Joan Melchior Kemper
Joan Melchior Kemper | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Joan Melchior Kemper | |||
Geboren | 26 april 1776 | |||
Overleden | 20 juli 1824 (48 jr.) | |||
Partij | Regeringsgezind | |||
Titulatuur | Prof. Jhr. Mr. | |||
Politieke functies | ||||
1813 | commissaris-generaal van het Algemeen Bestuur te Amsterdam | |||
vanaf 1813 | lid stedelijke raad van Amsterdam | |||
1814 | lid Vergadering van Notabelen | |||
1817-1824 | lid Tweede Kamer | |||
|
Joan Melchior Kemper (Amsterdam, 26 april 1776 - Leiden, 20 juli 1824[1]) was een Nederlands jurist en politicus.
Familie[bewerken | brontekst bewerken]
Kemper was lid van de familie Kemper en vader van het Tweede Kamerlid Jeronimo de Bosch Kemper.
Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]
Kemper was een staatsrechtsgeleerde en staatsman uit de periode van koning Willem I. Hij promoveerde in 1796 op het proefschrift Disputatio juris de jctorum Romanorum principio, quod contra bonos mores fiat, id jure ratum esse non oportere. Aanvankelijk was hij hoogleraar burgerlijk recht en natuurrecht in Harderwijk en vanaf 1806 in Amsterdam. In 1809 werd hij hoogleraar in Leiden, waar hij een prominent wetenschapper werd. Bij de Omwenteling van 1813 speelde hij een belangrijke rol, omdat hij de proclamatie opstelde waarmee Erfprins Willem zich uitriep tot soeverein vorst. De vorst verhief hem later in de adelstand en benoemde hem in 1817 tot Tweede Kamerlid. Als voorzitter van diverse commissies, onder andere ter opstelling van het eerste Burgerlijk Wetboek, en als Kamerlid had hij een belangrijk aandeel in de codificatie van het recht. Kemper behoorde tot de meer onafhankelijke Kamerleden.
Na zijn dood in 1824 werd hij als hoogleraar natuur-, staats-, volken-, en strafrecht opgevolgd door Hendrik Cock.[2]
-
Plaquette in Leiden
-
Portret door D.P.G. Humbert de Superville (uitsnede)
-
Gravure
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
Voorganger: Sebald Justinus Brugmans |
Rector magnificus van de Universiteit Leiden 1813–1816 |
Opvolger: Joannes van Voorst |
Bronnen, noten en/of referenties
|