Josepha Barbara Auernhammer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Josepha Aurnhammer)
Josepha Barbara Auernhammer
Bijnaam Josepha von Auernhammer, Josepha Auerhahn, Josepha Bessenig, Josepha Bösenhönig, Josepha Pößkönig
Geboren Wenen, gedoopt 25 september 1758
Overleden Wenen, 31 januari 1820
Land Oostenrijk
Nevenberoep muziekpedagoge en pianiste
Leraren Wolfgang Amadeus Mozart
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Josepha (Josephine) Barbara Auernhammer (ook: Josepha von Auernhammer, Josepha Aurnhammer, Josepha Auerhammer, Josepha Auerhahn, Josepha Bessenig, Josepha Bösenhönig, Josepha Pößkönig) (Wenen, gedoopt 25 september 1758 – aldaar, 31 januari 1820) was een Oostenrijks componiste, muziekpedagoge en pianiste. Als pianiste was zij een veel geachte en graag gehoorde virtuoos op verschillende Weense podia. Omdat zij meester-leerling van Wolfgang Amadeus Mozart was, zijn vooral de werkzaamheden tussen de jaren 1780 tot 1790 gedocumenteerd. Haar pianospel met Mozart werd door Abbé Stadler enthousiast beschreven. Zij was Mozart een hulp bij de druklegging en publicaties van meerdere van zijn werken.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Auernhammer kreeg vanaf 1778 pianoles en muziektheoretisch onderwijs bij Georg Friedrich Richter en Leopold Antonín Koželuh en sinds 1781/1782 ook bij Wolfgang Amadeus Mozart. In november 1781 heeft zij de druk van de zes sonates voor viool en piano (KV 296) van Mozart gecontroleerd; overigens een uitgave, die aan haar opgedragen is. Vanaf 1782 zijn verschillende gezamenlijke optredens van Auernhammer en Mozart aan de piano gedocumenteerd. Toen zij in 1782 uit het huis van de ouders vertrok kreeg zij op advies van Mozart een woning bij de barones von Waldstätten.

Vanaf 1785 concerteerde zij regelmatig in het Burgtheater, het Kärntnertortheater en andere concertgebouwen in Wenen. Verder was zij voor diverse muziekuitgeverijen in Wenen bezig bij de druklegging van pianowerken, en in 1785 droeg haar de muziekuitgever Torricella in Wenen de druk van Mozarts KV 265 op.

Op 23 mei 1786 huwde zij de ambtenaar Johann Bessenig (ca. 1752-1837). Haar muzikale carrière zette zij verder onder haar meisjesnaam voort. Een van haar drie kinderen, Marianna Clara, genoemd Anna, werd later als zangeres en zanglerares werkzaam.

Vanaf 1788 was zij als pianolerares bezig. Verder componeerde zij nu ook en publiceerde in 1792 bijvoorbeeld de 6 Variationen auf die Aria "Der Vogelfänger bin ich ja". Vanaf 1804 zijn ook gezamenlijke optredens met haar dochter Anna bekend.

Composities[bewerken | brontekst bewerken]

Vocale muziek[bewerken | brontekst bewerken]

Liederen[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1790 6 deutsche Lieder beim Klavier zu singen

Kamermuziek[bewerken | brontekst bewerken]

  • Pace caro mio sposo
  • Sonate in C majeur, voor viool en piano

Werken voor piano[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1791 Zes variaties over "Nel cor più non mi sento (G. Paisello: La Molinara)"
  • 1792 Zes variaties over "Der Vogelfänger bin ich ja (W.A. Mozart: Die Zauberflöte)"
  • 1794 Acht variaties over de contredans "La ballo intitolato la figlia mal Castodita"
  • 1799 Zes variaties over "La stessa, la stessissima (Antonio Salieri)"
  • 1801 Zes variaties
  • 1803 Zes variaties over een mars (Luigi Cherubini: "Les deux jorunées")
  • 1810 Zes variaties over een Hongaars thema
  • 2 sonates
  • Tien variaties over een thema uit het ballet "Les folies amoureuses"
  • Tien variaties, op. 63

Werken voor klavecimbel[bewerken | brontekst bewerken]

  • Six menuets pour le clavecin

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hiroko Hirasawa: Josepha Barbara von Auernhammer - Schülerin Mozarts, Pianistin, Komponistin, Wien, Phil. Dipl. Universität Wien 1993.
  • Adel Heinrich: Organ and harpsichord music by women composers, New York: Greenwood Press, 1991. ISBN 0-313-26802-9
  • Patricia Adkins Chiti: Donne in musica, Rome: Bulzoni Editore, 1982, 200 p.
  • Aaron I. Cohen: International encyclopedia of women composers : classical and serious music, New York: R. R. Bowker, 1981, 597 p.
  • Karl Wagner: Abbé Maximilian Stadler: seine Materialien zur Geschichte der Musik unter den österreichischen Regenten, Kassel: Bärenreiter, 1978, 226 p.
  • Otto Erich Deutsch: Das Fräulein von Auernhammer, in: Mozart-Jahrbuch 1958, Salzburg 1959. S. 12-17.
  • Altman Kellner: Musikgeschichte des Stiftes Kremsmünster, Kassel: Bärenreiter, 1956, 826 p.
  • François-Joseph Fétis: Biographie Universelle des Musiciens et bibliographie générale de la musique, Paris: Firmin-Didot et Cie., 1881-89, 8 vols. Supplement et complement. 2 vols. ISBN 2-84575-049-8; heruitgave 2006, Adamat Media Corporation, ISBN 0-543-98534-2 (paperback); ISBN 0-543-98533-4 (hardcover)
  • Constantin von Wurzbach: Biographisches Lexikon des Kaiserthums Österreich : enthaltend die Lebensskizzen der denkwardigen Personen, welche 1750 bis 1850 im Kaiserstaate und in seinen Kronländern gelebt haben ..., 60 Bände., Wien: 1856-91
  • Ernst Ludwig Gerber: Neues historisch biographisches Lexikon der Tonkünstler, welches Nachrichten von dem Leben und den Werken musikalischer Schriftsteller, berühmter Componisten, Sänger, Maister auf Instrumenten, Orgel- und Instrumentenmacher etc. aus allen Nationen enthält ..., 4 Bde., Leipzig: 1812-14.
  • Johann Georg Meusel: Teutsches Künstler-Lexikon oder Verzeichnis der jetzt lebenden Teutschen Künstler ..., 2 Bde., Lemgo: 1808-09.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]