Kabinet-Biesheuvel I

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kabinet-Biesheuvel I
De bordesscène van de ministers van het kabinet-Biesheuvel I met links in het midden koningin Juliana bij Huis ten Bosch op 6 juli 1971
Coalitie KVP, VVD, ARP, CHU, DS'70
Zeteltal TK 35 + 16 + 13 + 10 + 8 = 82
Premier Barend Biesheuvel
Beëdiging 6 juli 1971
Demissionair 19 juli 1972
Ontslagdatum 9 augustus 1972
Voorganger De Jong
Opvolger Biesheuvel II
Zetels in de Tweede Kamer
Overzicht kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Het kabinet-Biesheuvel I was het Nederlandse kabinet van 6 juli 1971 tot 9 augustus 1972. Het kabinet werd gevormd op basis van een regeerakkoord van de Tweede Kamerfracties van de Katholieke Volkspartij (KVP), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Democratisch Socialisten '70 (DS'70) na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. Hiermee was in het politieke spectrum vooral het centrum goed vertegenwoordigd.

Het kabinet-Biesheuvel I was een dubbel meerderheidskabinet dat zowel in de Eerste Kamer als Tweede Kamer kon rekenen op een ruime meerderheid. Het was het eerste en laatste kabinet waarin de Democratisch Socialisten '70, een rechtse afsplitsing van de PvdA, regeringsdeelname hadden.[1] Het premierschap van Biesheuvel was in staatsrechtelijke zin uitzonderlijk, omdat zijn partij niet de grootste was geworden bij de verkiezingen, maar slechts vierde. Boerenzoon Biesheuvel gold destijds echter als een van de absolute zwaargewichten in de Nederlandse politiek.[2]

Verloop[bewerken | brontekst bewerken]

Financieel-economische problemen staan centraal, waarbij de toenemende inflatie het grootste probleem is. DS'70 maakt zich sterk voor toepassing van het profijtbeginsel, de burger moest meer gaan betalen voor diensten van de overheid. In dit verband leidde vooral de verhoging van het collegegeld voor universiteiten en hogescholen van 200,- naar 1000,- tot veel tumult. Verder op financieel-economisch gebied krijgt het kabinet te maken met wat wel wordt genoemd 'stagflatie': een combinatie van stagnerende economie en toenemende inflatie (prijsstijgingen). Het financieringstekort loopt op naar 3,9 miljard in 1971 en de werkloosheid stijgt naar 150.000. De inflatie bedraagt in 1971 zeven procent. Al op 4 augustus 1971 trekt het kabinet de door het vorige kabinet genomen loonmaatregel in. Ook de prijscalculatiemaatregel wordt ingetrokken.

Een belangrijke en politiek uiterste gevoelige zaak waarmee het kabinet te maken krijgt, is de discussie over de mogelijke gratiëring van de Drie van Breda (drie tot levenslang veroordeelde Duitse oorlogsmisdadigers). Uiteindelijk ziet het kabinet hier vanaf, nadat de Tweede Kamer zich via een motie-Voogd in meerderheid tegen heeft verklaard.[3]

Een belangrijke sociale kwestie is de totstandkoming van een Sociaal Contract tussen regering, bedrijfsleven en vakbonden. De Sociaal Economisch Raad (SER) had daartoe opgeroepen omdat het voor de komende jaren steile kostenverhogingen voorzag, die zouden moeten worden tegengegaan door loonmatiging.[4]

In juni 1972 diende minister van Justitie Dries van Agt (KVP) en minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne Louis Stuyt een wetsvoorstel in over gewenste zwangerschapsonderbreking (abortus provocatus). Het beginsel daarbij was dat het laten uitvoeren van abortus strafbaar blijft, tenzij er gegronde medische redenen voor zijn ('nee, tenzij'). Eerder (in 1970) hadden de PvdA-Tweede Kamerleden Jan Lamberts en Hein Roethof een inhoudelijk tegengesteld voorstel ingediend, om door een zwangere vrouw gewenste abortus in beginsel uit het strafrecht te halen ('ja, mits'). Beide voorstellen bleven nog onafgedaan.

Onder minister van Buitenlandse Zaken Norbert Schmelzer (KVP), die als sluwe realpolitiker werd gezien, voerde de regering een beleid dat meer was gericht op Europese samenwerking, in tegenstelling tot het Atlantische beleid van voormalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns. Biesheuvel was voorheen enkele jaren lid geweest van het Europees Parlement, een functie die indertijd als bijbaan kon worden uitgeoefend.[2]

Ambtsbekleders[bewerken | brontekst bewerken]

Ambtsbekleders Minister / Ministerie Termijn Partij
B.W. (Barend) Biesheuvel mr.
B.W. (Barend)
Biesheuvel

(1920–2001)
Minister-president /
Minister
Algemene Zaken 6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
ARP
R.J. (Roelof) Nelissen mr.
R.J. (Roelof)
Nelissen

(1931–2019)
Vicepremier /
Minister
Financiën 6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
W.J. (Molly) Geertsema mr.
W.J. (Molly)
Geertsema

(1918–1991)
Vicepremier /
Minister
Binnenlandse
Zaken
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
VVD
W.K.N. (Norbert) Schmelzer drs.
W.K.N. (Norbert)
Schmelzer

(1921–2008)
Minister Buitenlandse
Zaken
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
A.A.M. (Dries) van Agt mr.
A.A.M. (Dries)
van Agt

(1931–2024)
Minister Justitie 6 juli 1971 –
8 september 1977
[5]
KVP
H. (Harrie) Langman mr.drs.
H. (Harrie)
Langman

(1931–2016)
Minister Economische
Zaken
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
VVD
H.J. (Hans) de Koster H.J. (Hans)
de Koster

(1914–1992)
Minister Defensie 6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
VVD
L.B.J. (Louis) Stuyt dr.
L.B.J. (Louis)
Stuyt

(1914–2000)
Minister Volksgezondheid
en Milieuhygiëne
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
J. (Jaap) Boersma drs.
J. (Jaap)
Boersma

(1929–2012)
Minister Sociale Zaken 6 juli 1971 –
19 december 1977
[5]
ARP
Ch. (Chris) van Veen mr.
Ch. (Chris)
van Veen

(1922–2009)
Minister Onderwijs en
Wetenschappen
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
CHU
W. (Willem) Drees jr. dr.
W. (Willem)
Drees jr.

(1922–1998)
Minister Verkeer en
Waterstaat
6 juli 1971 –
21 juli 1972
[6]
DS'70
B.J. (Bé) Udink drs.
B.J. (Bé)
Udink

(1926–2016)
21 juli 1972 –
11 mei 1973
[5]
CHU
P.J. (Pierre) Lardinois ir.
P.J. (Pierre)
Lardinois

(1924–1987)
Minister Landbouw en
Visserij
5 april 1967 –
1 januari 1973
[7]
[5]
KVP
B.J. (Bé) Udink drs.
B.J. (Bé)
Udink

(1926–2016)
Minister Volkshuisvesting
en Ruimtelijke
Ordening
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
CHU
P.J. (Piet) Engels P.J. (Piet)
Engels

(1923–1994)
Minister Cultuur,
Recreatie en
Maatschappelijk
Werk
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
Ambtsbekleders Minister / Portefeuille / Ministerie Termijn Partij
R.J. (Roelof) Nelissen mr.
R.J. (Roelof)
Nelissen

(1931–2019)
Minister Surinaamse en
Nederlands-
Antilliaanse
Zaken


(Binnenlandse
Zaken
)
6 juli 1971 –
28 januari 1972
KVP
P.J. (Pierre) Lardinois ir.
P.J. (Pierre)
Lardinois

(1924–1987)
28 januari 1972 –
1 januari 1973
KVP
C. (Kees) Boertien mr.dr.
C. (Kees)
Boertien

(1927–2002)
Minister Ontwikkelings-
samenwerking


(Buitenlandse
Zaken
)
6 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
ARP
M.L. (Mauk) de Brauw jhr.mr.
M.L. (Mauk)
de Brauw

(1925–1984)
Minister • Wetenschaps-
beleid
• Wetenschappelijk
Onderwijs

(Onderwijs en
Wetenschappen
)
6 juli 1971 –
21 juli 1972
[6]
DS'70
Ch. (Chris) van Veen mr.
Ch. (Chris)
van Veen

(1922–2009)
21 juli 1972 –
11 mei 1973
[5]
CHU
Ambtsbekleders Staatssecretaris / Portefeuille / Ministerie Termijn Partij
A. (Jan) van Stuijvenberg drs.
A. (Jan) van
Stuijvenberg

(1928)
Staatssecretaris • Agglomeratie
Zaken
• Rijksdienst

(Binnenlandse
Zaken
)
17 juli 1971 –
21 juli 1972
[6]
DS'70
Th.E. (Tjerk) Westerterp drs.
Th.E. (Tjerk)
Westerterp

(1930–2023)
Staatssecretaris Europese Zaken

(Buitenlandse
Zaken
)
17 augustus 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
W. (Willem) Scholten mr.
W. (Willem)
Scholten

(1927–2005)
Staatssecretaris • Fiscale Zaken
• Belastingdienst

(Financiën)
14 juli 1971 –
19 maart 1973
[5]
CHU
A.P.J.M.M. (Fons) van der Stee mr.
A.P.J.M.M. (Fons)
van der Stee

(1928–1999)
• Financiën
Lagere
Overheden

(Financiën)
14 juli 1971 –
12 maart 1973
[5]
KVP
J.H. (Hans) Grosheide mr.
J.H. (Hans)
Grosheide

(1930–2022)
Staatssecretaris • Integratie
• Immigratie
• Asielzaken
• Vreemdelingen-
zaken
• Jeugd-
bescherming
• Gevangeniswezen
• Rehabilitatie

(Justitie)
28 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
ARP
J.J.M. (Jan) Oostenbrink drs.
J.J.M. (Jan)
Oostenbrink

(1936)
Staatssecretaris • Midden- en
Kleinbedrijf
• Toerisme

(Economische
Zaken
)
17 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
A. (Adri) van Es A. (Adri)
van Es

(1913–1994)
Staatssecretaris • Materieel-
voorzieningen
• Personeels-
beleid

(Defensie)
14 augustus 1963 –
16 september 1972
[7][5]
ARP
J.G. (Koos) Rietkerk mr.
J.G. (Koos)
Rietkerk

(1927–1986)
Staatssecretaris • Sociale
Zekerheid
• Arbeids-
omstandigheden

(Sociale Zaken)
28 juli 1971 –
23 april 1973
[5]
VVD
C.E. (Kees) Schelfhout mr.drs.
C.E. (Kees)
Schelfhout

(1918–1983)
Staatssecretaris • Kleuterscholen
• Basisonderwijs
• Buitengewoon
Onderwijs

(Onderwijs en
Wetenschappen
)
28 juli 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
R.J.H. (Roelof) Kruisinga dr.
R.J.H. (Roelof)
Kruisinga

(1922–2012)
Staatssecretaris • Wegverkeer
• Openbaar
Vervoer
• Spoorwegen
• Scheepvaart
• PTT

(Verkeer en
Waterstaat
)
28 juli 1971 –
20 maart 1973
[5]
CHU
drs.
K.W. (Werner)
Buck

(1925–2010)
Staatssecretaris • Stadsvernieuwing

(Volkshuisvesting
en Ruimtelijke
Ordening
)
17 augustus 1971 –
11 mei 1973
[5]
KVP
S. (Fia) van Veenendaal-van Meggelen S. (Fia)
van Veenendaal-
van Meggelen

(1918–2005)
Staatssecretaris • Bijstand
• Maatschappelijke
Dienstverlening
• Pensioenen
• Armoedebeleid

(Cultuur,
Recreatie en
Maatschappelijk
Werk
)
28 juli 1971 –
21 juli 1972
[6]
DS'70
H.J.L. (Henk) Vonhoff H.J.L. (Henk)
Vonhoff

(1931–2010)
• Volksontwikkeling
• Jeugdbeleid
• Cultuurbeleid
• Kunstbeleid
• Mediabeleid
• Sport
• Natuurbehoud

(Cultuur,
Recreatie en
Maatschappelijk
Werk
)
28 juli 1971 –
23 april 1973
[5]
VVD
Bron: Kabinet-Biesheuvel I Rijksoverheid.nl

Kabinetsformatie[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Kabinetsformatie Nederland 1971 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Hoewel de KVP de grootste partij was, leverde deze partij de premier niet. In die tijd was het ten eerste nog geen vanzelfsprekendheid dat de grootste regeringspartij de premier leverde, anderzijds had de KVP, na het passeren van oud-premier Piet de Jong voor het lijsttrekkerschap, geen voor de hand liggende kandidaat.

Reden ontslagaanvraag[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Kabinetscrisis uit 1972 over het financieel-economisch beleid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Er ontstond verschil van mening in de ministerraad over het te voeren loon- en prijsbeleid en de bezuinigingen, waarna DS'70 besloot het kabinet te verlaten. De DS'70-bewindslieden dienden op 19 juli 1972 hun ontslag in, waardoor het kabinet niet meer kon rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer. De overige leden van het kabinet stelden daarom hun functie ter beschikking en het kabinet werd derhalve demissionair. Na een formatieperiode van 22 dagen kwam het rompkabinet Biesheuvel II aan het bewind.[8]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Cabinet Biesheuvel I van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.