Hoed (mycologie)
De hoed is de technische naam voor de "kap" van een schimmelvruchtlichaam. Het is een typerend kenmerk van de plaatjeszwammen, boleten, en enkele polyporales, Hericium-soorten en ascokarpen.
Andere sporocarptypen hebben een minder duidelijk onderscheid tussen de hoed en de rest van het vruchtlichaam. Sporocarps met een hoed hebben als kenmerk een soort van hymenofoor, zoals lamellen, buisjes of stekeltjes, op de onderkant van de hoed.
Enkele, zoals de grote parasolzwam, hebben kenmerkende samentrekkingen of knobbels en worden omschreven als knobbeligen. Veel schimmels zoals de hanenkam hebben een trechtervormig voorkomen de hoed wordt dan ook infundibuliform genoemd.
Determineren[bewerken | brontekst bewerken]
Vorm[bewerken | brontekst bewerken]
De hoed kan verschillende vormen hebben waarbij de hemispherische en de convexe vorm het meeste voorkomt, meestal wordt de hoed plat bij het rijper worden. De vorm komt veel voor bij bekende paddenstoelen zoals de champignon, verschillende Amanietsoorten en boleten. Enige kenmerken:
- Breedte
- Hoogte
=klokvormig (campanulate)
=kegelvormig (conisch)
=bol (convex)
=ingezonken (depressed)
=vlak (flat)
=trechtervormig (infundibuliform)
=steel excentrisch (offset)
=eivormig (ovate)
=umbillicate
=umbo (umbonate)
=geen
=niet van toepassing
Rand[bewerken | brontekst bewerken]
De rand kan sterk ingerold, neergebogen, iets ingerold, recht, opgewipt, te kort, normaal, overhangend, gekarteld, gaaf, gegolfd, ingescheurd, doorschijnend gestreept of radiair gevoord zijn.
Kleur[bewerken | brontekst bewerken]
Is de hoed hygrofaan (in vochtige toestand donkerder gekleurd dan in droge toestand),
- is het centrum donker of licht
- opdrogend vanuit de rand of het centrum
- is het centrum vochtig of droog
- is de rand vochtig of droog
- is de hoed gezoneerd of gevlekt
Oppervlakte[bewerken | brontekst bewerken]
Velum[bewerken | brontekst bewerken]
Is een velum (ring) aanwezig op de hoed, als vezels, schub, fijngeschubd, plakjes, poeder.
Terminologie voor schimmels |
---|
anamorf · annulus · apothecium · appressorium · ascogonium · ascospore · basidie · basidiospore · beurs · buisjes · chlamydospore · cleistothecium · conidium · conidiofoor · conidiomatum · context · cystidium · dikaryon · fialide · gordijn · gymnothecium · haustorium · heksenkring · hoed · holomorf · hyfe · hygrofaan · hymenium · hymenofoor · lamel · mazaedium · mycorrhiza · oöspore · paddenstoel · parafyse · peridium · perithecium · pseudothecium · pycnidium · rizomorf · schimmeldraad · septum · sporangiofoor · sporangium · spore · sporenafdruk · sporenzakje · sporocyst · steel · sterigma · stroma · teleomorf · trama · uredinium · velum · velum partiale · velum universale · zoöspore · zwamvlok · zygospore |