Gebruiker:Notum-sit/Tuinen van Het Loo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Loo in vogelvlucht door C. Allard.
Het Loo in de negentiende eeuw; de barokaanleg was geheel vervangen door een park in Engelse stijl.
De Boventuin met de galerijen.
Parterres de broderie vormen een belangrijk onderdeel van de barokaanleg.

De tuinen van Het Loo zijn de tuinen van Paleis Het Loo in de Nederlandse gemeente Apeldoorn. De tuinen zijn een reconstructie van de laat-zeventiende-eeuwse baroktuin die in de loop der tijd was vervangen door een landschappelijke aanleg.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Willem III bouwde zijn jachtslot in de buurt van kasteel het Oude Loo dat hij in 1684 had aangekocht. Plannen om een jachtslot op Hoog-Soeren te bouwen liet hij toen varen.
De nieuwe aanleg kreeg een strakke noord-zuidoriëntatie die zich van het oude kasteel niets aantrok. Tuinen en kasteel lagen binnen een vierkant dat aan de noordzijde werd afgesloten door de nog bestaande laan naar het Oude Loo. Deze tuin werd naar achteren uitgebreid in de tweede bouwfase nadat Willem III koning van Groot-Brittannië was geworden en het paleis aanzienlijk werd uitgebreid.

Indeling[bewerken | brontekst bewerken]

Voorplein[bewerken | brontekst bewerken]

De aanleg van Het Loo was gericht op het paleis dat er het centrum van vormde. Voor het paleis, tussen de bouwhuizen ligt een voorplein dat door een deels verguld smeedijzeren hek is afgescheiden van de lanen ervoor. Het centrum van het voorplein wordt gevormd door een natuurstenen fontein met in het midden een gebeeldhouwde groep van vier dolfijnen.

Privétuinen[bewerken | brontekst bewerken]

Ter weerszijden van het huis lagen de privétuinen van Willem en Mary. Willems appartement lag ten westen van het corps-de-logis, dat van Mary ten oosten. Aan Willems zijde lag een grasveld dat diende als jeu-de-boullesbaan, aan Mary's zijde een besloten tuin met berceaus. Ten zuiden van deze tuin lag de oranjerie waar in de winter kwetsbare (sub)tropische gewassen konden overwinteren.

Benedentuin[bewerken | brontekst bewerken]

Achter het huis ligt de grote parterre, de Benedentuin. Deze is half zo diep als breed. Het centrale deel ligt verdiept. Vanuit het paleis bereikt men eerst een terras dat op gelijke hoogte ligt als de bel-etage. Dit terras loopt door langs de beide korte zijden en was rondom aan de buitenzijde voorzien van een stenen balustrade. Vanaf het terras kon men met trappen het verdiepte middendeel bereiken. Het middelpunt van deze aanleg werd gevormd door een vijver met de Fontein van

Het centrale deel


In de tuinaanleg nemen fonteinen een belangrijke rol in. Dankzij zijn ligging op de Veluwe met zijn natuurlijke hoogteverschillen had men de beschikking over fonteinen die konden spuiten zonder dat het water kunstmatig omhooggepompt moest worden.

De laan naar het Oude Loo scheidt de Benedentuin van de Boventuin. De Boventuin wordt beëindigd door twee kwartronde galerijen. Ooit vormden zij de verbinding tussen het corpsdelogis van het paleis en de bouwhuizen. De galerijen flankeren een laan die de middenas van de aanleg volgt. Aan het eind van de laan staat/stond? een obelisk.

Reconstructie[bewerken | brontekst bewerken]

In 1984? werd besloten tot restauratie van het paleis en de tuinen. Voor de reconstructie van de tuinen had men in eerste instantie de beschikking over oude plattegronden en gravures. Van groot belang was echter dat zich onder het maaiveld ook nog belangrijke resten van de funderingen en vloeren van de vijvers bevonden waardoor de precieze afmetingen en plaatsen van de verschillende onderdelen beter gereconstrueerd konden worden.

Niet de gehele zeventiende-eeuwse aanleg is opnieuw aangelegd. Men heeft zich in hoofdzaak gericht op de tuinen van de oudste aanleg en de boventuin tot de galerijen.


De reconstructie van de tuinen was maar ten dele mogelijk omdat zich vooral in het achterste deel van de tuin nog veel monumentale bomen bevonden