Groenverkleurende vezelkop

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Groenverkleurende vezelkop
Groenverkleurende vezelkop
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Inocybaceae
Geslacht:Inocybe
Soort
Inocybe aeruginascens
Babos (1970)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De groenverkleurende vezelkop (Inocybe aeruginascens) is een schimmel behorend tot de familie Inocybaceae. Hij is een kleine paddenstoel. Hij groeit in vochtige zandgronden. Hij heeft een Ectomycorrhiza-relatie met populieren (Populus) en wilgen (Salix). Door sommige bronnen wordt ook linde en eik genoemd.[bron?]

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

hoed

De hoed is meestal minder dan 5 cm in diameter. Het heeft een iets donkerdere stompe umbo en een gekromde rand als hij jong is. De kleur van de hoed varieert van bleekgeel tot lichtgeelbruin, meestal met groenachtige vlekken die verdwijnen als de paddenstoel droogt.

steel

De steel is 2-7 cm lang, 3 tot 8 mm dik en is over de hele lengte even breed, soms wat gezwollen aan de basis. Het is stevig, bleekgrijs en wordt van onder naar boven blauwgroen. De steel is vezelig en is alleen aan de bovenkant berijpt (lijkt bedekt met een fijn poeder).

lamellen

De lamellen zijn talrijk, gekleurd lichtbruin, grijsbruin of tabaksbruin.

vlees

Het vruchtlichaam heeft groenachtige tinten en blauwe plekken waar beschadigd.

geur

De geur is onaangenaam en zeepachtig.

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen zijn glad en ellipsvormig, meten 6 tot 9,5 × 4,5 micrometer en vormen een kleibruine sporenprint. Cystidia zijn (sub)fusiform.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De groenverkleurende vezelkop komt in Nederland uiterst zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst en is ernstig bedreigd.

Eetbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

Er bestaat geen toxicologische informatie over Inocybe aeruginascens, maar Drewitz en Babos hebben in 1982 minimaal "23 onbedoelde intoxicaties" gemeld. Onbedoelde consumptie kan te wijten zijn aan de gelijkenis van de weidekringzwam (Marasmius oreades). De symptomen van "intoxicatie" waren hallucinogeen, wat Gartz en Drewitz ertoe bracht om uiteindelijk de eerste bron van psilocybine in een Inocybe-soort te ontdekken. Er zijn geen sterfgevallen bekend die direct verband houden met consumptie, maar eetbaarheid is nog niet definitief.