Genista hispanica
Genista hispanica | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||||
Genista hispanica L. (1753) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||
Genista hispanica op ![]() | |||||||||||||||||||||
|
Genista hispanica is een dwergstruik die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1753 gepubliceerd door Carl Linnaeus in Species plantarum.[1]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]
De stekelige struik wordt 10–25 cm hoog en vormt vaak tapijten. De langwerpige, 6–11 mm lange, donkergroene bladeren zijn behaard. De stekels zijn meestal onvertakt. De plant bloeit van mei tot juli.[2] De bloeiwijze is een eindstandige tros. De vrucht is een brede, ovale, iets opgeblazen, ongeveer 1 cm lange behaarde peul, die in een gekromde spits uitloopt.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]De soort komt voor in het oosten van Spanje en het mediterrane deel van Frankrijk.
Biotoop
[bewerken | brontekst bewerken]De soort groeit vooral op arme, goed doorlatende grond. Hij heeft veel licht nodig, en is zeer droogtetolerant.
Synoniemen
[bewerken | brontekst bewerken]- Genista hispanica L. (1753)
- Spartium hispanicum (L.) Spreng. (1826)
- Telinaria hispanica (L.) C.Presl (1845)
- Lissera hispanica (L.) Fourr. (1868)
- Voglera hispanica (L.) Fourr. (1869)
- Scorpius hispanicus Colmeiro, pro syn. (1872)[2]
- Scorpius juniperiformis Colmeiro, pro syn. (1872)[2]
- Nepa aragonensis Willk. & Lange (1877)
- Referenties
- ↑ Linnaeus, C. (1753). Species plantarum: 711. Gearchiveerd op 27 januari 2021.
- ↑ a b c Colmeiro, M. (1872). Genisteas y Antilideas de España y Portugal. Anales de la Sociedad Española de la Historia Natural 1: 289–378 [316]. Gearchiveerd op 21 januari 2021.