Kattenkwaad

Blad waarop twee prenten in chubanformaat (25×19 cm) gedrukt. Boven: de schilder Maruyama Ōkyo schrikkend van het door hem geschilderde spook, dat plotseling tot leven komt.
Onder: de schilder Sesshū Tōyō, als kind, vastgebonden aan een boom na kattenkwaad, kijkend naar de tot leven gekomen muizen die hij met zijn teen in het zand tekende. (Rijksmuseum)
Onder kattenkwaad, kwajongenswerk, keetlellen of keten worden streken verstaan die uitgehaald worden door kinderen, en met een berisping of kleine straf worden afgedaan. Kinderen ontkomen echter vaak aan die straf omdat de schuldige zelden op heterdaad betrapt wordt of tijdig weet weg te komen. Het motief voor kattenkwaad is vaak verveling.

Kattenkwaad kan variëren van onschuldige grappen die hooguit schrik of ongemak kunnen veroorzaken (of waar het doelwit zelf ook om kan lachen) tot grappen die onbedoeld tot gevaar of ernstig letsel kunnen leiden en grappen die zonder meer als strafbaar gedrag gelden. Bovendien is het altijd een risico grappen uit te halen met onbekenden; men weet nooit hoe ze kunnen reageren.
Vrij onschuldige vormen van kattenkwaad[bewerken | brontekst bewerken]
- belletje trekken - aanbellen bij een huis en weglopen voor er wordt opengedaan
- een portemonnee aan een touwtje op de grond leggen en snel wegtrekken als iemand hem wil oprapen
- een munt op de stoep vastplakken
- raampjetik - een lange draad met daaraan een spijkertje tegen het raam laten tikken
- propjes schieten - papierpropjes schieten
- knopjedrukken in lift - alle knoppen indrukken in de lift, vlak voordat iemand anders instapt
- telefonisch pesten - Meerdere malen iemand opbellen en vragen om Piet. Dan bellen als Piet en vragen of er is gebeld.
- met de vinger schrijven op een vuile auto
Hinderlijk of vervuilend kattenkwaad[bewerken | brontekst bewerken]
- ijswater of een scheetkussen op de stoel van de meester/juffrouw leggen
- mensen beschieten met waterpistolen - op warme dagen wordt dit zelfs wel gewaardeerd
- eitjes gooien - eieren gooien op huizen en voertuigen
- pijltje schieten - met een stuk pvc-buis papieren pijlen door openstaande ramen schieten
- sneeuwballen gooien - sneeuwballen naar voorbijgangers of ramen gooien
- kauwgom of andere viezigheid op liftknopjes, deurbellen of deurkrukken smeren
- schieten met bessen - voorbijgangers en ramen beschieten door middel van een erwtenschieter of katapult.
- voorbijgangers naroepen
Kattenkwaad dat (onbedoeld) tot escalatie, schade of gevaar kan leiden[bewerken | brontekst bewerken]
- fikkie stoken - kleine vuurtjes maken op plaatsen waar dat niet is toegestaan
- het gebruik van stinkbommen of rookbommen
- experimenteren met vuurwerk
- fietsbanden leeg laten lopen en andere vormen van sabotage
- daken beklimmen - op daken van bijvoorbeeld scholen of voertuigen klimmen
- met rolschaatsen achter een auto hangen - achter een rijdende auto (bumper) hangen, en zich laten meetrekken. Dit kan ook, zoals gedemonstreerd in de Back to the future-films, met een skateboard worden gedaan. Het is echter zeer riskant
- grappen met iemands voedsel of drank uithalen door er stiekem medicijnen, drugs of iets waarvor deze persoon allergisch is in te doen - dit kan dodelijke consequenties hebben
- het gebruik maken van computers en internet om grappen met anderen uit te halen
Kattenkwaad dat zonder meer strafbaar is en ook als zodanig streng kan worden bestraft[bewerken | brontekst bewerken]
- vandalisme
- zinloos geweld
- het stelen van (kleine) zaken uit winkels
De opvattingen toen en nu[bewerken | brontekst bewerken]
Vanouds was de mening dat fatsoenlijke kinderen zich niet aan kattenkwaad bezondigen. In die tijd werd Brave Hendrik van Nicolaas Anslijn (1777-1838) als voorbeeld genoemd. Ook waren er de gedichtjes van Hieronymus van Alphen (1746-1803).
Tegenwoordig vindt men meestal dat gezonde kinderen weleens streken uithalen. Dat is te zien aan de verhalen over Pietje Bell van Chr. van Abkoude (1880-1960) en Dik Trom van C.Joh. Kieviet (1858-1931). Echt gemene of misdadige streken komen in deze boeken niet voor.
Bestraffing[bewerken | brontekst bewerken]
Het adequaat afdoen van gevallen van kattenkwaad was vroeger voorbehouden aan de ouders van de schuldigen in kwestie of van de leerkrachten van de school. Ook kende men vroeger de veldwachter. Sinds 1987 bestaan in Nederland de HALT-bureaus, opgezet door gemeenten in samenwerking met politie en justitie, die de serieuzere vormen van kattenkwaad effectief trachten te bestrijden.
Bronnen, noten en/of referenties |