tielt en Hooglede[bewerken | brontekst bewerken]

Tielt[bewerken | brontekst bewerken]

Dezelfde periode als Brugge werd ingenomen werd Tielt ook ingenomen. Op 14 oktober 1914 werd onder het opperbevel van Hertog Abrecht Von Würtemberg een hoofdkwartier geïnstalleerd. De Duitsers trokken door de straten van Tielt. Ze werden ingekwartierd bij de Tieltse bevolking.

Hooglede[bewerken | brontekst bewerken]

Toen de Duitsers België binnenvielen waren de burgers in Hooglede nog wat gerust. Hun dorp lag ver weg van het ‘gevecht’. Rond Hooglede waren er al vaak Duitse troepen opgevallen, maar nooit kwamen ze in de stad.Vanaf 18 september passeerden geleregeld Britse en Belgische troepen passeren. Op 15 oktober 1914 werd hooglede door de eerste Duitse toepen bezet, net zoals Tielt en Brugge. De troepen waren onder het gezag van opperbevelhebber Von Ernst. Het Regimentsstaf en 1e bataljon werd ingekwartierd in Hooglede. Alle anderen bataljons werken ingekwartierd bij aanpalende gemeentes. Ook rond Hooglede zijn er tragische incidenten gebeurd. Duitse soldaten die burgers neerschoten.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Sophie De Schapedrijver, Bolwerk Brugge Bezette stad in 14-18, Uitgeverij Hannibal, 2014, ISBN 978 94 9208 204 9

Siefgried Debaeke, Brugge in de grote oorlog, Uitgeverij De Klaproos, 2011, ISBN 90-5508-119-6

Valentin Degrande, Assebroek 1914-1918 vier jaar duitse bezetting, Deschacht, drukkerij-uitgeverij, 1989

Brugge Museum, Inspiratiebundel ‘Brugse verhalen uit de Groote Oorlog, 2014, https:/bezoekers.brugge.be/files/uploads/document/inspiratiebundel-3.pdf

Luc Schepens, Brugge bezet 1914/1918 – 19140/1045, Uitgeverij Lannoo Tielt, 1985, ISBN 90 209 12935

Dr. Jos. De Smet, Brugge onder de oorlog 1914-1918, Drukerij Graphica Bruge, 1955

Het Westvlaamse Verbond van Kringen voor Heemkunde, v.z.w., Een streek in oorlog, oorlogsdocumenten uit het Tieltse 1914-1919, Drukkerij-uitgeverij Vercruysse, Brugge, 1980

Dirk Verhelst, Vleugels boven Hooglede – Gits 1914-1918, Devriendt Printing bvba, Koekelare, 2008