Schatorjé begon zijn voetbalcarrière als jeugdspeler bij de plaatselijke RKSV Wittenhorst waar hij op 16-jarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal maakte. Na enkele seizoenen voor Wittenhorst gespeeld te hebben en drie keer kampioen te zijn geworden verkaste de vlugge buitenspeler in 1952 naar VVV. Na het contracteren van Faas Wilkes in 1956 was er geen plaats meer voor hem bij de Venlose club die hem voor 8.000 gulden verkocht aan Vitesse.[1] Daar werd hij direct in zijn eerste seizoen clubtopscorer met 16 goals.
Na Wilkes' vertrek twee jaar later haalde VVV hem weer terug voor een bedrag van 10.000 gulden.[2] De linkeraanvaller die befaamd was vanwege zijn harde schot, vaak uit een 'onmogelijke' hoek, maakte deel uit van het VVV-elftal dat in 1959 de KNVB-bekerfinale veroverde dankzij een 4-1 overwinning op ADO. Schatorjé scoorde in die wedstrijd het vierde doelpunt.