Het rijmende paard

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het rijmende paard
Stripreeks Suske en Wiske
Volgnummer 59
Scenario Willy Vandersteen
Tekeningen Willy Vandersteen
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

Het rijmende paard is het negenenvijftigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het werd geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 22 november 1962 tot en met 1 april 1963.

De eerste albumuitgave was in 1963, in de Vlaamse tweekleurenreeks met nummer 48. In 1971 verscheen het verhaal in de Vierkleurenreeks met albumnummer 96. De geheel oorspronkelijke vorm kwam in 1998 nog eens uit in Suske en Wiske Klassiek.

Het rijmende paard was het eerste verhaal in de serie waarin de schurk Krimson voorkwam, die in veel van de latere verhalen zou terugkeren.

Locaties[bewerken | brontekst bewerken]

Personages[bewerken | brontekst bewerken]

Uitvindingen[bewerken | brontekst bewerken]

Het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Suske en Wiske willen paardrijden op de Kalmthoutse Heide. Een werknemer van de manege waarschuwt hen dat de douane van Putte een spookpaard gezien heeft op de Heide.[1] Als ze een straat willen oversteken, worden ze bijna geraakt door een auto. Suske ontsnapt aan een grote boze man (Slugger, handlanger van Krimson) die hem wil doodslaan.

Op de hei vindt Wiske een spoor van hoefbladen die recht naar het mastbos lopen. Als Suske en Wiske het spoor volgen, zien ze een geheimzinnig wit paard. Bij elke hoefslag komt een bloem uit de grond en het paard verdwijnt. De kinderen gaan terug naar de manege en vertellen wat er is gebeurd. Freddy gelooft het verhaal niet, maar dan wordt een briefje achtergelaten door iemand uit de auto die Suske en Wiske bijna aanreed. In het briefje, dat is ondertekend door iemand die zich Dr. Krimson noemt, staat dat er geen ruiters meer op de hei mogen rijden. Tante Sidonia en Lambik zijn bij de villa en worden gewaarschuwd door de kinderen. Lambik pakt meteen zijn souvenirs uit de Eerste Wereldoorlog tevoorschijn als hij de naam van Krimson hoort. Er wordt een leren koker uit een helikopter geworpen met daarin opnieuw een briefje van Krimson: Suske en Wiske mogen niet spreken over het spookpaard op de hei.

Lambik gaat met de kinderen mee als ze opnieuw willen paardrijden. De vrienden zien hoe het spookpaard wordt neergeschoten vanuit de helikopter. Ze kunnen het paard redden voordat het opnieuw wordt beschoten. Suske en Lambik gaan terug om hulp te halen terwijl Wiske bij het paard achterblijft om het te verzorgen. Wiske ziet een zonderlinge gedaante met Romeinse kleding wegvluchten. Als Lambik en Suske terugkeren met een agent is het paard verdwenen. De ruiters in de manege beloven naar het paard uit te kijken als ze op de hei zijn.

In de villa krijgt Lambik bezoek van een man die meer wil weten over het spookpaard, maar Jerom jaagt de man weg. Freddy belt en zegt dat twee vrouwen de wagen van Krimson hebben gezien, de man die net bij Lambik op bezoek was blijkt een handlanger van deze misdadiger te zijn. Krimson weet ook niet waar het paard is en zoekt tevergeefs naar de Romein. Lambik en Jerom zoeken ook naar de Romein, maar dan valt Lambik van zijn paard. Hij besluit te overnachten in “De Stal”. ’s Nachts ziet Lambik de Romein rondsluipen op het terrein. Lambik raakt de Romein kwijt en ziet hoe Krimson een zendertje aan de wagen van de Romein plakt als die wegrijdt. Krimson verliest zijn ontvanger en hiermee gaan de vrienden op zoek naar de Romein, niet wetend dat Krimson een tweede ontvanger heeft voor de zender. Dan zien de vrienden de verongelukte wagen. Ze horen van een agent dat het om professor Barabas gaat.

Het schilderij Sint-Maarten Zijn Mantel Delend van Van Dyck speelt in het verhaal een hoofdrol.

Als ze bij het huis van professor Barabas komen, zien ze nog net hoe Krimson met de professor in een deken vertrekt. Dan merken ze dat de ontvanger nog steeds werkt en ze vinden professor Barabas, maar Krimson kan ontsnappen. De professor vertelt dat hij van Van Dyck een replica van een schilderij van de Heilige Martinus (Sint Maarten) kreeg. De professor mist in de huidige tijd de naastenliefde die deze heilige tentoonspreidde. Hij heeft daarom een nieuwe uitvinding gedaan, de teletransfor, waarmee beelden tot leven kunnen worden gebracht. Maar toen de professor Sint Maarten tot leven wilde brengen, verwisselde hij hem per ongeluk met zijn paard. De professor vertelt dat het paard bij elke hoefslag een bloem uit de grond tovert en in rijmen kan spreken. Het paard is ontsnapt en de professor vermomde zich als Romein om het te zoeken. De vrienden beloven de professor te helpen met zijn zoektocht en gaan naar de douane van Putte, omdat zij het spookpaard als eerste hebben gezien toen het de grens overstak.

De douaniers beloven contact op te nemen met de vrienden als ze het paard opnieuw de grens zien oversteken. Lambik stoot zich meerdere keren aan een voetangel (kraaienpoot) en wordt daardoor woedend, hij wordt door de douaniers opgepakt en Suske en Wiske moeten zonder hem op zoek naar het paard. Samen met Jerom bereiken ze een oud fort, maar Krimson is hier eerder aangekomen en hij wil het paard doden. Jerom kan Krimson net op tijd stoppen en hij gaat samen met Suske hulp zoeken. Als Wiske water voor het paard wil halen, wordt ze verdoofd door Krimson. Ze hoort nog dat Krimson zegt dat hij diamanten over de grens wil smokkelen voordat hij verdwijnt met het paard. Lambik wordt vrijgelaten en vertelt dat het paard over hem heen is gelopen toen hij terugliep vanuit Putte. De douaniers komen naar de villa en vragen om hulp, ze hebben ook gehoord dat Krimson die nacht diamanten vanuit Nederland naar België wil smokkelen. ’s Nachts zien ze de wagen van Krimson, maar er worden geen diamanten gevonden.

Als dan een paard voorbij draaft probeert iedereen het te vangen, Krimsons plan is geslaagd want de grensovergang is nu onbewaakt. Een stoet vrachtwagens, met 60.000 kilo boter, wil de grens passeren, maar dan valt het echte spookpaard uit de lucht en hierdoor wordt de weg geblokkeerd. Krimson is nu nog kwader op het spookpaard. De vrienden verzorgen het paard, maar als professor Barabas arriveert is het alweer gevlogen. Wiske ziet dat de atlas op de bladzijde van Sint Maarten open ligt. De vrienden gaan naar de Bovenwindse eilanden om het paard te zoeken. Krimson heeft ook het bericht op de radio gehoord over een vliegend paard en hij reist naar het eiland. De professor vertrekt intussen weer naar huis met de R.V.D.1 en zal de vrienden oppikken zodra ze het paard hebben gevonden. De vrienden gaan naar Philipsburg en reizen met ezels naar het oerwoud. Dan ziet Suske een drenkeling en redt hem uit de zee. De jongen vertelt dat hij Toba heet en dat hij het vliegende paard heeft gezien. Toba leidt Suske en Wiske naar de plek terwijl Lambik en Jerom op zoek gaan naar Krimson.

Als de kinderen het paard eindelijk hebben ontdekt, breekt er een hevige cycloon uit en ze worden meegesleurd. Wiske wordt weer in slaap gebracht met het gas uit de wandelstok van Krimson. Suske valt in het water en verdrinkt bijna, maar wordt gered door het paard. Suske vertelt dat Sint Maarten bij professor Barabas is en niet op dit eiland. Hij gaat met het paard op zoek naar Wiske. Krimson dreigt Wiske te doden als hij het paard niet in handen krijgt. Alles wordt gezien door Toba. Hij waarschuwt Lambik en Jerom, waarna Jerom Krimson kan tegenhouden voordat hij het paard doodt. Lambik houdt de wacht bij het vliegtuig van Krimson, maar wordt neergeslagen en zo kan Krimson ontsnappen van het eiland. Lambik heeft echter een deel van de motor uit het vliegtuig gehaald en Krimson stort met het vliegtuig in zee.

Professor Barabas haalt de vrienden op met de R.V.D.1. In zijn laboratorium wordt het paard weer op het schilderij gezet met de teletransfor. Maar dan blijkt Sint Maarten van het doek verdwenen te zijn en hij vertelt dat hij de mensheid niet kan helpen. Iedereen weet dat 1500 miljoen mensen honger lijden, als ze niet helpen dan willen ze dit niet en zijn ze hun eigen welvaart niet waardig. De professor zet Sint Maarten terug op het schilderij, nu hij inziet dat hij de wereld hiermee niet kan helpen. Lambik zegt nog dat geleerden hebben voorgesteld de militaire budgetten aan te wenden om de honger op aarde te bestrijden, maar dit zal helaas niet gebeuren. Het schilderij wordt weer naar het museum gebracht. De vrienden genieten hierna nog van de vakantie op de Kalmthoutse Heide.

Achtergronden bij het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vandersteen baseerde de schurk Krimson, die in dit verhaal debuteert, op een man genaamd Henri Vinoelst, die vaak in zijn dochters' manege langskwam. Na een klacht wegens smaad moest Vandersteen de karikatuur enigszins afzwakken en meer stileren. Ook andere personages die verschijnen in het begin van het verhaal zijn gebaseerd op echte mensen die op deze manege werkten: eigenaar Freddy Wouters, knecht René, hond Twinkle, en de leden Amedee Duuring en Els Smekens. De ontmoeting met Krimson in dit verhaal speelt een grote rol in De zaak Krimson (20-17-2018), waarin de vrienden nog eens terugblikken op hun kennismaking met deze tegenstander en op de gezamenlijke geschiedenis die Lambik en Krimson blijken te hebben.
  • Het verhaal bevat een verwijzing naar Karl May, een andere stripreeks van Vandersteen. Jerom vliegt in strook 63 letterlijk het album uit en belandt dan bij een groep indianen, van wie er een opmerkt: "Mijn blanke broeder is in een verkeerd verhaal terechtgekomen."
  • Het smokkelen van boter van Nederland naar België was een lucratieve bezigheid in de jaren 1950 tot begin jaren 60. Hieraan kwam in 1963 een einde door een gemeenschappelijk landbouwproductenbeleid van de Europese Economische Gemeenschap.[2]
  • Bij iedere hoefslag van het rijmende paard komt er een bloem uit de grond; bij het mythologische paard Pegasus ontstond er een bron door zijn hoefslag.

Aansluiting met andere verhalen[bewerken | brontekst bewerken]

Uitgaven[bewerken | brontekst bewerken]

Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
De Standaard / Het Nieuwsblad 49 22 november 1962 - 1 april 1963 De kwakstralen De sissende sampam
Het Nieuwsblad van het Zuiden 30 9 februari 1963 - 22 juni 1963 De kwakstralen De sissende sampam
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Vlaamse tweekleurenreeks 48 1963 De kwakstralen De sissende sampam
Hollandse tweekleurenreeks 37 / 48 1963 De kwakstralen De sissende sampam
Vierkleurenreeks 96 juni 1969 De kleppende klipper De junglebloem
3 verhalen 1981
Suske en Wiske Collectie 8 1986
Rode klassiek reeks 50 18 november 1998 De kwakstralen De sissende sampam
Originele Verhalen 13 mei 2002
Stripdagen Kalmthout 15 juni 2003
Uitgave VUM-groep 47 30 december 2005 De kwakstralen De sissende sampam

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]