Het zijn meerjarige, groenblijvende, kruidachtige planten met een krachtige wortelstok. De planten hebben grote, decoratieve, bloeiwijzen. Er zijn soorten met rechtopstaande en soorten met hangende bloeiwijzen. Het opvallendste zijn de gekleurde schutbladeren van deze bloeiwijzen. De kleine, onopvallende bloemen groeien tussen de schutbladeren. De groeiwijze is vergelijkbaar met geslachten als Canna, Strelitzia en Musa.
De planten zijn een belangrijke voedselbron voor vogels zoals de haaksnavelkolibrie en de roodstaarthaaksnavelkolibrie die zich voeden met de nectar van de bloemen. Bovendien kan er water in de bladeren worden opgeslagen. De zo ontstane phytotelma (waterreservoir in een landplant) is belangrijk voor de eerste levensstadia van veel organismen, zoals muggen- en kikkersoorten.[1]