Jürgen Stroop
Jürgen Stroop | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Jürgen Stroop, na arrestatie door de Amerikanen.
| ||||
Bijnaam | Josef "Juzik" | |||
Geboren | 26 september 1895 Detmold, Noordrijn-Westfalen, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 6 maart 1952 Warschau, Polen | |||
Rustplaats | Onbekend[1] | |||
Land/zijde | ![]() ![]() | |||
Onderdeel | ![]() ![]() ![]() | |||
Dienstjaren | 1914 - 1919 1932 - 1945 | |||
Rang | ![]() ![]() SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS en politie | |||
Eenheid | 3. SS-Panzer-Division Totenkopf | |||
Bevel | Höhere SS- und Polizeiführer voor Warschau | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|


Jürgen Stroop (Detmold, 26 september 1895 - Warschau, 6 maart 1952) gaf als SS-Gruppenführer leiding aan het neerslaan van de opstand in het getto van Warschau in 1943.
Jürgen Stroop werd als Josef Stroop geboren. Hij groeide in Detmold op en ging na zijn schooltijd werken bij het kadaster in Detmold. In de Eerste Wereldoorlog nam hij vrijwillig dienst en klom op tot Vice Feldwebel. Na de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug bij het kadaster en werkte daar tot 1933.
In juli 1932 werd hij lid van de SS en in september 1932 van de NSDAP. Tijdens de verkiezingscampagne van 1932 kwam Stroop in het vizier van Adolf Hitler, Heinrich Himmler en Hermann Göring. In maart 1933 werd hij hoofd van de hulppolitie in de deelstaat Lippe. Gedurende de jaren dertig klom hij op in de SS-hiërarchie. Na de Poolse Veldtocht in 1939 werd Stroop bevelhebber van de SS-troepen in Gnesen (Gniezno).
Op 9 mei 1941 veranderde Stroop zijn voornaam om levensbeschouwelijke redenen en ter nagedachtenis aan zijn gestorven zoon van Josef in Jürgen.[2]
Stroop kreeg van Himmler persoonlijk de opdracht om als bevelhebber van eenheden van SS, politie en Wehrmacht de opstand neer te slaan in het getto van Warschau (19 april tot 16 mei 1943). Tijdens deze opstand namen ongeveer 600 licht bewapende Joodse strijders van de verzetsorganisaties Żydowska Organizacja Bojowa - ŻOB en Żydowski Związek Wojskowy - ZZW het op tegen ongeveer 2000 man Duitse troepen, die door tanks en artillerie werden ondersteund. De Joodse strijders hielden het vier weken vol en sneuvelden bijna allen.
Na de opstand telegrafeerde Stroop triomferend aan zijn directe chef, SS-Obergruppenführer Friedrich-Wilhelm Krüger: „Das ehemalige jüdische Wohnviertel Warschau besteht nicht mehr.“[3] Bij deze actie werden 17.000 Joden in het getto vermoord, 7000 naar het vernietigingskamp Treblinka en 42.000 naar het kamp Majdanek gestuurd.
Stroop kreeg voor zijn optreden het IJzeren Kruis eerste klasse. Hij documenteerde zijn optreden in het zogenaamde Stroop-Bericht. Na het neerslaan van de opstand werd Stroop benoemd tot Höhere SS- und Polizeiführer (HSSPF) voor Warschau (in Nederland had Hanns Albin Rauter deze functie). Als HSSPF werd hij in september 1943 naar Griekenland overgeplaatst en in november 1943 naar Wiesbaden, waar hij tot het einde van de oorlog bleef.
Een van de drie exemplaren van het Stroop-Bericht kwam in Amerikaanse handen en diende als bewijsmateriaal tijdens de Processen van Neurenberg.[4] Bij een proces in Dachau werd Stroop op 21 maart 1947 ter dood veroordeeld wegens oorlogsmisdaden jegens Amerikaanse piloten. Het vonnis werd echter niet uitgevoerd, maar Stroop werd aan Polen uitgeleverd. Hier werd hij op 23 juli 1951 wederom ter dood veroordeeld. Op 6 maart 1952 werd hij in Mokotów, Warschau opgehangen.
Militaire loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]
- Generalleutnant der Waffen-SS: 20 april 1944[5]
- SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Polizei: 9 november 1943[5]
- SS-Brigadeführer en Generalmajor der Polizei: 16 september 1942[5]
- SS-Obersturmführer der Reserve (Waffen-SS): 30 januari 1942[5]
- Oberst der Polizei: 1 januari 1942[5]
- SS-Oberführer: 10 september 1939[5]
- SS-Standartenführer: 12 september 1937[6][5]
- SS-Obersturmbannführer: 20 april 1936[7][5]
- SS-Sturmbannführer: 20 april 1935[8][5]
- SS-Sturmhauptführer: 8 maart 1934[9][5]
- SS-Truppführer: 15 februari 1933[5]
- SS-Scharführer: 22 oktober 1932[5]
- Feldwebel: 1919
Registratienummers[bewerken | brontekst bewerken]
Decoraties[bewerken | brontekst bewerken]
- IJzeren Kruis 1914, 2e klasse[6]
- IJzeren Kruis 1939, 1e klasse
- Gewondeninsigne 1939 in zwart[6]
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939, 2e klasse
- Storminsigne van de Infanterie in september 1941
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 1e klasse en 2e klasse
- Ehrendegen des Reichsführers-SS
- SS-Ehrenring[8]
- Erekruis voor de Wereldoorlog[6][5]
- Landesorden[6][5]
- Traditiespeld Gau Wartheland in november 1942[5]
- Dienstonderscheiding van de NSDAP in brons (voor 10 dienstjaren)[5]
- Dienstonderscheiding van de SS[5]
- Rijksinsigne voor Sport in goud[6][5]
- Duitse Ruiter Onderscheiding[5]
- Sportinsigne van de SA in goud[7]
Bronnen, noten en/of referenties
|