HLE 20

HLE 20 | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Aantal | 25 | |||
Nummering | 2001-2025 | |||
Fabrikant | La Brugeoise et Nivelles | |||
Bouwjaar | 1975-1978 | |||
Uit dienst | 2013 | |||
Asindeling | Co'Co' | |||
Spoorwijdte | 1435 mm | |||
Massa | 110 ton | |||
Aslast | 18,34 ton | |||
Lengte over buffers | 19504 mm | |||
Maximumsnelheid | 160 km/u | |||
Stroomsysteem | 3 kV = | |||
Vermogen | 5150 kW | |||
Trekkracht | 314 kN | |||
Tractiemotoren | 6 | |||
Motorfabrikant | ACEC | |||
Treinbeïnvloeding | Memor, TBL 1+, Memor 2+ (2001 - 2005) | |||
|
De HLE 20 was een type elektrische locomotief die vanaf 1976 werd ingezet door de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS. Ze worden ook wel eens de stofzuiger genoemd, aanleiding daarvan is het lawaai van de ventilatoren. De locs waren de enige elektrische zesassers die bij de NMBS in gebruik waren en gebruik maakten van thyristor-technologie. De HLE 18 van Alstom, ook een zesasser, had nog aanzetweerstanden, systeem JH. Deze loc had als eerste Belgische locomotief een instelbare snelheid. Het was een beperkt systeem die enkel de tractie onderbrak als die ingestelde snelheid bereikt werd en de tractie hernam als de snelheid daalde. Hoewel de loc een krachtige rheostatische rem bezat werd niet automatisch afgeremd als die snelheid, bijvoorbeeld bij afdalingen, overschreden werd. Het systeem werd niet herhaald bij de later gebouwde locomotieven met gelijkstroommotoren van de reeksen 27-21-11-12. Ook het gebruik van onafhankelijk bekrachtigde tractiemotoren bleef beperkt tot deze reeks.
Doordat een zesasser meer tractie kan leveren was deze loc vooral in dienst als zware goederenloc. Gezien het feit dat sedert 1 juni 2007 enkel reeks 20 en 13 toegelaten zijn op het Luxemburgse spoorwegnet reden deze locomotieven met internationale en IC-treinen tussen Brussel en Luxemburg.
Er werden tussen 1975 en 1977 vijfentwintig locs van dit type gebouwd, deze kregen de nummers 2001 t/m 2025.
De reeks 20 was onderverdeeld in twee 'sub'-reeksen:
- 2001 - 2007
- 2008 - 2025
Afvoer[bewerken | brontekst bewerken]
De 2020 is op 1 oktober 1992 buiten dienst gesteld, nadat deze betrokken raakte bij een ongeval in Hatrival op 13 mei 1992.[1] De andere locomotieven van deze reeks werden buiten dienst gesteld op 31 januari 2013. De 2021 werd bewaard door TSP, de 2001 door de NMBS, de 2005 door CFV3V, de andere exemplaren werden gesloopt.
Externe link[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties |