Helioceratops

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Helioceratops
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Helioceratops
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Dinosauria (Dinosauriërs)
Orde:Ornithischia
Onderorde:Cerapoda
Infraorde:Ceratopia
Geslacht
Helioceratops
Jin et alii, 2009
Typesoort
Helioceratops brachygnathus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Helioceratops is een geslacht van plantenetende dinosauriërs behorend tot de Neoceratopia, dat tijdens het Krijt leefde in het gebied van het huidige China.

Vondst en naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

In 2000 en 2002 vonden op de Liufangzivindplaats in de provincie Jilin opgravingen plaats. Daarbij werden kaken gevonden van een nog onbekende ceratopiër.

De typesoort Helioceratops brachygnathus werd in 2009 benoemd door Jin Liyong, Chen Jun, Zan Shuqin en Pascal Godefroit. De geslachtsnaam verbindt het Klassiek Griekse woord voor "zon", helios, met keratops, "hoorngezicht", een gebruikelijk element in de namen van de Ceratopia. De naam verwijst naar de opgaande zon als symbool voor het Oosten; tegelijkertijd was in de Griekse mythologie de zon de broeder van de dageraad en wordt zo een verwantschap aangegeven met Auroraceratops. De soortaanduiding is Klassiek Grieks voor "korte kaak", vanuit βραχύς, brachys en γνάθος, gnathos.

Het holotype JLUM L0204-Y-3, een dentarium van de rechteronderkaak, is gevonden in de Quantouformatie (Cenomanien-Albien, op de grens van het Onder- en Opper-Krijt, honderd miljoen jaar geleden). Het paratype is JLUM L0204-Y-4, een linkerbovenkaaksbeen. Hoewel de specimina dicht bij elkaar werden gevonden in dezelfde laag en wijzen op dieren van dezelfde grootte, is het onzeker of ze tot een enkel individu behoren.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Grootte en onderscheidende kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Helioceratops is een kleine neoceratopiër. In 2010 schatte Gregory S. Paul de lichaamslengte op 1,3 meter, het gewicht op twintig kilogram.

De beschrijvers wisten enkele onderscheidende kenmerken vast te stellen. Het zijn autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen. De tak van het dentarium is hoger dan bij andere bekende Neoceratopia waarbij de tandrij maar 60% langer is dan de maximale hoogte. Het facet voor de onderste tak van het predentarium helt steil, een hoek van 130° makend met de onderrand van het dentarium. Bij de tanden in de onderkaak zijn de vertandingen en de secundaire richels asymmetrisch ten opzichte van de hoofdrichel geplaatst, met tot negen secundaire richels aan de voorzijde van de hoofdrichel en vier aan de achterzijde.

Skelet[bewerken | brontekst bewerken]

Het bovenkaaksbeen heeft vermoedelijk een grote interne holte. De binnenzijde is glad en verticaal en horizontaal licht gekromd. Het aantal maxillaire tanden is onbekend maar minstens drie. De maxillaire tanden hebben een enkelvoudig slijtvlak, aan de buitenzijde, dat een hoek van 40° maakt met de lengteas van de tand. De hoofdrichel, op de buitenzijde, vloeit samen met een verdikte rand aan de basis. De hoofdrichel ligt asymmetrisch aan de achterzijde van de tand. De secundaire richels zijn zwak ontwikkeld en bereiken de basis niet.

De onderkaak is vooraan het hoogst en achteraan het dikst. De processus coronoides, breed en matig hoog, staat duidelijk af van de kaaktak, een basaal kenmerk. De onderrand van de kaak is recht. Er zijn tien of elf dentaire tanden. Per positie is er een functionele tand. Beide zijden van de tand hebben tandglazuur, een basaal kenmerk. Dat aan de buitenzijde is echter al zeer dun. De tanden van de onderkaak zijn vrij verschillend van grootte. De kleinere voorste tanden hebben een driehoekige dwarsdoorsnede, de grotere achterste tanden een ovale dwarsdoorsnede, een afgeleid kenmerk. De hoofdrichel ligt meer aan de voorzijde. De voorste snijrand heeft negen tot tien vertandingen, de achterzijde vier tot vijf. Aan de binnenzijde van de tand loopt iedere vertanding uit in een secundaire richel. De middelste secundaire richels vervloeien met de hoofdrichel. De meer buitenste richels lopen bijna door tot aan de verdikte basisrand.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Helioceratops is een basale neoceratopiër maar voldoende afgeleid om, net als Auroraceratops en Yamaceratops, dicht bij de klade Coronosauria te liggen. Omdat al dat soort vormen in Azië gevonden zijn, concluderen de beschrijvers dat de oorsprong van de Coronosauria op dat continent ligt.

Dit kladogram toont de mogelijke positie van Helioceratops in de evolutionaire stamboom:

Marginocephalia 
Pachycephalosauria 

Stegoceras


Ceratopia 

Yinlong



Chaoyangsauridae 

Xuanhuaceratops



Chaoyangsaurus




Psittacosaurus 

P. sinensis



P. mongoliensis



Neoceratopia 

Liaoceratops




Aquilops





Auroraceratops



Yamaceratops






Helioceratops



Archaeoceratops





Koreaceratops




Leptoceratopidae 



Coronosauria