Josef Winkler

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Josef Winkler

Josef Winkler (Kamering, 3 maart 1953) is een Oostenrijks schrijver.

Hij werd in Karinthië geboren en woont in Klagenfurt. Van 1973 tot 1982 werkte hij voor het bestuur van de Universität für Bildungswissenschaften te Klagenfurt, maar was vanaf 1979 vrijgesteld. In die tijd organiseerde hij met Alois Brandstetter een literaire werkgroep en gaf hij het literaire tijdschrift Schreibarbeiten uit. Met zijn roman Menschenkind won hij in 1979 de prijs van de uitgever bij de Ingeborg-Bachmann-Preis, die in dat jaar naar Gert Hofmann ging. Zijn volgende twee romans, Der Ackermann aus Kärnten en Muttersprache, vormden samen met Menschenkind de trilogie Das wilde Kärnten.

Een belangrijk thema in Winklers werk is homoseksualiteit, en hij maakt gebruik van de werken van Jean Genet en Hans Henny Jahnn om zich in deze materie literair te oriënteren; uitgaande van zijn persoonlijke, autobiografische ervaringen, beschrijft hij de sociale en maatschappelijke implicaties van homoseksualiteit in de patriarchale, katholieke omgeving van Karinthië. Van Genet en Jahnn onderging hij verder ook de expressionistische uitdrukkingsvormen. Zijn laatste werk, Leichnam, seine Familie belauernd, is een verzameling van tachtig korte prozaschetsen. Josef Winkler is lid van de Grazer Autorenversammlung en de Interessengemeinschaft österreichischer Autorinnen & Autoren.

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1979 Menschenkind
  • 1980 Der Ackermann aus Kärnten
  • 1982 Muttersprache
  • 1983 Die Verschleppung
  • 1987 Der Leibeigene
  • 1990 Friedhof der bitteren Orangen
  • 1992 Das Zöglingsheft des Jean Genet
  • 1995 Das wilde Kärnten
  • 1996 Domra
  • 1998 Wenn es soweit ist
  • 2001 Natura Morta. Römische Novelle
  • 2003 Leichnam, seine Familie belauernd
Zie de categorie Josef Winkler van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.