Kabouterbeweging
De Kabouterbeweging was een ludieke Nederlandse en Belgische protestbeweging uit periode 1969-1974 rond ex-provo's Roel van Duijn en Robert Jasper Grootveld. De kritiek van de beweging richtte zich op zaken als consumentisme en aantasting van natuur en milieu. De partij behaalde in 1970 met de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen 5 zetels.
De beweging richtte op 5 februari 1970 de Oranjevrijstaat op. De grenzen van deze staat vielen samen met die van Nederland. De Oranjevrijstaat kreeg een eigen (schaduw)regering compleet met departementen die zich bezighielden met kraakpanden, winkels voor tweedehands goederen en biologische voedingswinkels. Tijdschrift Aloha gaf eenmalig de Staatscourant der Oranje Vrijstaat uit, een krantje in dienst van de Kabouters.
In België was de Kabouterbeweging zeer actief in Mechelen, waar Provo en kunstenaar Frans Croes (alias Paps Kabouter) hun voorman was. In 1970 namen de Kabouters er met hun Nieuwe Partij en de slogan 'Louter Kabouter' deel aan de gemeenteraadsverkiezingen, maar slaagden er niet in een zetel in de wacht te slepen. Het symbool van de Mechelse kabouters waren de roze handjes, die op allerlei symbolen van de burgermaatschappij in de stad gekleefd werden.
De geschiedenis van de kabouterbeweging is beschreven door Coen Tasman in het boek Louter kabouter, kroniek van een beweging (Amsterdam, Babylon/De Geus, 1996).