Gebruiker:Mdd/Openingen/Tijdlijn van de bedrijfskunde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Deze tijdlijn van de bedrijfkunde geeft een overzicht van de hoogtepunten in de ontwikkeling van de bedrijfskunde in Nederland vanaf de 1970er jaren maar ook de ontwikkeling die hiertoe geleid hebben.

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Klassieke Oudheid
  • Plato en Aristoteles schrijven beide over politiek en staatsinrichting
  • Aristoteles schrijft over economie, waarvan drie boeken zijn overgeleverd. Hij maakt hierin reeds een soort onderscheid in macro- en micro-economie, waarbij hij spreekt van de economie van een stad(staat) en de individuele economie van een huishouden.
Middeleeuwen en Renaissance
Zeventiende eeuw
  • Opkomst Mercantilisme, waarbij de regering handel moest bevorderen als essentieel middel tot rijkdom en macht, maar dat handel nooit ‘vrij’ moest zijn in de moderne zin.
  • 1602: Stichting van Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), ook wel de eerste "multinational" genoemd. De VOC was lange tijd het grootste handelsbedrijf ter wereld.
  • 1663: De Engelse zakenman Thomas Mun (1571-1641) vertegenwoordigde het vroege mercantilisme in zijn boek England's Treasure by Foreign Trade.
Achtiende eeuw

Negentiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Landhuishoudkunde

In Nederland wordt het vak landhuishoudkunde onderwezen aan de universiteiten vanaf 1815 met hoogleraren als:

Staatshuishoudkunde

In Nederland wordt het vak economie voornamelijk als staatshuishoudkunde onderwezen aan de universiteiten vanaf 1840

  • In Utrecht
    • 1840: Jan Ackersdijck werd hoogleraar in de staathuishoudkunde aan de juridische faculteit te Utrecht (tot 1861).
    • 1868: Hendrick Peter Godfried Quack werd hoogleraar staathuishoudkunde (politieke economie) aan de Rijksuniversiteit Utrecht (tot 1878).
    • 1878: Johan d'Aulnis de Bourouill werd hoogleraar staathuishoudkunde, statistiek en staatkundige geschiedenis aan de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht (tot 1917).
  • In Delft
    • 1844: Johannes van Kuijk was hij leraar maatschappelijke staathuishoudkunde aan de Koninklijke Academie tot 1847.
    • 1864: Jacob Leonard de Bruyn Kops werd hoogleraar in de Staathuishoudkunde aan de Polytechnische Hogeschool in Delft (tot 1868).
    • 1873: Baltus Hendrik Pekelharing werd hoogleraar in het staats-, administratief en handelsrecht en in de staathuishoudkunde aan de Technisch Hoge School te Delft.
  • In Groningen
    • 1881: Pieter Cort van der Linden hoogleraar Encyclopedie, staatshuishoudkunde, statistiek en staatkundige geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen (tot 1891).
    • 1891: Pieter Cort van der Linden hoogleraar staatshuishoudkunde, statistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen (tot 1896).
    • 1891: Wijbrand Adriaan Reiger werd hoogleraar staatshuishoudkunde, statistiek en volkenrecht aan de juridische faculteit van de Rijksuniversiteit (tot 1908).
Opkomst bedrijfsleven en organisatie-advies
  • 1865 - Stichting en groei van ondernemingen die uitgroeien tot 20ste eeuwse multinationals zoals bv Unilever (1885 lever brothers), BASF (1865), Shell (1890)
  • 1883: Frederick Taylor begint met zijn experimenten in de Midvale and Bethlehem Steel plant.
  • 1893: Taylor vestigde zich in Philadelphia als een van de eerste zelstandige organisatie-adviseurs. Hij noemde zich "consulting engineer for management".[1]
  • 1895: Oprichting van eerste Nederlands Instituut van Accountants (NIvA) (gaat in 1964 op in het NIVRA).

Twintigste eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Bedrijfskunde en begint zich te ontwikkelen als apart specialisme, naast bedrijfseconomie en marco-economie. Deze tijdlijn gaat verder alleen nog op de verwikkeling rond bedrijfskunde. Net als de organisatie-adviesbureau's ontstaan deze ontwikkelingen vanuit drie richtingen: vanuit de accountants, ingenieurs en de sociale wetenschappers.

Hoogleraren[bewerken | brontekst bewerken]

Hoogleraren bedrijfseconomie

Hoogleraren bedrijfshuishoudkunde

Hoogleraren bedrijfskunde

Hoogleraren bedrijfsleer

  • J.G.C. Volmer (1865-1935), hoogleraar bedrijfsleer en boekhouden aan de Technische Hogeschool Delft van 1904 tot 1936
  • Jacob Anton de Haas (1883-), hoogleraar bedrijfsleer en accountancy aan de Nederlandsche Economische Hoogeschool te Rotterdam van 1919 tot 1921
  • Nico Jacob Polak (1887-1948), gewoon hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Rotterdamse hogeschool van 1921 tot 1948.
  • Jan de Quay (1901–1985) hoogleraar bedrijfsleer en psychotechniek aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg van 1928 tot 1947.
  • A.B.A. van Ketel (1878-1966), hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Tilburgse hogeschool van 1934 tot 1938. Petrus P. van Berkum (1901-1977) hoogleraar aanvankelijk in de bedrijfsleer, het financiewezen en de toegepaste bedrijfshuishoudkunde vanaf 1939, vanaf 1956 leeropdracht algemene leer en geschiedenis der ecomische wetenschap aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg.
  • Jan Goudriaan (1893-1974), hoogleraar bedrijfsleer en organisatie van de onderneming aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam vanaf 1926 en hogleraar bedrijfskunde aan de Technische Hogeschool in Delft van 1936 tot 1950
  • Berend Willem Berenschot (1895-1964), bijzonder hoogleraar bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1950 tot 1956.
  • H.K. Volbeda (1905-1978), hoogleraar in de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1958 tot 1964 Jacob Louis Mey (1990-1966), hoogleraar bedrijfsleer was aan de Technische Hogeschool Delft van 1965 tot 1966 Pierre Malotaux (1928-), hoogleraar algemene aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1968 tot 1993
  • Henk Lombaers (1920-2007) hoogleraar kwantitatieve aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Universiteit Delft,
  • Pierre Malotaux (1923- emeritus hoogleraar algemene aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Universiteit Delft.
  • Jan Willem Koolhaas (1950-), hoogleraar algemene aspecten van de bedrijfsleer aan de Technische Hogeschool Delft van 1993 tot 1996

Hoogleraren Mechanische Technologie

  • Peter Dietrich Grothe (1806-1885), hoogleraar in Delft van 1864 tot 1883. (de:Peter Dietrich Grothe op Duitse Wikipedia)
  • Pieter van der Burg (1841-1910), hoogleraar in Delft van 1883 tot 1910 opgevolgd voor De Vooys.
  • Louis Anne van Roijen (1865-1946), hoogleraar in Delft van 1906 tot 1934.
  • Isaac Pieter de Vooys (1875-1955), hoogleraar in Delft van 1911 tot 1917. (biografie op dbnl), (biografie)
  • Daniël Dresden (1886-1960), hoogleraar constructie van gereedschapswerktuigen in Delft van 1920 tot 1928.
  • Peter Landberg (1891-1962), hoogleraar in Delft vanaf 1928.
  • H. Hesselink (1894-), hoogleraar in Delft van 1931 tot 1932.
  • W.F. Brandsma (1897-1987), hoogleraar in Delft vanaf 1934 tot 1957, en van 1957 tot 1962 in Eindhoven.
  • J.W.H. Uytenbogaart (1897-1964), hoogleraar in Delft vanaf 1934
  • A.C. Ouborg, hoogleraar in Delft vanaf 1938 Van Hasselt, hoogleraar in Delft vanaf 1948.
  • D.A.A. Koolen, hoogleraar in Delft tot 1976.
  • E. van Emden (1914—1964), hoogleraar in Delft van 1951 tot 1953.
  • Adrianus Johan Pekelharing (1916-2010), hoogleraar in Delft van 1957 tot 1983.
  • Carel de Beer (1922-2010), hoogleraar in Eindhoven van 1958 tot 1987.

Hoogleraren landhuishoudkunde

  • Jan Smid (1865-1945) , Salomon Koenen (1871-1922) , Egbert de Vries (1901-1994) , Jan Horring (1907-1972) , Geert Minderhoud (1889-1987) , Jacobus Frederik van van Riemsdijk (1915-) , Jerphaas de Hoogh (1927-2003) , Pieter Cornelis van den Noort (1935-) , Jan Renkema (1937-) , Arie Oskam (1944-)

Hoogleraren technische bedrijfskunde

  • Jan Fransoo (1965-), Herman Kuipers, Ted Kumpe (1940-), Ard-Pieter de Man

1900 - 1909[bewerken | brontekst bewerken]

1910 - 1919[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1911: Frederick Taylor introduceert de term scientific management in zijn boek The Principles of Scientific Management.
  • 1911: Theo van der Waerden promoveerde in de organisatiekunde als een de eerste in Nederland op dit gebied.
  • 1912: Hugo Münsterberg publiceert Die Psychologie und das Wirtschaftsleben, waarin hij onder andere personeelsselectie en het ontwerpen van productiemiddelen behandelt.
  • 1913: Oprichting Nederlandsche Handels-Hoogeschool in Rotterdam
  • 1917: Oprichting van Orde van Nederlandsche Raadgevende Ingenieurs (ONRI), sinds 2009 NLingenieurs door enige raadgevende ingenieurs met als doel onafhankelijkheid advies te garanderen en de belangen van adviseurs te behartigen.

1920 - 1929[bewerken | brontekst bewerken]

1930 - 1939[bewerken | brontekst bewerken]

1940 - 1949[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1943: Abraham Maslow beschrijft zijn Piramide van Maslow in het artikel A Theory of Human Motivation.
  • 1945: Kurt Lewin richt het onderzoekscentrum voor groepsdynamica op aan de MIT.
  • 1945: Henri Johan van der Schroeff werd hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
  • 1946: Oprichting Nederlands Opleidings Instituut voor het Buitenland (NOIB), tegenwoordig Nyenrode Business Universiteit.
  • 1946: Oprichting van het Gemeenschappelijk Instituut voor Toegepaste Psychologie (GITP) te Nijmegen.[1]
  • 1948: Jacob Louis Mey werd hoogleraar bedrijfshuishoudkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

1950 - 1959[bewerken | brontekst bewerken]

1960 - 1969[bewerken | brontekst bewerken]

1970 - 1979[bewerken | brontekst bewerken]

1980 - 1990[bewerken | brontekst bewerken]

1990 - 2000[bewerken | brontekst bewerken]

2000 - 2010[bewerken | brontekst bewerken]

Verdere literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]