Jean-Marie Guyau
Uiterlijk
Jean-Marie Guyau | ||
---|---|---|
Algemene informatie | ||
Volledige naam | Jean-Marie Guyau | |
Geboren | 8 oktober 1854 Laval | |
Overleden | 31 maart 1888 Menton | |
Nationaliteit | Frans | |
Beroep | wijsgeer | |
Bekend van | citaat: Wie zich in zelfonderzoek te buiten gaat, is noodzakelijk ongelukkig |
Jean-Marie Guyau (Laval, 8 oktober 1854 – Menton, 31 maart 1888) was een Franse filosoof en dichter.
Hij was de zoon uit het eerste huwelijk van schrijfster Augustine Tuillerie (bekend onder haar pseudoniem G. Bruno) met Jean Guyau, een fabricant van doeken.[1]
Giyau was als wijsgeer positivist en evolutionist.[2] Hij werd daarbij geïnspireerd door de filosofen Epicurus, Epictetus, Plato, Immanuel Kant en Herbert Spencer en door de gedichten en literatuur van Pierre Corneille, Victor Hugo en Alfred de Musset.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Essai sur la morale littéraire. 1873.
- Mémoire sur la morale utilitaire depuis Epicure jusqu'à l'ecole anglaise. 1873
- Première année de lecture courante. 1875.
- Morale d'Epicure. 1878.
- Morale anglaise contemporaine. 1879.
- Vers d'un philosophe.
- Problèmes de l'esthétique contemporaine. 1884.
- Esquisse d'une morale sans obligation ni sanction. 1884.
- Irréligion de l'avenir. 1886, engl. The Non-religion of the future, New York 1962
- L'Art au point de vue sociologique. 1889.
- Education et Heredite. Etude sociologique. Paris 1902.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ (fr) Augustine Tuillerie épouse Fouillée, dite G. Bruno: Femme de lettres. Nouvelles Branches - généalogie. Geraadpleegd op 31 augustus 2024.
- ↑ Koninklijke Bibliotheek