Geschiedenis van het Vlaams Belang

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Geschiedenis Vlaams Belang)

De Geschiedenis van het Vlaams Belang betreft de ontwikkelingen in de Belgische politieke partij Vlaams Belang.

Deze partij ontstond in 2004 als de opvolger van het Vlaams Blok, een kartellijst die voor het eerst opkwam bij de federale verkiezingen van 17 december 1978. Het kartel verenigde twee afscheuringen van de Vlaams-nationalistische partij Volksunie: de Vlaams Nationale Partij van Karel Dillen en de Vlaamse Volkspartij van ex-senator Lode Claes. Dillen en Claes konden zich naar eigen zeggen niet neerleggen bij de regeringsdeelname van de Volksunie. Ook diens steun aan het Egmontpact was volgens hen "een uitverkoop van het nationalistisch programma". De afvalligen vonden de Volksunie bovendien niet radicaal genoeg. Bij de verkiezingen raakte enkel Karel Dillen verkozen. Hij werd de sterke man van de partij Vlaams Blok die na de verkiezingen uit het kartel ontstond.

Jaren tachtig[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de verkiezingen van 8 november 1981 en 13 oktober 1985 behield het Vlaams Blok zijn enige zetel te Antwerpen. Gerolf Annemans verving Karel Dillen in de Kamer. Het Vlaams Blok profileerde zich in de beginperiode bijna uitsluitend op communautaire zaken, maar ging zich meer en meer profileren op het thema van de vreemdelingen dat gaandeweg uitgroeide tot een van de speerpunten van het partijprogramma. Op 13 december 1987 won Filip Dewinter een tweede Kamerzetel in Antwerpen voor het Vlaams Blok. Karel Dillen veroverde een eerste zetel in de Senaat. Ook op lokaal vlak brak het Vlaams Blok door. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1988 behaalde de partij 17,7% in Antwerpen, wat neerkwam op 10 van de 55 zetels. Daarmee werd het Vlaams Blok de derde partij in de Scheldestad.

Cordon sanitaire en opgang[bewerken | brontekst bewerken]

In 1989, het jaar waarin voorzitter Dillen de eerste Europese zetel binnenhaalde, kwamen alle Vlaamse partijen, afgezien van het Vlaams Blok zelf, onder impuls van Agalev-boegbeeld Jos Geysels tot een akkoord op basis waarvan elke toenadering tot de Vlaams-nationale partij uit den boze was. Op geen enkel vlak (van nationaal tot gemeentelijk) mochten partijmandatarissen coalitieafspraken maken met vertegenwoordigers van het Vlaams Blok. Dit zogenaamde 'cordon sanitaire' was in feite een maatregel die moest beletten dat de partij op een of ander manier een beleidsfunctie kon verwerven.

De handhaving van het cordon door alle andere Vlaamse partijen kon de opgang van de partij niet stuiten. Het Vlaams Blok groeide in de jaren negentig gewoon verder. Bij de verkiezingen van 24 november 1991 boekte de partij een enorme vooruitgang. Het Vlaams Blok verdriedubbelde haar stemmenaantal ten opzichte van 1987 en haalde 12 Kamerzetels. Alle andere partijen verloren, en betitelden deze verkiezingsdag als Zwarte Zondag. Hierna ging het Vlaams Blok op zijn elan voort. Op 12 juni 1994 voegde Frank Vanhecke zich bij voorzitter Dillen in het Europees Parlement. Bij de gemeenteraadsverkiezingen datzelfde jaar werd het Vlaams Blok de grootste partij van Antwerpen. Met 204 vertegenwoordigers in 86 gemeenteraden was de partij vanaf toen definitief verankerd in het Vlaamse politieke landschap. Bij de federale verkiezingen van 1995 hield de partij stand ten opzichte van Zwarte Zondag en vier jaar later werden vier Kamerzetels extra behaald. Het Vlaams Blok vertegenwoordigde eind jaren negentig reeds meer dan 600.000 Vlaamse kiezers.

Juridische strijd en veroordeling[bewerken | brontekst bewerken]

Ook op het juridische vlak werd de partij - of tenminste de vzw's die de partij dragen - aangepakt. De PS diende al in 1995 vergeefs een wetsvoorstel in om het Vlaams Blok zijn overheidsdotatie te ontnemen, omdat de partij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet onderschreef.

Drie dagen na de verkiezingen van 8 oktober 2000 werd het Vlaams Blok gedagvaard door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en de Liga voor Mensenrechten. De partij werd racisme verweten in haar publicaties. Toen de rechter van de 46ste kamer zich op 29 juni 2001 onbevoegd verklaarde en de zaak als persmisdrijf naar het Hof van assisen wilde verwijzen, sprak het Vlaams Blok van een grote overwinning. De partij achtte het bewezen dat het hier om een politiek proces ging, gestuurd door de regering-Verhofstadt. De zaak kwam nogmaals voor een correctionele rechtbank. Op 26 februari 2003 vond ook dat hof dat de feiten waarvan het Vlaams Blok beschuldigd werd, een politiek misdrijf vormden dat voor het Assisenhof moest worden behandeld.

Uiteindelijk werd het Vlaams Blok - in het bijzonder haar vzw's - voor het Hof van beroep op 21 april 2004 in Gent tot hoge geldboetes veroordeeld, en wel in uiterst scherpe bewoordingen. Toen alle rechtsmiddelen om tegen deze veroordeling in beroep te gaan waren uitgeput, zag de partij zich genoodzaakt om een nieuwe naam te kiezen. De winst die bij de Vlaamse en Europese verkiezingen van 2004 werd behaald liet zien dat de veroordeling de partij geen schade had berokkend, integendeel. De partij haalde maar liefst 24% van de stemmen en werd daarmee de grootste partij van Vlaanderen. Omdat partijen die veroordeeld zijn voor het aanzetten tot racisme hun overheidsdotatie kunnen verliezen, wijzigde het Vlaams Blok op 14 november 2004 zijn naam in Vlaams Belang. Zo kon de partij haar overheidssubsidies behouden.

Voorzitterswissels[bewerken | brontekst bewerken]

Oprichter Karel Dillen bleef lange tijd voorzitter van de partij. Pas op 8 juni 1996 deed hij afstand van zijn mandaat ten gunste van Europarlementslid Frank Vanhecke. Dillen bleef wel bij de partij betrokken als erevoorzitter. Op 2 maart 2008 werd Bruno Valkeniers op een partijcongres verkozen tot nieuwe partijvoorzitter met 94,6 % van de uitgebrachte stemmen. Met deze ruime score volgde hij Frank Vanhecke op. In 2012 wordt Valkeniers vervangen door Gerolf Annemans. Na de verkiezingsnederlaag in 2014 wordt Tom Van Grieken op 28-jarige leeftijd voorzitter van het Vlaams Belang.

Terugval[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de federale verkiezingen van 2007 stagneerde het Vlaams Belang. De partij boekte overal nog een kleine winst, maar verloor één Kamerzetel in de kieskring Antwerpen. Bij de Vlaamse verkiezingen 2009 echter moest het Vlaams Belang een derde van zijn stemmen inleveren ten opzichte van de verkiezingen van 2004 en bleef de partij op 15,3% steken. Het Vlaams Blok verloor daarbij 11 zetels in het Vlaamse Parlement. Dit was de eerste zware verkiezingsnederlaag van de partij in haar geschiedenis. Een tweede verkiezingsnederlaag bij de federale verkiezingen van 2010 bevestigde de algemene terugval van de partij.

Europa[bewerken | brontekst bewerken]

In januari 2007 verenigde de fractie van het Vlaams belang in het Europees Parlement zich met een aantal vergelijkbare nationalistische partijen in de fractie Identiteit, Traditie en Soevereiniteit, waarin verder onder meer het Franse Front National, de Oostenrijkse FPÖ, het Italiaanse Alternativa Sociale, de Groot-Roemenië Partij (PRM) en het Bulgaarse Ataka zitting namen.[1] Door het ontstaan van de nieuwe extreem-rechtse fractie werd het verschijnsel cordon sanitaire nu ook merkbaar in het Europese Parlement.

Op 17 januari 2008 werd onder impuls van Filip Dewinter te Antwerpen Steden tegen islamisering opgericht, een internationaal politiek samenwerkingsverband tussen partijen en organisaties die de strijd tegen wat zij beschouwen als de oprukkende islamisering van Europa, en in het bijzonder van de grote steden, willen coördineren en verbeteren. Onder andere de Freiheitliche Partei Österreichs uit Oostenrijk en Die Republikaner uit Duitsland werken hieraan mee.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. EUobserver.com/9/23223 Far-right group formed in European Parliament, EU observer, 9 januari 2007.