Gebruiker:Zomerklokje/Schilder

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Infobox kunstenaar voor 1800


  • naam
  • afbeelding
  • onderschrift
  • volledige naam
  • bijnaam
  • schuilnaam
  • GEBOORTEGEGEVENS
  • geboortedatum
  • geboorteplaats
  • doopdatum
  • doopplaats
  • bron (bijv. doopboek, familieboek, eigentijdse biografie)
  • OVERLIJDENSGEGEVENS
  • overlijdensdatum
  • overlijdensplaats
  • begraven
  • gecremeerd
  • begraafplaats
  • bron (bijv. begraafboek, rouwkaart, biografie, tijdgenoot)
  • LEVENSLOOP
  • woonplaatsen (bijv. Antwerpen, Haarlem, Praag)
  • onderdaan van (bijv. Hertog van Bourgondië / Bourgondische Rijk)
  • beroep
  • CARRIÈRE
  • stijl
  • leerling van
  • beïnvloed door
  • leermeester van
  • invloed op

  • RKD


Carel Fabritius
Zelfportret, circa 1647-1648
Museum Boijmans Van Beuningen
Persoonsgegevens
Volledige naam Carel Pietersz. Fabritius
Geboorte
Datum 1622
Plaats Middenbeemster
Gedoopt 27 februari 1622
Kerk Kerk van Middenbeemster
Bron Doopboek
Overlijden
Datum 12 oktober 1654
Plaats Delft (omgekomen bij kruithuisramp)
Begraven 14 oktober 1654
Graf Oude Kerk, Delft
Bron Ooggetuigenverslag; begraafboek
Levensloop
Woonplaats Middenbeemster
Amsterdam
Delft
Land Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Beroep Kunstschilder
Opdrachtgevers Abraham de Potter
Balthasar Deutz
Elisabeth Coymans
Artistieke carrière
Jaren actief Circa 1640-1654
Stijl Barok
Genres historiestuk, portret, genrestuk, stilleven, trompe l'oeil
Leermeester Rembrandt van Rijn
Invloed op Johannes Vermeer
Bekende werken Het puttertje
Kunstzinnige familieleden
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Carel Fabritius

Carel Fabritius, Portret van Abraham de Potter, 1649, Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam


Abraham van Dijck
Geboorte
Datum 1635 of 1636 (?)
Plaats Dordrecht
Gedoopt onbekend
Bron schatting op basis van eigentijdse documenten
Overlijden
Datum 1680
Plaats Dordrecht
Begraven 27 augustus 1680
Graf Grote Kerk
Bron Begraafboek (dodenregister)
Levensloop
Woonplaats Dordrecht
Amsterdam
Londen (?)
Land Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Beroep Kunstschilder
Artistieke carrière
Jaren actief 1651-1667 (gedateerde werken)
Stijl Barok
Genres Historiestuk, portret, genrestuk, stilleven
Leermeester Samuel van Hoogstraten (?)
Rembrandt van Rijn
Beïnvloed door Rembrandt van Rijn
Nicolaes Maes
Gabriël Metsu
Leidse fijnschilders
Bekende werken Presentatie in de tempel
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Abraham van Dijck

ARENT DE GELDER[bewerken | brontekst bewerken]

Arent de Gelder
Zelfportret als Zeuxis, 1685
Städelsches Kunstinsitut, Frankfurt am Main
Persoonsgegevens
Volledige naam Arent Jansz. de Gelder
Geboorte
Datum 26 oktober 1645 (?)
Plaats Dordrecht
Gedoopt 11 november 1645
Kerk Grote Kerk
Bron Houbraken (geboorte); doopboek
Overlijden
Datum 27 augustus 1727
Plaats Dordrecht
Begraven 29 augustus 1727
Graf Grote Kerk
Levensloop
Woonplaats Dordrecht
Amsterdam (ca. 1660-1662)
Land Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Beroep kunstschilder
Opdrachtgevers Dordtse regenten
Herman Boerhaave
Artistieke carrière
Jaren actief ca. 1660-1727
Stijl barok
Genres historiestuk, portret
Leermeester Samuel van Hoogstraten
Rembrandt van Rijn
Bekende werken Zelfportret als Zeuxis
Het loflied van Simeon
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Arent de Gelder

Arent de Gelder werd volgens de biografie van zijn collega en stadgenoot Arnold Houbraken geboren op 26 augustus 1645 in Dordrecht. Het doopboek van de Grote Kerk vermeldt dat hij werd gedoopt op 11 november als zoon van Jan de Gelder en Maria Lotterich.[1] Hij is vernoemd naar zijn grootvader Arent Jansz. de Gelder. In veel kunsthistorische publicaties uit de 20e eeuw wordt de schilder Aert de Gelder genoemd, maar in alle 17e-eeuwse documenten, inclusief het doopboek van de Grote Kerk, heet hij Arent. Mogelijk is het misverstand ontstaan doordat hij zijn werk altijd met "A. de Gelder" signeerde en Arents vader in de bronnen vaak als Jan Aertsz. de Gelder voorkomt (naast Jan Arentsz. de Gelder). De grootvader werd klaarblijkelijk vaak Aert (een variant van Arent) genoemd.[2]

test[A]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Het oeuvre van Arent de Gelder bestaat vooral uit Bijbelse voorstellingen. Verder heeft hij ook portretten en een paar genrestukken geschilderd. Aan het eind van zijn leven schijnt Herman Boerhaave zijn belangrijkste opdrachtgever te zijn geweest. Er wordt verondersteld dat De Gelder met hem in contact is gekomen toen hij hulp zocht voor zijn oogproblemen. Tijdgenoten vermelden dat hij enorm loensde.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (nl) Houbraken, Arnold, 1718-1721 (1753), De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Derde deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard, p. 206-209; te lezen op DBNL (KB)
  • (de) Lilienfeld, K., 1914, Arent de Gelder. Sein Leben und seine Kunst, Den Haag
  • (nl) Loughman e.a., 1992, De Zichtbaere Werelt, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum
  • (en) Blankert, Albert, 1997, Rembrandt. A genius and his impact, Melbourne, National Gallery of Victoria / Zwolle, Waanders
  • (nl) Bijker, Dirk et. al. (red.), 1998, Arent de Gelder (1645-1727), Rembrants laatste leerling, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum
  • (nl) Sluiter, G., 1998, "De fascinatie van Arent de Gelder voor Rembrandts etsen", Dordrechts Museum Bulletin, 1998/3, p. 35-45
  • (nl) Graaf, F. de, 1998, "Gebaren en houdingen in de schilderijen van Arent de Gelder", Dordrechts Museum Bulletin, 1998/4, p. 51-60
  • (en) Loughman, John & Montias, John Michael, 2000, Public and private spaces. Works of art in seventeenth-century Dutch houses, Zwolle, Waanders
  • (en) Wetering, Ernst van de, 2017, Rembrandt's paintings revisited. A complete survey, Dordrecht, Springer

JOHANNES VERMEER[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur

  • Montias
  • Blankert
  • (nl) Chong, Alan, 1992, Johannes Vermeer (Palet Serie), Bloemendaal, Gottmer / H.J.W. Becht
  • (nl) Wheelock Jr, A.K. (red.), 1995, Johannes Vermeer, Zwolle / Den Haag / Washington D.C.
  • (nl) Blankert, Albert, 1995, Vermeers 'moderne' onderwerpen, in: Wheelock Jr, A.K. (red.), Johannes Vermeer, Zwolle / Den Haag / Washington D.C., p. 30-45
  • (nl) Broos, Ben, 1995, Un celebre Peijntre nommé Verme[e]r, in: Wheelock Jr, A.K. (red.), Johannes Vermeer, Zwolle / Den Haag / Washington D.C., p. 46-65
  • (nl) Wadum, Jørgen, 1995, Vermeer in perspectief, in: Wheelock Jr, A.K. (red.), Johannes Vermeer, Zwolle / Den Haag / Washington D.C., p. 66-78
  • (nl) Berkel, K. van e.a., 1996, De wereld der geleerdheid rond Vermeer, 1996, Zwolle, Waanders
  • (nl) Haks, D. & Sman, M.C. van der (red.), 1996, De Hollandse samenleving in de tijd van Vermeer, 1996, Zwolle, Waanders
  • (nl) Maarseveen, M. P. van, 1996, Vermeer in Delft, Amersfoort, Bekking / Museum Het Prinsenhof Delft
  • (en) Kobayashi-Sato, Yoriko, 2006, Vermeer and his thematic use of perspective, in: Golahny, A. e.a. (red.), In his milieu. Essays on Netherlandish art in memory of John Michael Montias, Amsterdam University Press, p. 209-218

SAMUEL VAN HOOGSTRATEN[bewerken | brontekst bewerken]

Samuel van Hoogstraten (Dordrecht, 2 augustus 1627 – Dordrecht, 19 oktober 1678) was een Nederlands kunstschilder en schrijver.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd en opleiding (1627-1642)[bewerken | brontekst bewerken]

Van Hoogstraten ging eerst in de leer bij zijn vader Dirk van Hoogstraten.

In de leer bij Rembrandt (1642-1648)[bewerken | brontekst bewerken]

Na de dood van zijn vader werkte hij tussen 1640 en 1648 als leerling in het atelier van Rembrandt. Diens stijl is goed herkenbaar in zijn tekeningen.

Een eigen atelier (1648-1651)[bewerken | brontekst bewerken]

Wenen en Rome (1651-1656)[bewerken | brontekst bewerken]

In 1652 in Rome : Bentvueghels (Eddy de Jong, p. 136)

Van 1651 tot 1654 werkte hij in Duitsland en Wenen

Terug in Dordrecht (1656-1662)[bewerken | brontekst bewerken]

Londen (1662-1667)[bewerken | brontekst bewerken]

en van 1662 tot 1666 in Londen.

Den Haag (1668)[bewerken | brontekst bewerken]

Laatste jaren in Dordrecht (1668-1678)[bewerken | brontekst bewerken]

Daarna ging hij terug naar zijn geboortestad Dordrecht waar hij tot aan zijn dood bleef wonen.

Stijl en techniek[bewerken | brontekst bewerken]

Vroeg werk in de stijl van Rembrandt[bewerken | brontekst bewerken]

Classicisme[bewerken | brontekst bewerken]

Trompe-l'oeil[bewerken | brontekst bewerken]

Wellicht onder invloed van Carel Fabritius ging hij zich interesseren voor de problematiek van het perspectief en eveneens voor de trompe-l'oeilschilderkunst, die hij ook toepaste voor interieurs (Mauritshuis, Den Haag).

Kunsttheorie[bewerken | brontekst bewerken]

Frontispiece van Inleyding tot de Hooge Schoole der Schilderkonst, 1678

In 1678 publiceerde hij een 'Inleiding in de schilderkunst' onder de titel Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Zelfportretten[bewerken | brontekst bewerken]

In de stijl van Rembrandt[bewerken | brontekst bewerken]

historiestukken

genrestukken

Portretten[bewerken | brontekst bewerken]

Groepsportretten

Perspectief en trompe l'oeil[bewerken | brontekst bewerken]

Ramen en deuren

Brievenborden

'perspectief' in de betekenis stadsgezicht of interieur

Doorkijkjes

Perspectiefkastjes


Classicisme[bewerken | brontekst bewerken]

Tekeningen[bewerken | brontekst bewerken]

Teksten en prenten[bewerken | brontekst bewerken]

De Zichtbaere Werelt (prenten)

SvH verwoordt theorieën die elkaar lijken tegen te spreken; VdWetering geeft als verklaring dat SvH zowel zijn lessen van Rembrandt als zijn latere ideeën onder invloed De Lairesse naast elkaar presenteerde zonder te proberen er een sluitende theorie van te maken. Hoewel hij de werkwijze van Rembrandt had afgezworen, vond hij diens aanpak en uitspraken kennelijk waardevol genoeg om vast te leggen. [Rembrandt was te charismatisch om zomaar te vergeten / had te veel indruk gemaakt...] Of: er waren meerdere manieren om kunst te maken die ieder hun sterke en zwakke punten hadden, en ook al had hij zijn keuze gemaakt, hij wilde ook de andere manieren aan bod laten komen.

Andere teksten

Waardering en invloed[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

17e- en 18e-eeuwse teksten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Iunius
  • Balen (?) / Beverwijck
  • Hoogstraten, Samuel van (1678): Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt, Rotterdam, Fransois van Hoogstraeten; geraadpleegd op DBNL (KB)
  • Houbraken, Arnold (1718-1721/1753): "Samuel van Hoogstraten", in: De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Tweede deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard, p. 156-170; te lezen op DBNL (KB)

Kunsthistorische literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Bulletin Dordrechts Museum
  • Kunstschrift (?)
  • Ontrouw aan Rembrandt ->
  • Wetering, Ernst van de (1982): "Ontrouw aan Rembrandt", in: Kunstschrift 5/1982, p. 166-171; herdrukt in: Ontrouw aan Rembrandt en andere verhalen, 1991, Amsterdam, Sdu/Openbaar kunstbezit, p. 99-106
  • Public and Private Spaces
  • Seductress of Sight (ivm Goltzius)
  • Wooncultuur in de Nederlanden
  • Baarsen, Reinier (2007): Wonen in de Gouden Eeuw: 17de-eeuwse meubelen, Amsterdam: Rijksmuseum / Nieuw Amsterdam Uitgevers -> p. 144-145 (Twee vrouwen bij een wieg met een baby, 1670, Springfield, Mass.)

  • Bevers, Holm; Peter Schatborn & Barbara Welzel (1991): Rembrandt. De meester & zijn werkplaats. Tekeningen & etsen, Amsterdam: Rijksmuseum / Zwolle: Waanders
  • Brown, Christopher; Jan Kelch & Pieter van Thiel (1991): Rembrandt. De meester & zijn werkplaats. Schilderijen, Amsterdam: Rijksmuseum / Zwolle: Waanders
  • (en) Blankert, Albert (red.) (1997): A genius and his impact, Melbourne: National Gallery of Victoria / Zwolle: Waanders
  • Brusati, Celeste; Chong, Alan; Loughman, John & Wieseman, Marjorie E. (1992): De Zichtbaere Werelt, Zwolle: Waanders / Dordrechts Museum
  • Haak, Bob (1984 (2003)): Hollandse schilders in de Gouden Eeuw, Zwolle, Waanders
  • Jongh, Eddy de (1967): Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende eeuw, Amsterdam: Openbaar Kunstbezit, p. 87-91 (over het Zelfportret in Rotterdam); te lezen op DBNL(KB)
  • Jongh, Eddy de (1976): "De zieke dame", in: Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw, Amsterdam: Rijksmuseum, p. 134-137; te lezen op DBNL(KB)
  • Kersten, M. & Lokin, D. (red.) (1996): Delftse meesters, tijdgenoten van Vermeer. Een andere kijk op perspectief, licht en ruimte, Zwolle, Waanders
  • (en) Loughman, John (2006): Abraham van Dijck (1635?-1680), a Dordrecht painter in the shadow of Rembrandt, in: Golahny, A. e.a. (red.), In his milieu. Essays on Netherlandish art in memory of John Michael Montias, Amsterdam University Press, p. 265-278
  • (en) Mare, Heidi de (2003/2021): The House and the Rules of Thought] (2021). A comparative study of the work of Simon Stevin, Jacob Cats, Pieter de Hooch en Samuel van Hoogstraten; te lezen op www.academia.edu (originele cum laude dissertatie 2003)
  • Mare, Heidi de (2012), Huiselijke taferelen, Vantilt; handelseditie van de dissertatie uit 2003
  • Marijnissen, Peter e.a. (red.) (1992): De Zichtbaere Werelt, Zwolle: Waanders / Dordrechts Museum
  • Matsier, Nicolaas (2009): Het bedrogen oog, Amsterdam: De Harmonie
  • Schatborn, Peter (1985): Tekeningen van Rembrandt, zijn onbekende leerlingen en navolgers, Den Haag: Staatsuitgeverij
  • (en) Wetering, Ernst van de (1997): Rembrandt. The painter at work, Amsterdam University Press
  • (en) Wetering, Ernst van de (2016): Rembrandt. The painter thinking, Amsterdam University Press
  • White, Christopher & Quentin Buvelot (red.) (1999): Rembrandt zelf, Zwolle: Waanders / Den Haag: Mauritshuis / Londen: National Gallery

Lijst van werken van Samuel van Hoogstraten[bewerken | brontekst bewerken]


CORNELIS BISSCHOP[bewerken | brontekst bewerken]

Cornelis Bisschop
Zelfportret als Zeuxis, 1668
Persoonsgegevens
Geboren Dordrecht, 1630
Overleden Dordrecht, 1674
Signatuur Signatuur
Oriënterende gegevens
Jaren actief 1645-1674
Stijl(en) barok, classicisme
Bekende werken De appelschilster
Keukeninterieur
Allegorie op de tocht naar Chatham
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Cornelis Bisschop, of Cornelis Busschop (Dordrecht, gedoopt 12 februari 1630 – overleden januari 1674) [RKD: begraven 21 januari] bron: Loughman 1992: Zicht W, p. 85

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

In de leer bij Bol, invloed van Maes etc (Zichtb W, p. 28)

juli 1663: bezoek van Monconys e.a. (Zicht W, p. 85)

Leerling: Margaretha van Godewijk) -> zie p. 28 & 90 (zelfportret Corn Bisschop)

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Historiestukken[bewerken | brontekst bewerken]

Mythologische voorstellingen

Bijbelse voorstellingen

Portretten[bewerken | brontekst bewerken]

Allegorische portretten

Groepsportretten

Genrescènes[bewerken | brontekst bewerken]

De genrestukken van Cornelis Bisschop vertonen veel overeenkomsten met het werk van zijn stadgenoten Samuel van Hoogstraten (ingewikkeld perspectief) en Nicolaes Maes (onderwerpen).

Perspectief en trompe l'oeil[bewerken | brontekst bewerken]

trompe l'oeil en wandschilderingen

rest[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (nl) Houbraken, Arnold, 1718-1721 (1753), De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Tweede deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard, p. 220-222 ("Kornelis Bisschop of Biskop"); geraadpleegd op DBNL (KB)
  • (nl) Haak, Bob, 1984 (2003), Hollandse schilders in de Gouden Eeuw, Zwolle, Waanders, ISBN 9040087911
  • (nl) Loughman, John e.a., 1992, De Zichtbaere Werelt, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum, ISBN 9066303670
  • (nl) Matsier, Nicolaas, 2009, Het bedrogen oog, Amsterdam, De Harmonie, ISBN 9789061698715
  • (nl) Paarlberg, Sander, 2014, Aanwinst Cornelis Bisschop. Een uitstekend schilder van perspectief, in: Culthure 6 (september 2014), p. 13-15
  • (nl) Speleers, Lidwien, 2018, Het palet van Cornelis Bisschop, in: Culthure 18 (april 2018), p. 20-22

REINIER COVIJN[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (nl) Haak, Bob, 1984 (2003), Hollandse schilders in de Gouden Eeuw, Zwolle, Waanders, ISBN 9040087911
  • (nl) Loughman, John e.a., 1992, De Zichtbaere Werelt, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum, ISBN 9066303670

ABRAHAM VAN DIJCK[bewerken | brontekst bewerken]

ABRAHAM VAN DIJCK (werkte samen met Maes) Dordrecht, 1635/1636 – Dordrecht, begraven 27 augustus 1680 overleden: Dordrecht 1680-08-17/1680-08-27

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Afkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Er heeft lange tijd verwarring geheerst over de identiteit en herkomst van Abraham van Dijck, maar de Ierse kunsthistoricus John Loughman heeft in een essay uit 2006 veel van de onduidelijkheden weggenomen.[1]

De schilderijen die gesigneerd waren met "Abraham van Dijck", werden in de 19e eeuw toegeschreven aan "de Alkmaarsche Van Dijck", kennelijk om hem te onderscheiden van de Antwerpenaar Antoon van Dyck. En hoewel in de literatuur uit die tijd wordt vermeld dat Abraham van Dijck in Alkmaar ingeschreven stond als kunstschilder, is daar in de archieven niets van terug te vinden en moet dit op een plaatselijke mythe berusten.

Volgens Bredius[2] was Abraham van Dijck afkomstig uit Amsterdam, omdat hij in de archieven een paar keer een Abraham van Dijck was tegengekomen, maar hoogstwaarschijnlijk heeft maar een van die vermeldingen betrekking op de schilder en gaat het in de andere gevallen om iemand anders.

Daar staat tegenover dat er in de archieven van Dordrecht regelmatig een schilder opduikt met de naam Abraham van Dijck, die in deze stad is overleden en heeft samengewerkt met Nicolaes Maes, een Dordtse schilder van wie de invloed op de schilderijen van Abraham van Dijck onmiskenbaar is. Bovendien was Maes een leerling van Rembrandt in dezelfde periode dat Van Dijck schilderijen in de stijl van Rembrandt maakte. Zelfs Houbrakens opmerking[3] over Van Dijcks verblijf in Engeland verwijst indirect naar Dordrecht: het is goed mogelijk dat hij is meegereisd met zijn eerste leermeester, de Dordtse schilder Samuel van Hoogstraten, die in 1661-1667 in Engeland verbleef.

Jeugd en opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Abraham van Dijck is waarschijnlijk geboren in 1635 of 1636 in Dordrecht. Het jaartal valt af te leiden uit een notariële acte, die in 1661 in Amsterdam is opgesteld en waarin staat dat hij op dat moment 25 jaar oud was. In de doopregisters van Dordrecht ontbreekt zijn naam, maar precies in 1635 en 1636 zijn ze niet volledig ingevuld, en omdat uit andere documenten zijn link met Dordrecht overduidelijk blijkt, lijkt het niet te ver gezocht om te veronderstellen dat hij in deze jaren werd geboren – wellicht in december 1635, toen het doopregister helemaal niet werd bijgehouden.

Vader en wijn.

Opleiding bij Samuel van Hoogstraten:

  • Eerst samen met Maes en Leveck in de leer bij Samuel van Hoogstraten; en nadat die in 1651 min of meer halsoverkop naar Wenen afreisde, gingen ze met zijn drieën in de leer bij Rembrandt; eerste gesigneerde werk 1651

Amsterdam[bewerken | brontekst bewerken]

  • vanaf ca. 1651/2: Een leertijd bij Rembrandt is niet gedocumenteerd, maar op stilistische gronden wordt aangenomen dat Abraham van Dijck rond 1650 bij Rembrandt in de leer is geweest (Saur dl. 27 (2000), p. 372)
  • ca. 1655: in de jaren 1650 vermoedelijk in Dordrecht (Loughman 2006, p. 270); vroegste gesigneerde en gedateerde schilderijen stammen uit 1651 (Saur dl. 27 (2000), p. 372)
  • 1661: Amsterdam – Loughman 2006, p. 267-268

Engeland?[bewerken | brontekst bewerken]

  • Geen spoor meer van hem te vinden, is wellicht met SvH naar Engeland gegaan (vgl. Houbraken p. 345: ABRAHAM VAN DYK, die moderne ordonantien Schilderden, en zyn meesten levenstyd in Engeland heeft doorgebragt.;

Arnold Houbraken noemt een Abraham van Dijck, maar hij vermeldt alleen dat het een schilder was van "moderne composities" (dwz. genreschilderijen) en dat hij vooral in Engeland actief was geweest (het is onwaarschijnlijk dat Houbraken hem met de ook toen al beroemde Antoon van Dyck zou hebben verward).[3]

Hugo van Dijck had schilderij "van" Lely)

Terug in Dordrecht[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1667: in Dordrecht; laatst gedateerde werk
  • 1680: begraven op 27 augustus 1680 vanuit huis aan Steegoversloot; de straat waar Maes had gewoond (ZW 226; Loughman 2006, p. 266, 273) [de identificatie door Bredius met een Abraham van Dijk die werd begraven te Amsterdam op 26 februari 1672 is onjuist ( Loughman 2006, p. 266, p. 268 en noot 12)]


Werk[bewerken | brontekst bewerken]

  • Rembr/Van Dijck?, Oude vrouw die haar nagels knipt, ca. 1655-1660, Met NY: https://rkd.nl/explore/images/208534[4]
  • Portret van Hugo van Dijck (1660?, veiling Lempertz, Keulen, 1956)[5]
  • Presentatie in de tempel, 1651[1655], privécollectie[6]
  • Vgl. De ongelovige Thomas (Hoogstraten, 1649, Mainz) & Rembrandts verloren gegane Besnijdenis + ets (1630) voor Frederik Hendrik
  • Portret van een vrouw in Oosters gewaad, ten halven lijve met een roos in de hand, ca. 1655 (Christie's NY, 2000): à la Saskia met een bloem (1641, Dresden)[7]
  • verwantschap met werk van Willem Drost[8]
  • Tijd in Dordrecht en invloed van Maes: "quiet domesticity" and "picturesque old age": Slapende oude man ca. 1655-1660 (DM/Mauritshuis)
  • Frontaal portret, 1655 (Milwaukee): verwantschap met Maes en Leveck[9]
  • Historiestuk ook beïnvloed door Maes (1658) (Rembrandt, 1646 & Van Hoogstraten, 1647): Aanbidding door de herders
  • Oorsprong Maes' genre-motieven: Leidse fijnschilders (Dou, Koedyck, Brekelenkam) -> via Maes Leidse invloed op Van Dijck in 1657 en 1659, of anders in Amsterdam via Metsu: Van Dijck, Haringverkoper, 1659 (vgl. Metsu in Rijksmuseum)[10]
  • Invloed Brekelenkam: Genre (1659) en Gebed voor de maaltijd; + biddende heremiet (?)[11]
  • Na 1660
  • Laatst gedateerde werk: Grote marktscène, 1667 (stilleven-achtig)[12]
  • Stilleven met dode roerdomp (à la Ferdinand Bol)[13]
  • 2 "moderne composities"(?) met kaartspelers (à la Van den Eeckhout en Jacob van Loo)[14]
  • Na 1670?
  • In Engeland?[15]

RKD:

  • Bijbelse voorstellingen
  • Portretten: broer Hugo van Dijck (1640-1705) en diens eerste vrouw door Van Dijck & Maes (ZW 226)
  • Genre, architectuur (genre): onderwerpen (oude mensen) en kleurgebruik (rood, bruin en zwart) overgenomen van Maes; verder invloed van Metsu, Netscher en Quiringh van Brekelenkam
  • Marktscènes
  • Stillevens: een werk met een dode roerdomp en jachtattributen bij Christie's op 9 jul. 1999 (Willigen/Meijer 2003, p. 73)

Provenance 'Saint Jerome' by Abraham van Dijck:

  • The Earl of Derby, Knowsley Hall, Lancashire, by 1728 (as Rembrandt);
  • Thence by descent to Edward John Stanley, 18th Earl of Derby, M.C. (1918–94);
  • His sale, London, Christie's, 8 October 1954, lot 123 (as Jan Lievens) to Asschen for 50 guineas;
  • With Alfred Brod Gallery, London, 1957;
  • Private collection, United States;
  • Anonymous sale, New York, Sotheby's, 29 January 2009, lot 124

Waardering en invloed[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Abraham van Dijck op RKD
  • (nl) Houbraken, Arnold, 1718-1721 (1753), De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Tweede deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard, p. 345; geraadpleegd op DBNL (KB)
  • (nl) Loughman, John, 1992, Nicolaes Maes, in: Marijnissen, Peter e.a. (red.), De Zichtbaere Werelt, Zwolle, Waanders / Dordrechts Museum, ISBN 9066303670, p. 226-227
  • (en) Loughman, John, 2006, Abraham van Dijck (1635?-1680), a Dordrecht painter in the shadow of Rembrandt, in: Golahny, A. e.a. (red.), In his milieu. Essays on Netherlandish art in memory of John Michael Montias, Amsterdam University Press, ISBN 9789053569337, p. 265-278

NICOLAES MAES[bewerken | brontekst bewerken]

Oeuvrelijst[bewerken | brontekst bewerken]

Historiestukken[bewerken | brontekst bewerken]

Bijbelse en mythologische onderwerpen

Genrestukken[bewerken | brontekst bewerken]

Diversen

In de jaren 1655-1657 maakte Nicolaes Maes een reeks genreschilderijen met een kenmerkend kleurenpalet van rood, bruin en glanzend zwart. De meestal lichtelijk moraliserende schilderijen zijn gesitueerd in burgerhuizen met doorkijkjes naar achterkamers, kelders en tuinen. Dergelijke perspectivische constructies kan hij hebben overgenomen van Carel Fabritius en Samuel van Hoogstraten (schilder). Hij liep hiermee vooruit op soortgelijke composities die Pieter de Hooch en Johannes Vermeer (Slapend meisje) vanaf circa 1657 maakten. De schilderijen van Maes werden ook nagevolgd door stadgenoten als Cornelis Bisschop, Abraham van Dijck en Reynier Covyn.

Een bijzondere categorie van deze genreschilderijen staat bekend als "de luistervinken". Centraal staat meestal een vrouw (soms een klerk) die een amoureuze stelletje afluistert en samenzweerderig uit het schilderij kijkt.

Maes had ook succes met schilderijen van vlijtige en vrome oude mensen, die vooral door Abraham van Dijck werden nagevolgd.

In zijn straatscènes voert Maes meestal een verkoper, muzikant of bedelaar op die op de stoep van een huis door een bewoner of dienstmeid te woord wordt gestaan. Op de achtergrond is vaak een Dordtse stadspoort of een ander opvallend gebouw te zien. Vanaf 1658 lijkt de locatie naar Amsterdam verplaatst te zijn.

Portretten[bewerken | brontekst bewerken]

Portretten (voor 1665)

Portretten (na 1665)

Verkleedpartijen en allegorische portretten

AELBERT CUYP[bewerken | brontekst bewerken]

CAREL FABRITIUS[bewerken | brontekst bewerken]

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

De lessen van Rembrandt[bewerken | brontekst bewerken]

Dankzij Samuel van Hoogstraten weten we iets over Fabritius' verblijf in het atelier van Rembrandt. Hij noemde de vijf jaar oudere Carel Fabritius zijn meedeleerling en ze hadden allebei de ambitie om een goet schilder te worden. Op een dag vroeg Fabritius hem welke eigenschappen een jonge leerling moest bezitten om dat doel te bereiken. Van Hoogstraten antwoordde – na de maete mijns begrips in dien ouderdom – dat de aanstormende kunstenaar verlieft moest zijn op het uitbeelden van de bevallijke natuur, de drang moest hebben de andere schilders te overtreffen en moest proberen alles door eygen arbeit uit te vinden.[doc 1] Volgens Ernst van de Wetering geeft hij hier een artistieke opvatting weer die kenmerkend – en misschien zelfs uniek – was voor Rembrandt en die hij aan zijn leerlingen heeft doorgegeven.[1]

Daarna vertelt Van Hoogstraten dat hij soms gefrustreerd raakte over zijn eigen vorderingen (op artistiek gebied), en als hij zijn meester dan lastigviel met te veel oorzaek vragen (nl. wat de diepere gedachte is achter de opdrachten die ze krijgen, oftewel de "tricks of the trade"), antwoordde Rembrandt: "Wees tevreden met wat je al weet en probeer dat zo goed mogelijk uit te voeren. Op die manier kom je de geheimen waar je nu naar vraagt, vanzelf te weten."[doc 2] Van Hoogstraten werkt dit uit tot...[2]

Hij vertelt dat Fabritius streefde naar een harmonieuze manier van schilderen waarbij dingen samengevoegd werden die als het ware een maegschappy (familieverwantschap) met elkaar hadden. Daar moest volgens hem een goed schilderij aan voldoen, en ook dat was ontleend aan Rembrandt.[doc 3] Zo leerden ze van Rembrandt hoe ze een grote variatie aan kleurschakeringen konden bereiken zonder alles door een te haspelen, namelijk door bevriende kleuren te gebruiken.[3] [Houding -> Wetering]

Kleur[bewerken | brontekst bewerken]

Terwijl het vroege werk van Fabritius vanzelfsprekend sterk beïnvloed is door Rembrandt, doet hij daarna wat Rembrandt hem heeft opgedragen en zoekt hij zijn eigen weg. Zo verruilt hij geleidelijk de barokke, theatrale belichting van zijn historiestukken voor een meer naturalistische benadering. De manier waarop hij diepte en volume weergaf was niet meer op contrasten gebaseerd, maar op "een nauwkeurige observatie van de onderlinge lichtwaarden", zoals kunsthistoricus Bob Haak het omschreef. In de schildwacht speelt hij met grijze en okerkleurige tintverschillen om ruimte en sfeer op te roepen. En in het puttertje combineert hij de vlotte schildertrant die hij van Rembrandt leerde, met een naturalistische, zorgvuldig bestudeerde lichtval.[4]

Fabritius' tijdgenoten hadden zijn [unieke benadering/de bijzondere verdiensten] ook al herkend. Direct na zijn dood werd Carel Fabritius door de Delftste stadshistoricus Van Bleyswijck geprezen om zijn beheersing van het perspectief en zijn natuurgetrouwe/harmonieuze kleuren ("natuyrlijk coloreren")[doc 4] Van Bleyswijck gebruikt hier het woord "coloreren", dat in de 17e eeuw specifiek "allerlei kleurschakeeringen en -nuances aanbrengen" betekent – [5]

In twee schilderijen van Fabritius (Gezicht in Delft en het zelfportret uit 1654) is vivianiet aangetoond, een blauwgrijs pigment waarvan lange tijd niet bekend was dat 17e-eeuwse schilders het gebruikten. Het is ook aangetroffen in De koppelaarster (1656) van Johannes Vermeer[6] en in het werk van Aelbert Cuyp en Gerrit Dou.[7] In ... werd het pigment ontdekt in Rembrandts Suzanna uit 1636, een schilderij dat in het Mauritshuis hangt.[8]

Perspectief[bewerken | brontekst bewerken]

Perspectivische effecten met dieptewerking en "weggeschilderde" hoeken: Giulio Romano, De val van de Giganten, 1532-1534, Sala dei Giganti, Palazzo del Te, Mantua
Baldassare Peruzzi, Sala delle Prospettive, ca. 1515, Villa Farnesina, Rome
Daniël Vosmaer, Gezicht op Delft met een fantasieloggia, 91x113 cm, Prinsenhof, Delft, 1663. Dit schilderij is misschien een weerslag van de samenwerking tussen Fabritius en de broers Vosmaer, maar Vosmaer had minder kennis van perspectief dan Fabritius.
Ook in het atelier van Rembrandt was er in het midden van de 17e eeuw belangstelling voor trompe l'oeil-effecten: Rembrandt (of leerling), Heilige familie met gordijn, 1646, Gemäldegalerie Alte Meister, Kassel[9]

Terwijl Rembrandt, die in het begin van zijn carrière nog wel af en toe een perspectiefprent van Hans Vredeman de Vries citeerde (zoals de spiltrap op Mediterende filosoof),[10] de dieptewerking vrijwel uitsluitend tot stand bracht met licht- en kleurcontrasten,[11] ontwikkelde Fabritius zich volgens zijn tijdgenoten ook tot een expert op het gebied van perspectief en trompe l'oeil.

De opmerking van Van Bleyswijck over Fabritius' meesterlijke beheersing van het perspectief wordt bevestigd door Samuel van Hoogstraten. Hij gebruikt de term "Fabritische deurzichten" ("doorzicht" was destijds de gebruikelijke term voor "perspectief"), wat suggerereert dat Fabritius bij uitstek uitblonk in dit genre.[12] Hij vergelijkt zijn werk met het Palazzo del Te van Giulio Romano. Daarin heeft de schilder met behulp van het perspectief in een kleine ruimte de strijd tussen de goden en giganten uit de Griekse mythologie in een weidse ruimte weergegeven. Verder noemt hij dit een voorbeeld van het "wegschilderen" van hoeken en vlakke wanden waardoor de rechthoekige kamer een heel andere vorm lijkt te krijgen.[13] En daarna schrijft hij: "Fabritius heeft hier ook wonder meede gedaen, gelijk tot Delft ten huize van den konstliefdigen Heer Zal: Do. Valentius, en elders noch te zien is." [doc 5] Deze opdrachtgever was waarschijnlijk Dr. Theodorus Vallentius (1612-1673), deken van het Delftse chirurgijnsgilde en hofarts van stadhouder Frederik Hendrik.[14]

Van Hoogstraten betreurde het dat er zich geen voorbeelden van zijn werk in paleizen of kerken bevonden, omdat ze daar nog beter tot hun recht zouden zijn gekomen. Van zijn virtuositeit op dit gebied is alleen het Gezicht in Delft bewaard gebleven, waarin hij op piepklein formaat een enorme diepte weet te suggeren, vanaf een reusachtige viola da gamba op de voorgrond via de volledige Nieuwe Kerk tot aan het stadhuis in verte.

Trompe l'oeil[bewerken | brontekst bewerken]

Van Hoogstraten noemt hem verder "heerlijk" in de toepassing van trompe-l'oeil. Volgens hem hoefde Fabritius' werk in dit opzicht niet onder te doen voor de beroemde fresco's van Baldassare Peruzzi in de Villa Farnesina, die naar verluidt zelfs Titiaan voor de gek hielden. Van Hoogstraten ziet dit genre niet zomaar als een simpel spelletje, want het bedriegen van het oog vereist veel kennis en ervaring: "Maer ik zegge dat een Schilder, diens werk het is, het gezigt te bedriegen, ook zoo veel kennis van de natuur der dingen moet hebben, dat hy grondig verstaet, waer door het oog bedroogen wort. En deeze kennis brengt ons ook zoo ver, dat wy bescheydelijk weeten, hoe verre het eene ding van het ander is, schoon het in d' oogen der onkundigen als in malkander hangt." (En over "de wonderlijke perspectyfkas".)[15]

Het vroegste voorbeeld in het werk van Fabritius, dat we hiervan kennen, is de geschilderde spijker in de rechterbovenhoek van Het portret van Abraham de Potter uit 1649.[16] En ook Het puttertje was vrijwel zeker bedoeld "om het oog te bedriegen". Het grote verschil met andere trompe l'oeil-schilders, zoals Gerrit Dou en Samuel van Hoogstraten zelf, is dat hij hiervoor geen fijnschildertechniek gebruikte, maar de lessen van Rembrandt trouw bleef: een brede, vlotte schildertrant (sprezzatura), dun en transparant in de schaduwpartijen en met dik opgebrachte lichtaccenten, zoals de felgele streep op de vleugel van het puttertje en het glanzende harnas van zijn laatste zelfportret. Omdat de schilderijen vanaf enige afstand en in het volle licht moesten worden bekeken, zorgde de vlotte penseelvoering voor een indruk van onscherpte in de verte en kon het zonlicht fonkelen ("voncken", zoals Rembrandt het zelf noemde[doc 6]) op de witte en gele verfklodders.

De enige uitzondering hierop is Het gezicht in Delft, waarvoor hij juist wel een verfijnde, gedetailleerde techniek gebruikte, maar dit schilderijtje was dan ook hoogstwaarschijnlijk bedoeld om van dichtbij bekeken te worden in een perspectiefkastje dat was afgedekt met doorzichtig papier, waardoor het licht er diffuus inviel en niet de kans kreeg om te fonkelen.[17]

Voorstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

Fabritius had, net als Rembrandt, een voorliefde voor ongewone onderwerpen en originele composities. Sommige historiestukken, zoals Hera en ..., zijn zo obscuur dat er nog altijd geen zekerheid is over de voorstelling. En van het op het oog simpele genrestuk De schildwacht is het volkomen duister wat het nu precies voorstelt, welke betekenis (voor zover die er is) de diverse elementen hebben en wat de aanleiding voor het schilderij geweest kan zijn.

Ook zijn latere portretten wijken af van wat destijds gebruikelijk was. Voor Abraham de Potter gebruikt hij een lichte in plaats van een donkere achtergrond,[18] en op zijn laatste zelfportret uit 1654 poseert hij zelfs voor een imposante wolkenlucht. Overigens zijn de 'zelfportretten' niet zozeer portretten maar eerder 'tronies' of studiekoppen, waarvoor hij - ook weer in navolging van Rembrandt - zichzelf als model heeft gebruikt.