Gladranddrieklauw
Gladranddrieklauw IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2010) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Apalone mutica (LeSueur, 1827) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
|
De gladranddrieklauw[2] (Apalone mutica) is een schildpad uit de familie weekschildpadden (Trionychidae).[3] De schildpad behoorde eerder tot de geslachten Trionyx en Aspidonectes, waardoor de literatuur niet altijd eenduidig is.
Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De gladranddrieklauw is een typische weekschildpad; het schild is zeer plat en doet door leder-achtige huid, die ver uitsteekt over de schildrand, denken aan een pannenkoek. De kleur van het rugschild is olijfgroen tot bruin, met vele kleine zwarte vlekjes of streepjes aan de bovenzijde, de schildrand en de buikzijde zijn geel. De kop en ledematen zijn groen, aan de zijkant van de kop is een kenmerkende gele, donkeromzoomde vlek aanwezig. De maximale schildlengte is 34,5 centimeter voor de vrouwtjes, mannetjes blijven kleiner tot 17,5 cm.[4] Mannetjes hebben daarnaast een langere en dikkere staart en langere klauwen aan de voorpoten. Opmerkelijk is dat de vrouwtjes langere klauwen hebben aan de achterpoten.
Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]
De schildpad is endemisch in de Verenigde Staten en komt in een groot deel van het midden van het land voor. Het is een bewoner van rivieren en andere wateren, soms in meren. Een zanderige bodem met enige schuilplaatsen als rotsen of waterplanten hebben de voorkeur. In tegenstelling tot andere schildpadden is deze soort voornamelijk carnivoor, er is wel beschreven dat plantaardig materiaal wordt opgenomen maar dit waarschijnlijk onbedoelde bijvangst. Deze schildpad kan tot 5 uur onder water verblijven met behulp van huidademhaling[5].
Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]
De gladranddrieklauw werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Charles Alexandre Lesueur in 1827 als Trionyx muticus. Pas later werd de wetenschappelijke geslachtsnaam Apalone gebruikt. Er worden twee ondersoorten erkend:[3]
- Ondersoort Apalone mutica calvata
- Ondersoort Apalone mutica mutica
Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]
|