Italiaanse presidentsverkiezing 2013

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Italiaanse presidentsverkiezing 2013
Datum 18 april 2013 - 20 april 2013
Land Vlag van Italië Italië
Nieuwe President Giorgio Napolitano
Vorige President Giorgio Napolitano
Opvolging verkiezingen
2006     2020
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Een indirecte presidentiële verkiezing wordt sinds 18 april 2013 gehouden in Italië.[1] De leden van het Parlement en de regionale delegaties zijn stemgerechtigd. De meeste van deze leden zijn gekozen tijdens de Italiaanse parlementsverkiezingen 2013. Als de president van Italië vertegenwoordigt hij of zij de nationale eenheid en garandeert dat de Italiaanse politiek zich houdt aan de grondwet, in het kader van een parlementair stelsel. Voor de zesde stemronde op 20 april 2013 maakte president Giorgio Napolitano bekend dat hij zich opnieuw kandidaat stelde voor een tweede termijn om de politieke impasse te doorbreken.[2] Tijdens het tellen van de stemmen van de zesde stemronde werd bekend dat president Giorgio Napolitano zeker was van 504 stemmen en dat hij was herkozen.[3]

Procedure[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de Italiaanse grondwet, moeten de verkiezingen worden gehouden in de vorm van geheime stemming, met de senatoren, de afgevaardigden en 58 regionale vertegenwoordigers. De verkiezing wordt gehouden in het Palazzo Montecitorio de thuisbasis van de Camera dei deputati. De eerste drie stemmingen vereisen een tweederdemeerderheid van de 1007 stemgerechtigden om een president te kiezen, in dit geval 672 stemmen. Vanaf de vierde stemronde is een meerderheid van 504 stemmen voldoende. De verkiezing werd geleid door Laura Boldrini de voorzitter van de Camera dei deputati die de leiding had over het tellen van de stemmen. Een presidentiële termijn duurt zeven jaar. De betreffende termijn van Giorgio Napolitano eindigde op 15 mei 2013. Op 22 april 2013 werd Napolitano opnieuw beëdigd als president.

Uitslag[bewerken | brontekst bewerken]

In de eerste 3 stemrondes was er een meerderheid nodig van 672 stemmen. Vanaf de 4e stemronde is een meerderheid voldoende van 504 stemmen.

Kandidaat 1e ronde 2e ronde 3e ronde 4e ronde 5e ronde 6e ronde
Franco Marini 521 15 6 3 2
Stefano Rodotà 240 230 250 213 210 217
Sergio Chiamparino 41 90 4
Romano Prodi 14 13 22 395 2
Emma Bonino 13 10 4 9
Massimo D'Alema 12 38 34 15 2 4
Giorgio Napolitano 10 4 12 2 20 738
Anna Finocchiaro 7 4
Anna Maria Cancellieri 2 9 78 3
Mario Monti 2
Alessandra Mussolini 15 5
Sergio De Caprio 9 7 8
Cosimo Sibilia 7
Rosy Bindi 6
Paola Severino 5
Silvio Berlusconi 4
Pier Luigi Bersani 4
Ricardo Antonio Merlo 3 4
Pierluigi Castagnetti 2 2
Michele Cucuzza 2
Arnaldo Forlani 2
Pietro Grasso 2
Maria Grazia Maniscalco 2
Antonio Palmieri 2 5
Claudio Sabelli Fioretti 2 8
Daniela Santanchè 2
Santo Versace 2
Ilaria Borletti Buitoni 3
Gianroberto Casaleggio 3
Fabrizio Cicchitto 3
Gherardo Colombo 3
Ermanno Leo 3
Roberto Di Giovan Paolo 2
Antonio Martino 2
Nicolò Pollari 2
Rosario Monteleone 15
Claudio Zin 4
Andere kandidaten 18 41 44 7 14 6
Blanco 104 418 465 15 445 10
Ongeldige stemmen 15 14 47 4 17 12
Absenties 8 59 58 275 266 10
Totaal 1.007 1.007 1.007 1.007 1.007 1.007
Bron: Parlement van Italië

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]