Hybride oorlogsvoering

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hybride oorlogsvoering of hybride conflictvoering[1] is een concept of theorie van militaire strategie waarbij politieke doelstellingen worden beoogd door een combinatie van conventionele oorlogsvoering, irreguliere oorlogsvoering en cyberoorlogsvoering, het verspreiden van nepnieuws, desinformatie en propaganda, het voeren van diplomatieke en juridische procedures, pogingen tot regimeverandering en (buitenlandse) verkiezingsinterventie. Door fysieke operaties te combineren met subversieve inspanningen wil de agressor doorgaans een openlijk conflict of vergelding vermijden. Hybride oorlogsvoering wordt vooral ingezet door landen die hun tegenstanders willen destabiliseren, zonder inzet van militaire middelen.[2]

Definities[bewerken | brontekst bewerken]

Hybride oorlogsvoering is als 21e-eeuws concept in 2007 voorgesteld door Frank Hoffman.[3] Sedertdien werden uiteenlopende definities opgesteld,[4] waarover geen overeenstemming bestaat. Volgens sommigen is het modewoord, en kan het concept beter begrepen worden in het kader van de militaire strategie.[5]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Hybride oorlogsvoering is van alle tijden.[6] De Chinese strateeg Sun Tzu bedreef reeds in de 4e eeuw voor Christus een vorm van asymmetrische oorlog, en besprak het gebruik van spionnen om bepaalde doelen te bereiken.[1]

20e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Verschillende conflicten tijdens de Koude Oorlog verliepen als hybride confrontaties. De Vietnamoorlog was door de betrokkenheid van uiteenlopende partijen ook een hybride oorlog.[7]

21e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In het Midden-Oosten woedden een reeks hybride conflicten zoals de Israëlisch-Libanese Oorlog (2006), en de machinaties van Islamitische Staat. Sedert de annexatie van de Krim in 2014 wordt hybride oorlogsvoering vanuit NAVO-standpunt vooral toegeschreven aan Rusland.[8] maar ook aan China.