Gebruiker:Mdd/Openingen/Tijdlijn van de bedrijfskunde
Deze tijdlijn van de bedrijfkunde geeft een overzicht van de hoogtepunten in de ontwikkeling van de bedrijfskunde in Nederland vanaf de 1970er jaren maar ook de ontwikkeling die hiertoe geleid hebben.
Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
- Klassieke Oudheid
- Plato en Aristoteles schrijven beide over politiek en staatsinrichting
- Aristoteles schrijft over economie, waarvan drie boeken zijn overgeleverd. Hij maakt hierin reeds een soort onderscheid in macro- en micro-economie, waarbij hij spreekt van de economie van een stad(staat) en de individuele economie van een huishouden.
- Middeleeuwen en Renaissance
- 1250: Thomas van Aquino (1225-1274) was een Italiaans theoloog en een van de eerste schrijvers op het gebied van economische vraagstukken.
- 1295: Een van Aquino's voornaamste criticus was Duns Scotus (1265-1308) in zijn werk Sententiae (1295).
- Opkomst van handelshuizen
- 1553 Niccolò Machiavelli publiceert "Il principe" (vertaald: De vorst), een klassiek werk over de beginselen van leiderschap.
- Zeventiende eeuw
- Opkomst Mercantilisme, waarbij de regering handel moest bevorderen als essentieel middel tot rijkdom en macht, maar dat handel nooit ‘vrij’ moest zijn in de moderne zin.
- 1602: Stichting van Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), ook wel de eerste "multinational" genoemd. De VOC was lange tijd het grootste handelsbedrijf ter wereld.
- 1663: De Engelse zakenman Thomas Mun (1571-1641) vertegenwoordigde het vroege mercantilisme in zijn boek England's Treasure by Foreign Trade.
- Achtiende eeuw
- Industriële revolutie begint in Engeland. De Industriële Revolutie in Nederland volgt bijna een eeuw later.
- Opkomst van de eerste industriële ondernemingen
Negentiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]
- Landhuishoudkunde
In Nederland wordt het vak landhuishoudkunde onderwezen aan de universiteiten vanaf 1815 met hoogleraren als:
- Jan Kops
- Jacobus Albertus Uilkens
- Herman Christiaan van Hall
- Jan Arnold Bennet (1758-1828)
- Christiaan Frederik Kleynhoff van Enspijk (1761-1819)
- Jan Kops (1765-1849)
- Jacobus Albertus Uilkens (1772-1825)
- G. Wttewaall van Wickenburg (1776-1838)
- G.J van der Boon Mesch (1786-1822)
- Cornelis Adriaan Bergsma (1798-1859)
- Herman Christiaan van Hall (1801-1874)
- Anthony Hendrik van der Boon Mesch (1804-1874)
- Staatshuishoudkunde
In Nederland wordt het vak economie voornamelijk als staatshuishoudkunde onderwezen aan de universiteiten vanaf 1840
- In Utrecht
- 1840: Jan Ackersdijck werd hoogleraar in de staathuishoudkunde aan de juridische faculteit te Utrecht (tot 1861).
- 1868: Hendrick Peter Godfried Quack werd hoogleraar staathuishoudkunde (politieke economie) aan de Rijksuniversiteit Utrecht (tot 1878).
- 1878: Johan d'Aulnis de Bourouill werd hoogleraar staathuishoudkunde, statistiek en staatkundige geschiedenis aan de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht (tot 1917).
- In Delft
- 1844: Johannes van Kuijk was hij leraar maatschappelijke staathuishoudkunde aan de Koninklijke Academie tot 1847.
- 1864: Jacob Leonard de Bruyn Kops werd hoogleraar in de Staathuishoudkunde aan de Polytechnische Hogeschool in Delft (tot 1868).
- 1873: Baltus Hendrik Pekelharing werd hoogleraar in het staats-, administratief en handelsrecht en in de staathuishoudkunde aan de Technisch Hoge School te Delft.
- In Leiden
- 1850: Simon Vissering werd hoogleraar staatshuishoudkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden (tot 1879).
- In Amsterdam
- 1877: Nicolaas Pierson (politicus) werd hoogleraar staatshuishoudkunde aan de Gemeentelijke Universiteit Amsterdam (tot 1885).
- In Groningen
- 1881: Pieter Cort van der Linden hoogleraar Encyclopedie, staatshuishoudkunde, statistiek en staatkundige geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen (tot 1891).
- 1891: Pieter Cort van der Linden hoogleraar staatshuishoudkunde, statistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen (tot 1896).
- 1891: Wijbrand Adriaan Reiger werd hoogleraar staatshuishoudkunde, statistiek en volkenrecht aan de juridische faculteit van de Rijksuniversiteit (tot 1908).
- Opkomst bedrijfsleven en organisatie-advies
- 1865 - Stichting en groei van ondernemingen die uitgroeien tot 20ste eeuwse multinationals zoals bv Unilever (1885 lever brothers), BASF (1865), Shell (1890)
- 1883: Frederick Taylor begint met zijn experimenten in de Midvale and Bethlehem Steel plant.
- 1893: Taylor vestigde zich in Philadelphia als een van de eerste zelstandige organisatie-adviseurs. Hij noemde zich "consulting engineer for management".[1]
- 1895: Oprichting van eerste Nederlands Instituut van Accountants (NIvA) (gaat in 1964 op in het NIVRA).
Twintigste eeuw[bewerken | brontekst bewerken]
Bedrijfskunde en begint zich te ontwikkelen als apart specialisme, naast bedrijfseconomie en marco-economie. Deze tijdlijn gaat verder alleen nog op de verwikkeling rond bedrijfskunde. Net als de organisatie-adviesbureau's ontstaan deze ontwikkelingen vanuit drie richtingen: vanuit de accountants, ingenieurs en de sociale wetenschappers.
Hoogleraren[bewerken | brontekst bewerken]
Hoogleraren bedrijfseconomie
- Tineke Bahlmann (1950-), Hans Beckman (1944-), Jos Blommaert (1952-), Tjeu Blommaert (1955-), Auke de Bos (1965-), Joop Bouma (1934-), Wessel van Bruinessen (1944-), Willem Buijink (1951-), Kees Cools (1967-), Oscar Couwenberg (1964-), Harold Hassink (1967-), Ruud Huirne (1962-), C. Izeboud (1946-), Frits Krens (1948-), Hans Kuijl (1946-), Jos Lemmink (1957), Robert van der Meer (1949-), Piet Moerland (1949), Nico Mol (1947-), Guus van Montfort (1947-), Philippe Naert (1943-) (en), Alfons Oude Lansink (1967-), Jacques Theeuwes (1944-) (en), Ruud Vergoossen (1961-), Ed Vosselman (1953-), Arjen van Witteloostuijn (1960)
Hoogleraren bedrijfshuishoudkunde
- Pol Ankum (1932-2007), Oege Bakker (1890-1955), Johannes Lützen Bouma (1934-), Jan Bulte (1930-1996), Harry Commandeur (1956-), Arend Isaac Diepenhorst (1919-2004), Johan Frederik ten Doesschate (1904-1964), Anton Dreesmann (1923-2000), Lucas van Essen (1892-), Jacobus Franciscus Haccoû (1903-1972), Rien van Hoepen (1948-), Gerrit Paulus Johannes Hogeweg (1879-), Hendrik Wouter de Jong (1925-), Marius Jonkhart (1950-), Heinrich Johannes Kuhlmeijer (1916-), Pieter Kuin (1908-2002), Albert Thomas de Lange (1909-1987), Harry Langman (1931-), Théodore Limperg (1879-1961), Abraham Mey (1890-1971), Jacob Louis Mey (1900-1966), Hermann Hendrik Johan Nordemann (1929-1998), Paul van Philips (1923- 1997), Nico Jacob Polak (1887-1948), Antoon Marius van Rietschoten (1903-), Cornelis Franciscus Scheffer (1911-1979), Henri Johan van der Schroeff (1900-1974), Pieter Verburg (1921-), Johannes Gerardus Charles Volmer (1865-1935), E.G.J. Vosselmans (1953-), Anthonie Wattel (1928-), Hans van der Weel (1934- ), Hindericus Willems (1925-1965), Ids van der Zijpp (1936-2009)
Hoogleraren bedrijfskunde
- José Bloemer (1961-), Sake Cornelis Thomas Boersma (1940-), A. te Bos (1934-), Hugo Bosch (1930-1989), Jan Edelman Bos (1925), Hendrik Jacob Juliaan Bronsema (1942-), Herman Pieter Carolina Daems (1946-), Han G. van Dissel (1956-), Martijn van Empel (1941-), Jo van Engelen (1959-), Maarten Rudolf van Gils (1936-2010), Frederik Haselhoff (1930-), George Huitema (1957-), Dany Jacobs (1954-), Jan Jonker (1954-), René Jorna (1953-), Muel Kaptein (1969-), Doede Keuning (1943), Liesbeth Kneppers-Heijnert (1951-), Frans Kuijpers (bedrijfskundige) (1947-), Hendrik Jacob Juliaan (1942-), Ton de Leeuw (1941-), Wolter Lemstra (1935-), Piet Moerland (1949-), Bart Nooteboom (1942-), Onno Omta (1951-), Thomas Reith (1935-), Allard van Riel (1963-), Wilfried Roseval (1944-), John Simons (1946-), Arndt Sorge (1945-), Leo van der Tas (1960-), Rene Tissen (1955-), Henk Volberda (1964-), Henk de Wilt (1940-), Ad van der Zwaan (1939-)
Hoogleraren bedrijfsleer
- J.G.C. Volmer (1865-1935), hoogleraar bedrijfsleer en boekhouden aan de Technische Hogeschool Delft van 1904 tot 1936
- Jacob Anton de Haas (1883-), hoogleraar bedrijfsleer en accountancy aan de Nederlandsche Economische Hoogeschool te Rotterdam van 1919 tot 1921
- Nico Jacob Polak (1887-1948), gewoon hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Rotterdamse hogeschool van 1921 tot 1948.
- Jan de Quay (1901–1985) hoogleraar bedrijfsleer en psychotechniek aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg van 1928 tot 1947.
- A.B.A. van Ketel (1878-1966), hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Tilburgse hogeschool van 1934 tot 1938. Petrus P. van Berkum (1901-1977) hoogleraar aanvankelijk in de bedrijfsleer, het financiewezen en de toegepaste bedrijfshuishoudkunde vanaf 1939, vanaf 1956 leeropdracht algemene leer en geschiedenis der ecomische wetenschap aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg.
- Jan Goudriaan (1893-1974), hoogleraar bedrijfsleer en organisatie van de onderneming aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam vanaf 1926 en hogleraar bedrijfskunde aan de Technische Hogeschool in Delft van 1936 tot 1950
- Berend Willem Berenschot (1895-1964), bijzonder hoogleraar bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1950 tot 1956.
- H.K. Volbeda (1905-1978), hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1958 tot 1964 Jacob Louis Mey (1990-1966), hoogleraar bedrijfsleer was aan de Technische Hogeschool Delft van 1965 tot 1966 Pierre Malotaux (1928-), hoogleraar algemene aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1968 tot 1993
- Henk Lombaers (1920-2007) hoogleraar kwantitatieve aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Universiteit Delft,
- Pierre Malotaux (1923- emeritus hoogleraar algemene aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Universiteit Delft.
- Jan Willem Koolhaas (1950-), hoogleraar algemene aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1993 tot 1996
Hoogleraren Mechanische Technologie
- Peter Dietrich Grothe (1806-1885), hoogleraar in Delft van 1864 tot 1883. (de:Peter Dietrich Grothe op Duitse Wikipedia)
- Pieter van der Burg (1841-1910), hoogleraar in Delft van 1883 tot 1910 opgevolgd voor De Vooys.
- Louis Anne van Roijen (1865-1946), hoogleraar in Delft van 1906 tot 1934.
- Isaac Pieter de Vooys (1875-1955), hoogleraar in Delft van 1911 tot 1917. (biografie op dbnl), (biografie)
- Daniël Dresden (1886-1960), hoogleraar constructie van gereedschapswerktuigen in Delft van 1920 tot 1928.
- Peter Landberg (1891-1962), hoogleraar in Delft vanaf 1928.
- H. Hesselink (1894-), hoogleraar in Delft van 1931 tot 1932.
- W.F. Brandsma (1897-1987), hoogleraar in Delft vanaf 1934 tot 1957, en van 1957 tot 1962 in Eindhoven.
- J.W.H. Uytenbogaart (1897-1964), hoogleraar in Delft vanaf 1934
- A.C. Ouborg, hoogleraar in Delft vanaf 1938 Van Hasselt, hoogleraar in Delft vanaf 1948.
- D.A.A. Koolen, hoogleraar in Delft tot 1976.
- E. van Emden (1914—1964), hoogleraar in Delft van 1951 tot 1953.
- Adrianus Johan Pekelharing (1916-2010), hoogleraar in Delft van 1957 tot 1983.
- Carel de Beer (1922-2010), hoogleraar in Eindhoven van 1958 tot 1987.
Hoogleraren landhuishoudkunde
- Jan Smid (1865-1945) , Salomon Koenen (1871-1922) , Egbert de Vries (1901-1994) , Jan Horring (1907-1972) , Geert Minderhoud (1889-1987) , Jacobus Frederik van van Riemsdijk (1915-) , Jerphaas de Hoogh (1927-2003) , Pieter Cornelis van den Noort (1935-) , Jan Renkema (1937-) , Arie Oskam (1944-)
Hoogleraren technische bedrijfskunde
- Jan Fransoo (1965-), Herman Kuipers, Ted Kumpe (1940-), Ard-Pieter de Man
1900 - 1909[bewerken | brontekst bewerken]
- 1900: Ontstaan van scientific management van Frederick Taylor.
- 1908: TU Delft benoemde J.G.Ch. Volmer tot eerste hoogleraar in de bedrijfsleer en boekhouden
1910 - 1919[bewerken | brontekst bewerken]
- 1911: Frederick Taylor introduceert de term scientific management in zijn boek The Principles of Scientific Management.
- 1911: Theo van der Waerden promoveerde in de organisatiekunde als een de eerste in Nederland op dit gebied.
- 1912: Hugo Münsterberg publiceert Die Psychologie und das Wirtschaftsleben, waarin hij onder andere personeelsselectie en het ontwerpen van productiemiddelen behandelt.
- 1913: Oprichting Nederlandsche Handels-Hoogeschool in Rotterdam
- 1917: Oprichting van Orde van Nederlandsche Raadgevende Ingenieurs (ONRI), sinds 2009 NLingenieurs door enige raadgevende ingenieurs met als doel onafhankelijkheid advies te garanderen en de belangen van adviseurs te behartigen.
1920 - 1929[bewerken | brontekst bewerken]
- 1920: Oprichting van de Faculteit der Handelswetenschappen aan de Gemeente Universiteit Amsterdam.
- 1920: Eerste Nederlands organisatie-adviesbureau opgericht door Ernst Hijmans en Vincent Willem van Gogh.
- 1920: Oprichting van Dr. D. Bosstichting in Groningen door H.J.F.W. Brugmans en J. Luning Prak, een aan de universiteit gelieerde instituut voor school- en beroepskeuze-adviezen.
- 1921: Oprichting van "Gemeentelijke bureau voor advisering en beroepskeuze" in Amsterdam onder leiding van Eldert Johannes van Det.
- 1922: Théodore Limperg werd hoogleraar in de bedrijfshuishoudkunde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam.
- 1924: Start van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfshuishoudkunde
- 1924: Oprichting Afdeling Technische Economie binnen het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIvI).[1]
- 1926: Jan Goudriaan werd bijzonder hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam.
- 1927: De Vereniging van Academisch Gevormde Accountants (VAGA) (gaat in 1964 op in het NIVRA).
- 1927: Oprichting in Tilburg van de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool, de tegenwoordige Universiteit van Tilburg.
- 1927: Oprichting van het Psychotechnisch Laboratorium aan de Vrije Universiteit van Amsterdam door Jan Waterink. Vanaf 1929 werd zijn leerstoel hernoemd tot pedagogiek, pedologie en psychotechniek.
1930 - 1939[bewerken | brontekst bewerken]
- 1930: Oprichting van Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde (NIPG) te Leiden, waarbinnen de afdeling Geestelijke Gezondheid zich richt op de samenhang van mens, werk en human relations.[1]
- 1933: Elton Mayo publiceert The Social Problems of an Industrialised Civilization, een belangrijk boek binnen de Human relations beweging.
- 1933: Jan de Quay werd benoemd tot hoogleraar in de bedrijfsleer en psychotechniek aan de Katholieke Hogeschool Tilburg (tot 1947).
- 1934: A.B.A. van Ketel werd hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Tilburgse hogeschool
- 1936: Jan Goudriaan werd bijzonder hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool in Delft.
- 1938: Roomsch Katholieke Handelshoogeschool te Tilburg hernoemt tot Katholieke Economische Hogeschool.
- 1938: Oprichting van het Nederlands Instituut van Praktizeerende Psychologen (N.I.P.P.)[1]. Later wordt de naam veranderd in Nederlands Instituut van Psychologen (NIP).
- 1938 Berend Willem Berenschot richtte zijn eigen organisatieadviesbureau op onder de naam Raadgevend Bureau Ir. B.W. Berenschot (RBB).
- 1938: Henri Johan van der Schroeff werd benoemd tot hoogleraar in de bedrijfshuishoudkunde aan de de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam
- 1939: Kurt Lewin levert argumenten aan voor een participatieve leiderschapsstijl naar aanleiding van een empirische studie naar de effectiviteit van leiderschapsstijlen.
- 1939: Oprichting van de interne organisatie-afdeling bij Unilever.[1]
- 1939: Johan Frederik ten Doesschate wordt hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool in Rotterdam op de positie van J.G.Ch. Volmer.
- 1939: Petrus Paulus van Berkum volgde A.B.A. van Ketel op als hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Tilburgse hogeschool
1940 - 1949[bewerken | brontekst bewerken]
- 1943: Abraham Maslow beschrijft zijn Piramide van Maslow in het artikel A Theory of Human Motivation.
- 1945: Kurt Lewin richt het onderzoekscentrum voor groepsdynamica op aan de MIT.
- 1945: Henri Johan van der Schroeff werd hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
- 1946: Oprichting Nederlands Opleidings Instituut voor het Buitenland (NOIB), tegenwoordig Nyenrode Business Universiteit.
- 1946: Oprichting van het Gemeenschappelijk Instituut voor Toegepaste Psychologie (GITP) te Nijmegen.[1]
- 1948: Jacob Louis Mey werd hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
1950 - 1959[bewerken | brontekst bewerken]
- 1950: Berend Willem Berenschot werd hoogleraar bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft tot 1956.
- 1955: Cornelis Franciscus Scheffer werd hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool in Tilburg.
- 1958: Oprichting van Stichting Interacademische Opleiding Organisatiekunde (SIOO)
- 1958: Oprichting van Stichting Studiecentrum voor Administratieve Automatisering door oa. Henri Johan van der Schroeff, Remmer Willem Starreveld en A.B. Frieling.
- 1959: Frederick Herzberg publiceert zijn "two factor theory of motivation" met Satisfactie en Hygiëne als factoren.
1960 - 1969[bewerken | brontekst bewerken]
- 1960: Rensis Likert publiceert New Patterns of Management over organisatiepsychologie.
- 1960: Douglas McGregor publiceert het boek the human side of enterprise, waarin hij de "Theory X en Y" van menselijke motivatie introduceert.
- 1961: Pieter Verburg werd hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
- 1963. Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg hernoemd tot Katholieke Hogeschool Tilburg (KHT).
- 1964: Victor Vroom publiceert zijn Verwachtingstheorie over motivatie (Expectancy theory).
- 1964: Jacob Louis Mey werd hoogleraar bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft tot 1966.
- 1964: Andries Twijnstra en Arie Gudde richtten het organisatieadviesbureau "Raadgevend Bureau Dr.Ir. A. Twijnstra" op, het tegenwoordige Twynstra Gudde.
- 1964: Jacques Benders werd hij eerste fulltime hoogleraar Operations Research in Nederland aan de Technische Universiteit Eindhoven
- 1965: Hendrik Thierry en Jacob Louis Mey introduceren in afzonderlijke presentaties de systeemtheorie in de Nederlandse bedrijfseconomische organisatie-literatuur.[2]
- 1965: Roberto Assagioli publiceert zijn boek Pschosynthesis: a manual of priciples and techniques.
- 1966: Daniel Katz en Robert Kahn breken een lans voor het onderzoeken van gedrag in organisaties met een open, sociotechnische benadering.
- 1968: Driemanschap van Pierre Malotaux, Henk Lombaers en Jan in 't Veld verdelen de functie van hoogleraar bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft.
1970 - 1979[bewerken | brontekst bewerken]
- 1970: Eerste afdeling bedrijfskunde aan de Technische Hogeschool Eindhoven.
- 1970: Start Interfaculteit bedrijfskunde door Technische Hogeschool Delft en Handelshogeschool Rotterdam.
- 1971: Nederlands Opleidings-Instituut voor het Buitenland (NOIB) hernoemt tot Nijenrode-Instituut voor Bedrijfskunde.
- 1971: Constant Botter (1928) werd hij hoogleraar interne bedrijfsorganisatie aan de Afdeling der Bedrijfskunde van de Technische Hogeschool Eindhoven.
- 1972: Oprichting Interuniversitair Instituut Bedrijfskunde (IIB) te Delft, gaat in 1984 op in Erasmus Universiteit Rotterdam.
- 1972: Herbert Simon en Allan Newell publiceren een theorie over problem solving (probleemoplossend denken).
- 1973: Handelshogeschool Rotterdam wordt Erasmus Universiteit Rotterdam
- 1973: Hugo Bosch werd hij hoogleraar bedrijfskunde aan het Interuniversitair Instituut voor Bedrijfskunde in Delft.
- 1977: Start bedrijfskunde studie in Rijksuniversiteit Groningen
- 1978: Interfaculteit bedrijfskunde werd Faculteit Bedrijfskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en nu de Rotterdam School of Management.
- 1979: Ton de Leeuw (bedrijfskundige) wordt hij hoogleraar in de bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen
1980 - 1990[bewerken | brontekst bewerken]
- 1984: Jo van Nunen kreeg een aanstelling als hoogleraar aan de Interuniversitair Instituut Bedrijfskunde in Delft.
- 1984: Het Interuniversitair Instituut voor Bedrijfskunde gaat op in de Erasmus Universiteit Rotterdam en wordt daar faculteit der bedrijfskunde.
- 1986: Ad van Goor werd hoogleraar bedrijfskunde aan de Open Universiteit te Heerlen.
- 1988: Piet Bolwijn werd deeltijdhoogleraar Management en Technologische en Industriële vernieuwing aan de Universiteit Twente
1990 - 2000[bewerken | brontekst bewerken]
- 1990: Albert van Assen werd deeltijdhoogleraar bedrijfskundige aan de Radboud Universiteit Nijmegen
- 1992: Ad van Goor werd hoogleraar Logistiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
- 1992: Henk G. Sol wordt hoogleraar systeemkunde aan de Faculteit TBM van de Technische Hogeschool Delft.
- 1994: Jan Willem Koolhaas werd hoogleraar bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft.
2000 - 2010[bewerken | brontekst bewerken]
- 2001: Léon de Caluwé werd hoogleraar advieskunde aan de Vrije Universiteit
- 2008: Henk G. Sol wordt hoogleraar bedrijfskunde en ICT aan de Rijksuniversiteit Groningen
Verdere literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Peter van Baalen en Luchien Karsten (2002). "Interdisciplinariteit, professies en Amerikanisering. Een geschiedenis van het ontstaan van de Nederlandse bedrijfskunde". In: NEHA Jaarboek 2002 (pp. 256-304).
- Martinus Cobbenhagen, "Opmerkingen over den naam van het vak (bedrijfshuishoudkunde) in Van Boe- houden tot Bedrijfsleer," in: Nico Jacob Polak ea. Van boekhouden tot bedrijfsleer, Delwel, Wassenaar (1934), p. 93=107
- Otto van Rees (1825-1868). Geschiedenis der staathuishoudkunde in Nederland tot het einde der achttiende eeuw, 1865.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|