Indicatif présent

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De indicatif présent is een wijs en tijd van het werkwoord in het Frans. Het is de tegenwoordige tijd (le présent) van de indicatief, of onvoltooid tegenwoordige tijd.

De vervoeging verschilt bij regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Vervoeging regelmatige werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

werkwoorden op "-er"[bewerken | brontekst bewerken]

Er is een groep regelmatige werkwoorden die eindigen op -er. De stam wordt verkregen door -er van het hele werkwoord (infinitief) af te halen.

Voorbeeld

Travailler = werken
Travailler → -er = travaille (= stam)

Vervoeging
je travaill-e +e ik werk
tu travaill-es +es jij werkt
il/elle/on travaill-e +e hij/zij/men werkt
nous travaillons +ons wij werken
vous travaillez +ez jullie werken/u werkt
ils/elles travaill-ent +ent zij werken

Alle andere regelmatige werkwoorden op -er worden op dezelfde wijze vervoegd.

werkwoorden op "-re"[bewerken | brontekst bewerken]

Er is een groep regelmatige werkwoorden die eindigen op -re. De stam wordt verkregen door -re van het hele werkwoord (=infinitief) af te halen.

Voorbeeld

perdre = verliezen
perdre → -re = perd (= stam)

Vervoeging
je perds +s ik verlies
tu perd's +s jij verliest
il/elle/on perd hij/zij/men verliest
nous perdons +ons wij verliezen
vous perdez +ez jullie verliezen/u verliest
ils/elles perdent +ent zij verliezen

Alle andere regelmatige werkwoorden op -re worden op dezelfde wijze vervoegd.

werkwoorden op "-ir"[bewerken | brontekst bewerken]

Er is een groep regelmatige werkwoorden die eindigen op -ir. De stam wordt verkregen door -ir van het hele werkwoord (=infinitief) af te halen.

Voorbeeld

finir = eindigen
finir → -ir = fin(= stam)

Vervoeging
je finis +is ik eindig
tu finis +is jij eindigt
il/elle/on finit +it hij/zij/men eindigt
nous finissons +issons wij eindigen
vous finissez +issez jullie eindigen/u eindigt
ils/elles finissent +issent zij eindigen

Alle andere regelmatige werkwoorden op -ir worden op dezelfde wijze vervoegd.

Onregelmatige werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn ook onregelmatige werkwoorden in de Franse taal. Deze werkwoorden moeten uit het hoofd worden geleerd. Hieronder de vervoeging van de meest gebruikte onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

être avoir aller faire pouvoir vouloir devoir boire croire
zijn hebben gaan doen/maken kunnen willen moeten drinken geloven
je / j' suis ai vais fais peux veux dois bois crois
tu es as vas fais peux veux dois bois crois
il/elle/on est a va fait peut veut doit boit croit
nous sommes avons allons faisons pouvons voulons devons buvons croyons
vous êtes avez allez faites pouvez voulez devez buvez croyez
ils/elles sont ont vont font peuvent veulent doivent boivent croient