Gebruiker:Yannzu/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


Jean De Middeleer[bewerken | brontekst bewerken]

Jean De Middeleer (Sint-Jans-Molenbeek, 24 februari 1908 – Brussel 20 juni 1986) was een pianist, organist, dirigent, componist en muziekpedagoog.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

·       Studies

·       Loopbaan

·       Stijl

·       Prijzen en onderscheidingen

·       Bibliografie

·       Composities

-      Werken voor orkest

-      Werken voor klavier

-      Werken voor orgel

-      Werken voor koor en piano

-      Werken voor koor en orkest

-      Liturgische muziek

-      Diverse werken

Studies[bewerken | brontekst bewerken]

Jean De Middeleer groeide op in een muzikale familie. Zijn vader was tenor en langs moeders zijde kan men de aandacht vestigen op een reeks organisten tot in de 17de eeuw.

Jean De Middeleer studeerde muziek vanaf zijn vijfde levensjaar en werd ingeschreven in het Koninklijk Conservatorium van Brussel in 1922 waar hij schitterende studies deed. Tot zijn professoren rekende hij: August De Boeck, Paul de Maleingreau, Ernest Closson, Désiré Defauw en Henri Sarly.

Verder volgde Jean De Middeleer privélessen bij Paul Gilson, Joseph Jongen en orgel in Parijs bij Marcel Dupré, mogelijk gemaakt door twee studiebeurzen, verleend door Koningin Elisabeth.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Jean De Middeleer begon zijn loopbaan als zangleider aan de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel en begeleider aan het Koninklijk Conservatorium te Gent. In 1937 werd hij leraar theoretische harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel.

Tussen 1939 en 1951 was hij niet in België, maar maakte internationale concertreizen met een verblijf van vijf jaar in Kenya waar hij directeur was van het Conservatorium en dirigent van het Symfonisch orkest.

Vermeldenswaardig is de uitvoering van zijn ‘Nairobi-cantate” door 300 zangers en symfonisch orkest. Het werd speciaal gecomponeerd voor de 50ste verjaardag van de stad. Voor deze gelegenheid kwam Z.K.H. de Hertog van Gloucester, oom van de Koningin van England, persoonlijk naar Nairobi.

Teruggekeerd naar België kende niemand nog de naam De Middeleer en zijn verlofpapier van het Koninklijk Conservatorium van  Brussel werd waardeloos verklaard. De Middeleer aan het woord over deze periode: “Terug in België met verlof van het Conservatorium van Nairobi en met een nieuw contract van een termijn van vier jaar op zak om aldaar als directeur af te leggen, heb ik niet de beslissing kunnen nemen terug te keren. Als tedere, te tedere musicus en patriot heb ik de grond gekust bij mijn terugkeer en honger geleden in eigen land maar zonder het nog te kunnen verlaten…”

De Middeleer start als leraar notenleer met kinderen van 6 jaar aan de Muziekacademie van Etterbeek en een cursus voor volwassenen aan de Muziekacademie van Sint-Jans-Molenbeek.

Na twee jaar hardnekkig werken, werd De Middeleer professor in de hogere graad harmonie aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Bergen. Ook in 1953 krijgt hij de vacante betrekking van directeur van de Stedelijke Muziekacademie van Tienen. Daar bouwt hij de academie succesvol uit, naast een symfonisch orkest. Jaarlijks componeert De Middeleer een cantate voor de proclamatie van ‘zijn’ muziekacademie.

In 1978 – De Middeleer is dan 70 – gaat hij met pensioen als directeur. Tienen viert hem met een huldeconcert in de Sint-Germanuskerk met een door hem gecomponeerd oratorium ‘In Hoc Signo Vinces’, op tekst van Eresenator Hendrik Delport, geïnspireerd op de glasramen van de voornoemde kerk, uitgevoerd door koor en symfonisch orkest van o.l.v. Jean De Middeleer en in aanwezigheid van o.a. Rika De Backer-Van Ocken, Minister van Nederlandse Cultuur. In hetzelfde jaar verschijnt ook een monografie over Jean de Middeleer van de hand van Gunnar Riebs en met woord vooraf door Willem Pelemans, Voorzitter van de Belgische Componisten. De plechtige presentatie werd gehouden op het Stadhuis van Tienen in aanwezigheid van vele vooraanstaande politici en kunstenaars.

Stijl[bewerken | brontekst bewerken]

Jean De Middeleer componeert een groot oeuvre en de catalogus toont aan dat hij behoort tot de meest productieve componisten uit de 20ste eeuw. Tijdsgenoten aan het woord:

              “Met “Open Wonden” toont J. De Middeleer aan dat moderne liederen ook zangerig en ontroerend kunnen zijn”.

                                                                                                      Willem Pelemans

“Kwaliteitsmuziek, beknopte kunst, zuiver, rechtstreeks en behandelend in een vorm die trouw blijft aan de klassieke traditie. Bekennen we de mooie ader die door Levenslust (in de vorm van rondo) loopt. Wondermooi opgebouwd en krachtig georkestreerd. De Middeleer spreekt weinig maar spreekt goed”.

                                                                                        Marcel Poot

“Een prachtige moderne muziek die alle overdreven lyrisme vermijd en toch het innig romantisme der poëzie in een doordringende stijl onderlijnd”.

                                                                                        Arthur Meulemans

“De vier liederen “Onmachtstranen” van J. De Middeleer bewijzen eens te meer de grote gaven van deze componist: verscheidenheid in verbeelding, vaste vorm in de uitdrukking, en een lyrische bezieling waarin zijn moderne schrijfwijze zich geen geweld heeft aan te doen”.

                                                                                        Flor Peeters

“J. De Middeleer heeft op schrijnende wijze al het wanhopige van “Van Langendonck’s” verzen weten te onderlijnen zonder in de klem van oppervlakkigheid en “woeste” romantiek te vervallen, en zulke door de sobere, doch fel aangrijpende stijl welke hij door deze liederen wist te vinden. De prosodie is steeds beklemtoond en zonder pathos”.

                                                                                        Robert Herberigs

“Ce sont des petits tableaux pris sur le vif, qu’un imagier-poète a évoqués avec maîtrise et auxquels un musicien coloriste a insufflé une vie rythmique extraordinairement subtile” .

                                                                                        Jean Absil

“Cette œuvre au judicieuses proportions a produit une vive impression par l’élan spontané de son inventions, fidèle à la coupe classique « final de Symphonie » elle atteste sous le rapport technique une subtilité d’agencement que rehausse une orchestration riche en travail de timbres”.

                                                                                        René Bernier

Prijzen en onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

-      Voor orgel E. Agniezprijs, C. Courboinprijs en A. Maillyprijs

-      Prijs van Rome, 1937

-      Fugatrofee, 1977

-      Erepenning van de Belgische Muziekpers 1977

-      Ridder in de Kroonorde en Ridder in de Leopoldsorde

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Karel De Schrijver: Levende componisten uit Vlaanderen, Leuven, 1955

Gunnar Riebs: Hulde aan Jan de Middeleer, Tienen, 1978

Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene Muziekencyclopedie, Haarlem, 1979

Juliette Waeyenborghs: Jan De Middeleer en de Muziek, Brabant, 1981

Composities[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor orkest

·       1949 De Congo Symfonie, voor groot orkest

·       1936 Symfonisch gedicht, voor orkest

·       1937 Rondo-Levenslust, voor orkest

·       1970 Recitativo e allegro, voor orkest

·       1955 Pièce héroique van César Franck, voor harmonieorkest

·       1955 Allegretto van Auguste De Boeck, voor harmonieorkest

·       1955 Beiaard van Westminster van Louis Vierne, voor harmonieorkest

·       1955 Préludium in do kruis van Rachmaninoff, voor harmonieorkest

Werken voor klavier

·       1958 Concerto, voor Piano en orkest

·       1963 Sonatine

·       1930 Vier dansbewegingen

·       1935 “Dans Lascive”

·       1958 Concert, voor 2 piano’s

·       1972 “Baby sitting”, twee stukken voor klavier

Werken voor orgel

·       1930 Kyrie fons bonitatis

·       1935 Romantische Variaties

·       1960 Toccata en fuga

Werken voor koor en piano

·       1933 La conversion de Saint-Hubert, cantate voor solisten gemengd koor en 2 piano’s– tekst: H. Liebrecht

·       1935 Le vieux soudard(De oude soldaat), cantate voor solisten S.A.T.B. gemengd koor en piano– tekst: Michel de Ghelderode

·       1937 Le Trapèze étoilé, cantate voor solisten S.A.T.B. – tekst: Théo Fleischman

·       1955 Zes oude Vlaamse Volksliederen, voor gemengd koor en piano

·       1960 Faune baroque, voor vocaal trio of driestemmig koor of piano – tekst: Maurice Carème

·       1960 Barokke Fauna, voor tweestemming kinderkoor en piano – tekst: Maurice Carème

·       1962 Vier liederen, voor tweestemming kinderkoor en piano – tekst: Julia Tulkens

·       1965 Amusettes, voor tweestemming koor en piano – tekst: Maurice Carème

·       1965 Dierenpalet, voor tweestemming koor en piano – tekst: Maurice Carème

·       1966 Vier fabels van Aisopeus – Quatre fables, voor tweestemming kinder- of vrouwenkoor en piano – tekst: Bruno H. Vandenberghe O.P.

·       1968 La grange bleu, voor twee solisten in twee stemmen met piano – tekst: Maurice Carème

·       1968 De blauwe schuur, voor twee solisten in twee stemmen met piano – tekst: Maurice Carème

·       1969 Déja – Délà – Alhier - Aldaar, voor tweestemming vrouwen- of kinderkoor – tekst: Maurice Carème

·       1970 Eloge de la vie , voor kinder- of vrouwenkoor – tekst: Maurice Carème

·       1970 Het eeuwig leven , voor kinder- of vrouwenkoor – tekst: Maurice Carème

·       1974 Le moulin de papier – Papieren Molens, voor tweestemming koor en piano – tekst: Maurice Carème

·       1975 Le mât de cocagne I – De Klimmast I, cantate voor vier solisten, tweestemming koor en piano– tekst: Maurice Carème

·       1976 Le mât de cocagne II – De Klimmast II, cantate voor tweestemming kinderkoor en piano– tekst: Maurice Carème

Werken voor koor en orkest

·       1933 La conversion de Saint-Hubert – De legende van Sint-Hubertus, cantate voor (S.A.T.B.) gemengd koor en orkest – tekst: H. Liebrecht

·       1935 Le vieux soudard- De oude soldaat, cantate (S.A.T.B.) voor gemengd koor en orkest – tekst: Michel de Ghelderode

·       1937 Le Trapèze étoilé, cantate voor solisten (S.A.T.B.),gemengd koor en orkest – tekst: Théo Fleischman

·       1949 The Nairobi Cantate, voor S.A.T.B., voordrager, vierstemmig gemengd koor en orkest

·       1955 Zes oude Vlaamse Volksliederen, voor gemengd koor en orkest

·       1960 Faune Baroque, voor Vocaal trio (S.A.B.) en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1960 Barokke Fauna, voor tweestemmig koor en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1965 Dierenpalet, voor tweestemmig koor en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1967 Vier fabels van Aisopeus, voor tweestemmig koor, gesproken koor en orkest – tekst: Bruno H. Vandenberghe O.P.

·       1968 De blauwe schuur, cantate voor tweestemmig koor en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1970 Eloge de la vie, cantate voor tweestemmig koor, gesproken koor en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1970 Het eeuwig leven, cantate voor tweestemmig kinder- of vrouwenkoor, gesproken koor en orkest– tekst: Maurice Carème

·       1974 Papieren Molens, voor tweestemming koor en piano – tekst: Maurice Carème

·       1969 Alhier - Aldaar, voor tweestemming vrouwen- of kinderkoor en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1975 De Klimmast I, cantate voor tweestemming vrouwen- of kinderkoor, vier solisten en orkest– tekst: Maurice Carème

·       1976 De Klimmast II, cantate voor tweestemming vrouwen- of kinderkoor en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1977 In Hoc Signo Vinces, voor Voorzegger, 3 solisten, koor, orgel en orkest – tekst: Rik Delport

Liturgische muziek

·       1933 Ave Maria, voor middelmatige stem en orgel

·       1925 De Profundis, voor bas en orgel

·       1930 Angelus, voor solo, driestemmig koor, klokken en orgel

·       1930 Angelus, voor solo, driestemmig koor en piano

·       1935 O Salutaris, voor driestemmig koor en orgel

·       1935 Tantum ergo, voor drie gelijkstemmig koor en orgel

·       1935 Ave Maria, voor twee gelijkstemmig koor in canon en orgel

·       1935 Oude Liturgies

·       1944 Salve Regina, voor gemengd koor en orgel

·       1925 Te Deum, voor koor, kopers, pauken en orgel

Diverse werken

·       1935 Poèmes d’Epinal, voor middelmatige stem en piano – tekst: Maurice Carème

·       1937 Tourment, voor mezzo en piano – tekst: Jan De Middeleer

·       1940 Rhapsodie “Naar wijd en zijd”, voor voordrager en piano – tekst: S.T. Antheunis

·       1947 Hooglied van Maaloth, voor cello en piano

·       1937 Plaines vives – Open Wonden, voor mezzo en piano – tekst: Marie Elisabeth de Moussac

·       1952 Rails, voor middelmatige stem en orkest – tekst: Marie Elisabeth de Moussac

·       1952 Silence Tropical, voor mannenkoor, a capella – tekst: Jouliette Bouton

·       1953 Le chemin du visible à l’invisible – De weg van het zichtbare naar het onzichtbare, voor sopraan of tenor en piano – tekst: Madeleine Davy

·       1954 Suite voor beiaard – tekst: Paul Van Ostayen

·       1954 Onmachtstranen - Angoisses, voor basstem of contralto en klavier – tekst: Prosper van Langendonck

·       1954 Onmachtstranen - Angoisses, voor bariton of mezzo en piano

·       1955 Wals met een ster – Valse avec une étoile, voor sopraan of tenor en piano – tekst: Paul Mourousy

·       1958 Mariesabelle, voor mz/bariton en piano – tekst: Pierre Nothomb

·       1958 Première vocalise de concert, voor C/A/B piano

·       1958 Climats, voor sopraan en piano

·       1959 Elegie, voor mz/bariton en piano – tekst: Fuat Pékin

·       1959 Elegie, voor mz/bariton en orkest – tekst: Fuat Pékin

·       1960 Frisson d’eau vive, voor VM. en piano – tekst: Philippe Delaby

·       1960 Frisson d’eau vive, voor middelmatige stem en orkest– tekst: Philippe Delaby

·       1962 Place Poelaert, voor vm/piano – tekst: Armand Bernier

·       1963 La goutte de pluie – tekst: Armand Bernier

·       1963 Emois - Ontroering, voor vm en piano – tekst: Jeanne Benguigui

·       1963 La goutte de pluie, voor vm/orkest – tekst: Armand Bernier

·       1964 A mon frère, voor bariton en orkest – tekst: Madeleine Davy

·       1964 Je suis triste, voor middelmatige stem en orkest – tekst: Maurice Carème

·       1964 Obéir, voor sopraan of middelmatige stem en orkest

·       1964 Etude nr XIII – Studie nr XIII, voor drie pauken en piano – tekst: Théo Coutelier

·       1964 Ils partent tous, voor mz/piano – tekst: Jeanne Benguigui

·       1964 L’Espagnol de ma rue, voor vm en piano  - tekst: Josée Wellens

·       1965 Stemmingen, voor mz/bariton en piano – tekst: Paul Van Ostayen

·       1970 Recitativo e allegro, voor fluit/hobo/clarinet/fagot/saxofoon in mib -pianobegeleiding

·       1976 Je suis triste, voor vm en piano