Joseph de Riquet de Caraman Chimay (1836-1892)
Marie Joseph (II) Guy Henri Philippe de Riquet de Caraman Chimay (Menars, 9 oktober 1836 - Brussel, 29 maart 1892), 18de prins van Chimay, prins van Caraman, was een Belgisch minister en volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Partij.
Familie
[bewerken | brontekst bewerken]Joseph behoorde tot de prinselijke familie De Riquet de Caraman. Hij was de oudste zoon van prins Joseph de Riquet de Caraman et de Chimay en van Émilie Pellapra.
Hij trouwde op 15 juni 1857 te Parijs met Marie-Joséphine de Montesquiou de Fézensac (1834-1884). Het paar kreeg zes kinderen:
- Joseph III (1858-1937), 19de prins van Chimay, getrouwd met Clara Ward en later Gilone Le Veneur de Tillières
- Elisabeth (1860-1952), getrouwd met graaf Henri Greffulhe
- Pierre (1862-1913), getrouwd met Marthe Werlé
- Ghislaine (1865-1955), ongehuwd, hofdame van koningin Elisabeth
- Geneviève (1870-1961), getrouwd met Camille Pochet le Barbier de Tinan
- Alexandre (1873-1951), getrouwd met prinses Hélène Bibesco, vervolgens met Mathilde Elisabeth Loewenguth.
Na de dood van zijn vrouw in 1884 hertrouwde de prins op 2 september 1889 te Brussel met Marie-Mathilde de Barandiaran (1862-1919).
Carrière
[bewerken | brontekst bewerken]Hij doorliep een diplomatieke carrière:
- 1855: gezantschapsattaché, toegewezen aan de centrale administratie;
- 1858: gezantschapssecretaris tweede klasse;
- 1859: toegewezen aan de Handelsdirectie;
- 1862: toegewezen aan de Missie in Parijs;
- 1862: gezantschapssecretaris eerste klasse;
- 1864: toegewezen aan de Missie in Rome;
- 1865: toegewezen aan de Missie in Sint-Petersburg;
- 1867: zaakgelastigde in Bern;
- 1870: gezantschapsraadsheer;
- 1877: minister-resident.
In oktober 1870 werd hij benoemd tot gouverneur van Henegouwen en oefende dit ambt uit tot in juni 1878.
Hij stelde zich kandidaat voor volksvertegenwoordiger in het arrondissement Thuin, waar de liberalen sterk stonden. Toch raakte de katholieke prins bijna verkozen omdat hij zijn kiezers rijkelijke (chocolade)feesten gaf, wat hem de bijnaam "prince chocolat" gaf.[1]
In juni 1882 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Partij in het arrondissement Philippeville en vervulde dit mandaat tot aan zijn dood.
In 1884 werd hij minister van Buitenlandse Zaken in de regering-Auguste Beernaert en ook dit ambt vervulde hij tot aan zijn dood. In 1885 was hij Belgisch afgevaardigde op de Koloniale Conferentie van Berlijn.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Jean-Luc DE PAEPE & Christiane RAINDORF-GERARD, Le Parlement Belge, 1831-1894. Données biographiques, Brussel, 1996.
- Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1997, Brussel, 1997.
Externe link
[bewerken | brontekst bewerken]Voorganger: Louis Troye |
Provinciegouverneur van Henegouwen 1870-1878 |
Opvolger: Auguste Wanderpepen |
Voorganger: Alphonse de Moreau |
Minister van Buitenlandse Zaken 1884-1892 |
Opvolger: Henri de Mérode-Westerloo |
- ↑ DEFUISSEAUX, L., Les hontes du vote censitaire, Brussel, Séverin Plapied éditeur, p.126.