Naar inhoud springen

Guus Luijters

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Guus Luijters in 2008
Guus Luijters, tweede van rechts naast Campert (1976) op het Kleine-Gartmanplantsoen

Guus Luijters (Amsterdam, 3 november 1943) is een Nederlands schrijver en journalist.

Hij was zoon van een vader die werkte voor een fabriek in rekenmachines, moeder werkte voor haar huwelijk. Hijzelf was tussen 1967 en 1972 getrouwd met Olga Madsen [1] en hertrouwde met Ruth Visser. Dochter Sarah Luijters is journalist.

Hij kreeg zijn opleiding aan de Erasmusschool in Bos en Lommer (1950-1956). Daarna volgde de vijfjarige Hogereburgerschool in de Keizersgracht (1956-1959) en het Spinoza Lyceum (1959-1962). Daarna volgde een studie aan de Universiteit van Amsterdam (hij was in 2024 nog verbonden aan Studentendispuut BAART).[2]

Vader zag liever dat zoon de techniek ingang, maar zag met lede ogen aan de Luijters in de boeken dook. Een van zijn eerste schrijfsels was een geplaatste ingezonden brief in Het Vrije Volk; het was toen 1956. Het kreeg een vervolg van publicaties in de schoolkrant van het Spinoza. Luijters maakte vervolgens kennis met schrijvers als K. Schippers, Cees Nooteboom en J. Bernlef. Een definitievere stap was zijn deelname aan studentenblad Propria Cures, waarvan hij tussen 1969 en 1971 redacteur was. De verhalen werden gebundeld in Hoera voor het prinselijk paar (1975). Na 1971 was hij recensent en columnist (Klein geluk Amsterdam, gebundeld) bij Het Parool, functies die hij zou bekleden tot 2019. Ander werk dat op zijn pad kwam was het redacteurschap bij Playboy (1983-2003). Uit die tijd stamt Birgitte Bardot, een levende legende (1984).

Zijn eerste echte proza-uitgave was Circus Melancholia in 1972 met acht verhalen met jeugdsentiment. Zijn eerste poëziebundel volgde in Canigou (1991). In 1975 werkte hij mee aan de film Alle dagen feest van Ate de Jong naar de verhalenbundel van Remco Campert. Andere noemenswaardige uitgaven handelde meest over Tweede Wereldoorlog. Inspiratie vormden de lege (en onttakelde) woningen in de Amsterdamse binnenstad in zijn jeugd, het Het Achterhuis van Anne Frank en Ondergang: de vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945 van Jacques Presser:

  • 2012: In Memoriam
  • 2013: Kinderkroniek 1940-1945: brieven, getuigenissen en dagboeken uit de Shoah
  • 2023: Verdwenen stad.

In Memoriam, samen geschreven met Aline Pennewaard, bevat levensbeschrijvingen van circa 20.000 kinderen die tijdens de Duitse bezetting werden omgebracht. Hij kwam op het idee via een soortgelijk werk van Serge Klarsfeld en Marga Minco. Het nam zeven jaar in beslag, verkocht in eerste instantie matig, totdat De Wereld Draait Door er aandacht aan besteedde. Er zouden ten slotte middels een tweede druk 3600 exemplaren verkocht worden (gegevens 2024). Een addendum werd eveneens in 2012 uitgebracht. Ook Verdwenen stad, samen geschreven met Willy Lindwer behandelt de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog; het handelt over de rol van het Amsterdamse GVB bij deportatie. Van geheel andere orde is Ode aan het ei uit 2021, samen met dochter Sarah geschreven.

Op 7 juni 2024 werd hij onderscheiden met de Andreaspenning, overhandigd door Femke Halsema, die hem tevens een oorkonde overhandigde van Yad Vashem. Dat was twee maanden nadat Luijters in de wereld bracht dat hij leed aan blaaskanker met uitzaaiingen naar de lever; een chemokuur zou zijn leven kunnen rekken, maar hij zag ervan af. Hij stelde kwaliteit boven kwantiteit van leven. Vanaf dan is hij bezig met het afronden van onvoltooid werk en herlezen van het oeuvre van Jane Austen.

Luijters belangrijkste hobby is tennis.