Kanselarij van Vlaanderen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Kanselarij van Vlaanderen was de instelling in het graafschap Vlaanderen die de grafelijke akten vervaardigde en afleverde. Aan het hoofd stond de kanselier.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Vlaanderen had al vroeg een georganiseerd staatsapparaat, waarvan de Cancellarius Flandriae deel uitmaakte. Regelmatig vervulde de proost van Sint-Donaas deze functie, maar ook sommige proosten van Sint-Pieter in Rijsel droegen de titel. In 1089, onder graaf Robrecht I de Fries, werden de ambten van kanselier en algemeen ontvanger van Vlaanderen bestendig verbonden aan dat van proost van Sint-Donaas. Bertulf was de eerste kanselier onder deze regeling. De bevoegdheid hield in dat hij ontvanger was van de inkomsten van het graafschap en de leiding had over de notarii, de capellani en de clerici van het grafelijk hof. Deze klerken waren niet op een vaste plek gecentraliseerd en vormden eerder een netwerk van personen. De kanselier was het hoofd van het bestuurlijk apparaat en vervulde ook een eminente politieke rol. Hij stuurde de grafelijke curia aan en had de leiding over de financiën. Feitelijk groeide de kanselier in de 12e eeuw uit tot een soort eerste minister.

De personele unie tussen Vlaanderen en Henegouwen had in 1195 tot gevolg dat de kanselarijen van de twee gebieden werden samengevoegd. De Henegouwse kanselier Giselbert van Bergen week voor zijn Vlaamse homoloog Gerard van de Elzas.

In 1323 gaf graaf Lodewijk II van Nevers aan zijn raadsheer Willem van Auxonne de titel van kanselier. Hij stelde de proost van Sint-Donaas Ottobon de Caretto in de schaduw, ook al bleef deze officieel erfelijk kanselier. Reeds voordien was het kanselierschap van de proost aan het evolueren tot een erefunctie, ingevuld door personen die onvoldoende bekwaam of beschikbaar waren. Vanaf 1323 kreeg de jurist die feitelijk de bijhorende bevoegdheden uitoefende, ook officieel de titel kanselier. Hij werd uitsluitend door de graaf benoemd, waardoor komaf werd gemaakt met het opdringen of tegenhouden van kandidaten door de paus. Zo had paus Bonifatius VIII in 1295 eigenmachtig Leonardus de Flisco benoemd en had hij de grafelijke weigering beantwoord door een interdict uit te spreken over het graafschap Vlaanderen.

Met de komst van de Bourgondiërs kwam er vrij snel een kanselier die gezag uitoefende over het geheel van de staten die tot het Bourgondische rijk behoorden. Voor zaken die het graafschap Vlaanderen aanbelangden, ondertekende de Brugse proost-kanselier evenwel nog tot in de 16de eeuw de oorkonden, samen met de landsheer. Nog tot 1737 maakten de bisschoppen van Brugge als opvolgers van de proost aanspraak op de kanselierstitel.


Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Henri Pirenne, "La chancellerie et les notaires des comtes de Flandre avant le XIIIe siècle", in: Mélanges Julien Havet. Recueil de travaux d'érudition dédiés à la mémoire de Julien Havet, 1895, p. 733-748
  • Fernand Vercauteren, Actes des comtes de Flandre, 1071-1128, 1938, p. LIX-LXII
  • Theo Luykx, Étude sur les chanceliers de Flandre pendant le règne de Jeanne de Constantinople (1205-1244), in: Revue du Nord, 1946, p. 241 e.v.
  • J. Buntinx, "De XIVde-eeuwse kanselarijregisters van het graafschap Vlaanderen", in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, CX, 1950, p. 205-221
  • Thérèse de Hemptinne, De oorkonden van de graven van Vlaanderen Diederik en Filips van de Elzas. Een peiling naar de oorkondingsaktiviteit van de grafelijke kanselarij in de periode 1128–1191 op grond van een diplomatisch en paleografisch onderzoek, onuitgegeven proefschrift UGent, 1978
  • Walter Prevenier, De oorkonden der graven van Vlaanderen (1191-aanvang 1206), 1964-1966
  • Walter Prevenier, "La chancellerie des comtes de Flandre dans le cadre européen à la fin du xiie siècle", in: Bibliothèque de l'Ecole des Chartes, 1967, p. 34-94
  • Adriaan Verhulst en Thérèse de Hemptinne, Le chancelier de Flandre sous les comtes de la Maison d’Alsace (1128–1191), in: Bulletin Commission Royale d'Histoire, CXLI, 1975, p. 267–311
  • Thérèse de Hemptinne en Maurice Vandermaesen, "De ambtenaren van de centrale administratie van het graafschap Vlaanderen van de 12de tot de 14de eeuw", in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 1980, nr. 2, p. 179-187
  • Pierre Cockshaw, Le personnel de la chancellerie de Bourgogne-Flandre sous les ducs de Bourgogne de la maison de Valois (1384-1477), 1982
  • Thérèse de Hemptinne, Walter Prevenier en Maurice Vandermaesen, "La chancellerie des comtes de Flandre (XIIe-XIVe siècle)", in: Landesherrliche Kanzleien im Spätmittelalter. Referate zum 6. internationalen Kongreß für Diplomatik 1983, Munich, 1984 (= Münchener Beiträge zur Mediävistik und Renaissance Forschung, nr. 35), p. 433-454
  • Ellen E. Kitell, From Ad Hoc to Routine. A Case Study in Medieval Bureaucracy, 1991, ISBN 0812230795
  • Georges Declercq, "Van privaatoorkonde tot vorstelijke oorkonde. De oorkonden van de eerste graven van Vlaanderen, inzonderheid voor de Sint-Pietersabdij te Gent (10de-11de eeuw)", in: Bulletin de la Commission royale d'Histoire, vol. 176-2, 2010, p. 41-77
  • Els De Paermentier, In cuius rei testimonium et firmitatem. Oorkonden en kanselarijwerking in de entourage van de graven en gravinnen van Vlaanderen en Henegouwen (1191-1244). Een diplomatische en paleografische studie, proefschrift UGent, 2 dln., 2010, ISBN 9789070830137
  • Thérèse de Hemptinne en Jean-Marie Duvosquel (eds.), Chancelleries princières et scriptoria dans les anciens Pays-Bas, Xe-XVe siècles. Vorstelijke kanselarijen en scriptoria in de Lage Landen, 10e-15e eeuw, 2011
  • Els De Paermentier, "Versatile profiles. Three chancery scribes in the service of Joan of Constantinople, countess of Flanders and Hainaut (1212-1244): Walter of Kortrijk, Gilles of Bredene and Fulco Utenhove", in: Scriptorium, 2013, nr. 1, p. 3-37
  • Els De Paermentier, Une chancellerie complexe: la production d'actes dans l'entourage comtal pendant l'union personnelle des comtés de Flandre et de Hainaut (1191-1244), in: Revue Historique, 2013, nr. 665, p. 23-56
  • Els De Paermentier, "Pratiques de scellement et identité administrative à la chancellerie comtale en Flandre et en Hainaut (fin XIIe - première moitié XIIIe siècle)", in: id., Le sceau dans les Pays-Bas méridionaux, Xe-XVIe siècles. Entre contrainte sociale et affirmation de soi, 2018, p. 233-248
  • Els De Paermentier, "Observe, Learn and Create. Influences of the French and English Royal Chanceries on the Flemish Comital Charters (12th-early 13th Century)", in: Alice Taylor (ed.), Identifying Governmental Forms in Europe, 1100-1350. Palaeography, Diplomatics and History, 2019