Isabella van Lotharingen (1400-1453)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Isabella van Lotharingen
1400-1453
Isabella van Lotharingen, 17e-eeuws portret.
Hertogin van (Opper-)Lotharingen
Samen met René (1431-1453)
Periode 1431–1453
Voorganger Karel II
Opvolger Johan II
Koningin-gemalin van Napels
Periode 1435–1442
Vader Karel II van Lotharingen
Moeder Margaretha van Wittelsbach
Dynastie huis Châtenois
Partner René I van Anjou
Kinderen zie "Kinderen"

Isabella I van Lotharingen (1400 - Angers, 28 februari 1453) was regerende hertogin van Lotharingen uit het adellijk huis Châtenois. Zij regeerde van 1431 tot 1453 in dit hertogdom van het Rooms-Duitse Rijk, dat haar man René I van Anjou, co-hertog, verenigde met zijn hertogdom Bar. Isabella was als zijn gemalin ook hertogin van Anjou, koningin van Napels en Jeruzalem, alsook gravin van Maine, Provence, Forcalquier en van Guise[1].

Isabella I van Lotharingen (links) en René van Anjou (rechts), voormalig graf in de kathedraal van Angers.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Isabella was een dochter van hertog Karel II van Lotharingen en Margaretha van Wittelsbach (1376-1434). Haar vader had zich van het pro-Engelse en pro-Bourgondische kamp afgekeerd in de Honderdjarige Oorlog. Hij had een bondgenootschap met de dauphin gesloten, de latere Karel VII van Frankrijk die geholpen werd door Jeanne d'Arc. Als gevolg hiervan was Isabella uitgehuwelijkt aan René I van Anjou, een medestander van kroonprins Karel. Zij huwden in Nancy in 1420. Kort nadien versloeg René I van Anjou zijn concurrent Adolf van Gulik-Berg in het hertogdom Bar (1422) en werd hij hertog van Bar.

Bar en Lotharingen[bewerken | brontekst bewerken]

Na de dood van haar vader Karel II (1431) werd Isabella beleend met het hertogdom Lotharingen. Haar man verenigde Lotharingen met zijn hertogdom Bar doch beide hertogdommen behielden hun instellingen[2]. Van 1431 tot 1437 hield hertog Filips de Goede van Bourgondië haar man gevangen; Filips betwistte immers haar bestuur, als vrouw, over Lotharingen. Isabella bestuurde ondertussen als regentes de verschillende losse vorstendommen van haar man, inclusief Napels waar ze met een leger heen trok (1435). Dit was nodig om de ambitieuze koning Alfons V van Aragon van het huis Trastamara te stoppen. Pas in 1438 geraakte René bij zijn vrouw in Napels doch ze moesten vervolgens de vlucht nemen voor de Aragonezen.

Wanneer Isabella stierf in 1453 gaf René I de hertogskroon van Lotharingen door aan zijn zoon Jan II doch behield zijn hertogdom Bar. René I liet een praalgraf voor zijn vrouw en zichzelf bouwen in de kathedraal van Angers. René I schreef het verdriet van weduwnaar neer in twee manuscripten: Le Mortifiement de Vaine Plaisance en Le Livre du Cuer d'Amours Espris[3].

Kinderen[bewerken | brontekst bewerken]

Isabella en René hadden de volgende kinderen:

Voorouders[bewerken | brontekst bewerken]

Voorouders van Isabella van Lotharingen
Overgrootouders Rudolf van Lotharingen (1320-1346)
∞ 1334
Marie van Blois (1323-1363)
Everhard II van Württemberg (1315-1392)
∞ 1342
Elisabeth van Henneberg-Schleusingen
Ruprecht II van de Palts (1325-1398)

Beatrix van Sicilië (1326-1365)
Frederik V van Neurenberg (1333-1398)

Elisabeth van Meißen (1329-1375)
Grootouders Jan I van Lotharingen (1346-1390)
∞ 1361
Sophia van Württemburg (1343-1369)
Ruprecht van de Palts (1352-1410)

Elisabeth van Neurenberg (1358-1411)
Ouders Karel II van Lotharingen (1364-1431)
∞ 1361
Margaretha van Wittelsbach (1376-1434)

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]