Irakezen in Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Nederland Irakezen in Nederland
Vlag van Irak العراقيون في هولندا
Ambassade van de Republiek van Irak in Den Haag
Totale bevolking 64.653 per 1 januari 2020
Verspreiding Agglomeratie Den Haag, Stadsregio Rotterdam, Twente, Utrecht, Groot-Amsterdam, Arnhem, Nijmegen
Taal Nederlands, Arabisch, Koerdisch,Aramees
Geloof meerderheid: islamitisch (±61%)

minderheid: christelijk (18%) en niet-religieus (16%)

Portaal  Portaalicoon   Landen & Volken

Met Irakezen in Nederland (Arabisch: العراقيون في هولندا) worden in Nederland levende Irakezen, of Nederlanders van Iraakse afkomst aangeduid. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woonden er per 1 januari 2020 zo’n 64.653 Nederlanders met een Iraakse migratieachtergrond in Nederland.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf begin jaren tachtig kwamen de eerste Iraakse asielmigranten naar Nederland. Dit waren overwegend Koerden, die op de vlucht sloegen voor het geweld tegen hun strijd om (meer) autonomie. In deze periode vond ook de Irak-Iranoorlog plaats. In 1990 startte de Tweede Golfoorlog met de inval in Koeweit. Vanaf 1992 nam het aantal asielverzoeken van Irakezen in Nederland sterk toe, waarbij de aanwezigheid van familie en vrienden een belangrijke reden vormde om voor Nederland te kiezen. Aan het einde van de jaren negentig bereikte het aantal asielaanvragen van Irakezen zijn hoogtepunt. Na de eeuwwisseling daalde het aantal asielzoekers uit Irak, om vanaf 2005 weer te stijgen. Vanwege de situatie in Irak gold tussen 2002 en 2008 een categoriaal beschermingsbeleid voor Irakezen, waardoor het aantal asielverzoeken weer steeg.[2]

Demografie[bewerken | brontekst bewerken]

Bevolkingsontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

De Irakezen wonen verspreid over Nederland. Absoluut gezien wonen de meeste Irakezen in de provincie Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland, Gelderland en Overijssel. Er bestaat een voorkeur om naar de Randstad te verhuizen na het verkrijgen van een verblijfsvergunning.

De bevolkingsontwikkeling van de Irakezen in Nederland
Jaar 1996 2000 2005 2010 2015 2019
Groningen 529 1.141 1.242 1.376 1.327 1.515
Friesland 510 1.844 2.032 2.056 1.828 2.059
Drenthe 292 1.072 1.105 1.420 1.427 1.660
Overijssel 1 065 3.375 4.184 5.348 6.220 6.783
Flevoland 350 1.132 1.938 2.603 2.615 2.982
Gelderland 1.182 3.665 5.020 5.526 6.077 7.115
Utrecht 983 2.447 3.266 3.935 4.259 5.074
Noord-Holland 2.228 4.932 6.639 7.889 8.473 9.424
Zuid-Holland 2.380 8.810 11.977 13.977 14.822 16.943
Zeeland (provincie) 313 592 651 691 617 696
Noord-Brabant 952 2.902 3.878 4.823 5.053 5.875
Limburg 494 1.537 1.776 2.458 2.518 2.882
Nederland (totaal) 11.278 33.449 43.708 52.102 55.236 63.008

Van de Irakezen in Nederland heeft 11% een autochtone partner.

Taal[bewerken | brontekst bewerken]

Ruim 90% van de Irakezen in Nederland beheerst hun herkomsttaal, terwijl 76% het moeiteloos kan lezen en 72% het moeiteloos kan schrijven. Van de Iraakse Nederlanders spreekt slechts 40% moeiteloos Nederlands, 46% kan moeiteloos Nederlands lezen en 42% moeiteloos Nederlands schrijven. Vooral (oudere) Iraakse vrouwen spreken relatief weinig Nederlands. De jongere generatie beheerst de Nederlandse taal beter dan de oudere generatie.

Religie[bewerken | brontekst bewerken]

Van de Iraakse Nederlanders rekent 84% zich tot een geloof, waarvan een meerderheid islamitisch (71%). Er is een substantiële minderheid die zich tot het christendom rekent (±21%). Van de Iraakse moslims in Nederland eet 69% uitsluitend halal, vast 50% alle dagen van de Ramadan, bidt 50% vijf keer per dag en draagt 38% van de vrouwen een hoofddoek. Verder bezoeken Iraakse gelovigen nooit of nauwelijks een godsdienstige bijeenkomst (54%), terwijl 16% wekelijks een godsdienstige bijeenkomst bijwoont (10% van de moslims en 35% van de christenen).

Onderwijs[bewerken | brontekst bewerken]

De gerealiseerde opleidingsniveau van Iraakse Nederlanders is vergelijkbaar met die van Afghaanse Nederlanders. Er is een grote groep hoogopgeleiden (28%), een vergelijkbaar percentage met autochtone Nederlanders.[2] Maar er is ook een grote groep die maximaal basisonderwijs heeft genoten (30%) en er zijn veel minder personen op het niveau van mbo/havo/vwo (28%) vergeleken met autochtone Nederlanders.

Economie[bewerken | brontekst bewerken]

Van de Iraakse Nederlanders heeft 4,6% een eigen onderneming, vooral in de detailhandel en horeca. In 2008 waren er ongeveer 1.618 zelfstandige ondernemers van Iraakse afkomst, een verachtvoudiging vergeleken met 198 zelfstandige ondernemers in 1998.[2] Ongeveer 28% van de Irakezen is werkloos.

Bekende Irakezen in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]