Men vermoedt dat Heliamphora chimantensis het nauwst verwant is aan H. tatei en H. neblinae. Deze twee soorten groeien zuidelijker dan de Heliamphora-soorten op de Gran Sabana, maar bezitten net als H. chimantensis ongeveer twintig meeldraden. De overige soorten op de Gran Sabana bezitten er tien tot vijftien. De meeldraden van H. chimantensis zijn slechts vijf millimeter lang, die van H. tatei en H. neblinae zeven tot negen millimeter.