Heidendom

Onder heidendom of paganisme worden in het algemeen alle polytheïstische religies begrepen. In West-Europa gaat het hierbij om voorchristelijke, niet-abrahamitische religies van voornamelijk Keltische, Germaanse en Slavische oorsprong.
Het woord paganisme is te herleiden tot het Latijnse paganus, wat "bewoner van het (platte)land" betekent.
Klassiek heidendom[bewerken | brontekst bewerken]
De kerstening van Europa wordt door christenen voorgesteld als een opgang van barbarendom naar beschaving, en het heidendom werd dan ook veelal beschouwd als iets wat minderwaardig was en bestreden moest worden. Daar staat tegenover dat diverse heidense gebruiken en feesten in getransformeerde vorm in de christelijke cultuur werden geïntegreerd. Men kan daarbij denken aan de paasvuren, de paaseieren, de kerstboom, het vieren van kerstmis rond de winterzonnewende en de diverse aspecten van het Sint-Nicolaasfeest.[bron?]
Ásatrú is in bepaalde kringen de hedendaagse naam voor het oude Germaanse heidendom; letterlijk vertaald betekent Ásatrú 'Asen-trouw', trouw aan de Asen dus. De Asen waren in het heidendom de hogere goden, zoals Wodan en Donar.
Hedendaags heidendom[bewerken | brontekst bewerken]
Het moderne heidendom bestaat uit een reeks praktijken die vaak zijn gebaseerd op min of meer kunstmatige reconstructies van voorchristelijke polytheïstische en pantheïstische natuurreligies. Enkele beoefenaars van hedendaags heidendom nemen ook andere elementen op, zoals theofanistische en animistische voorstellingen.[1] Er is doorgaans sprake van een poly- of pantheïstisch wereldbeeld. Het gebruik van psychotrope stoffen kan bij het uitoefenen van riten voorkomen.
Het hedendaagse heidendom wordt ook paganisme of neopaganisme genoemd. Het wordt vooral aangetroffen in de moderne, technologisch hoogontwikkelde samenlevingen, waar het als subcultuur wordt beschouwd. Spirituele en parapsychologische fenomenen (bijvoorbeeld wichelroedelopen) alsook holistisch taalgebruik gaan met dit hedendaagse heidendom vaak samen.
Sommige westerse groeperingen, zoals de Deutsche Unitarier en het Nederlandse Heidens Front, verbinden newagedenkbeelden met de continuïteit van het Germaans paganisme. Sinds de jaren 20 en 30 van de twintigste eeuw en tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn het heidendom en bijbehorende symbolen gebruikt door verscheidene fascistische en nationaalsocialistische groeperingen en politieke partijen. Hierbij is het hakenkruis (zonnerad, of "iets dat algeheel welzijn of geluk brengt") het bekendste en beruchtste voorbeeld. Reguliere heidendomgroepen zijn niet gediend van dergelijke praktijken en hebben daar een sterke aversie tegen en zijn nadrukkelijk apolitiek. Al zijn er wel groepen, zoals het heidens front, die paganisme in verband brengen met fascistische denkbeelden. Sinds fascisme en nazisme heersten, doen vele heidense symbolen denken aan nationaalsocialistische groeperingen, doordat deze symbolen misbruikt werden voor propagandadoeleinden. Dit levert dan soms moeilijkheden op voor heidenen die zich oprecht met het apolitieke heidendom bezighouden en de symbolen gebruiken voor hun levensovertuiging.
In enkele landen, waar de beoefening van een religieuze cultus een erkenning van overheidswege kan verkrijgen, is het heidendom als religieuze praktijk formeel erkend. In Nederland is ervoor gekozen om geen lijst van erkende religies op te stellen, zoals in de VS wel gebeurt. De vrijheid van godsdienst staat beschreven in de Nederlandse grondwet.[2]
De hedendaagse opleving van zich als heidens profilerende groeperingen kan geplaatst worden in een kader, waarin reactionair-romantische kritiek op een rationalistische beschaving hand in hand gaat met bewondering voor spirituele en parapsychologische fenomenen.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|