Kenichi Sonei

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kenichi Sonei
Kenichi Sonei in de rechtbank (1946)
Geboren c. 1909
Yura, Wakayama, Japan
Overleden 7 december 1946
Nederlands-Indië
Land/zijde Vlag van Japan (1870–1999) Japans Keizerrijk
Onderdeel Japans Keizerlijk Leger
Rang Kapitein
(Rikugun Taii (陸軍大尉)
Slagen/oorlogen Tweede Wereldoorlog
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Kenichi Sonei (Japans: 曽根 健一, Sone Ken'ichi) (Yura, c. 1909 [1]Nederlands-Indië, 7 december 1946) was een Japanse kapitein tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was de gewelddadige kampcommandant van het Japanse krijgsgevangenenkamp 10e Bataljon (september 1942 tot en met februari 1944 [2]) en daarna van Tjideng (van april 1944 tot en met juni 1945 [3]), het Japanse interneringskamp voor vrouwen en kinderen in het toenmalige Batavia (Nederlands-Indië). Hij was een uiterst labiele en gewelddadige man die het leven van de geïnterneerden tot een hel maakte.

In de kampen 10e Bataljon en Tjideng terroriseerde hij de gevangenen van het kamp [4]. Hij was maanziek en zijn wreedste gewelddadigheden vonden vaak plaats bij volle maan.

Zo liet hij alle kampgevangenen, ook de zieken, elke dag aantreden en liet ze urenlang staan in de volle zon. Hij rantsoeneerde het voedsel. Hij sloeg vrouwen. Hij schoor vrouwen kaal. Hij liet zijn honden voederen voor de kamppoort. Vlak voor de hongerige ogen van de gevangenen serveerde hij beide dieren hoogstpersoonlijk enige door zijn kok gebakken spiegeleieren met vlees.

Na de oorlog werd Sonei gearresteerd, en op 2 september 1946 door een Temporaire Krijgsraad ter dood veroordeeld. Het vonnis werd door een Nederlands vuurpeloton ten uitvoer gebracht in december van datzelfde jaar, nadat een verzoek tot gratie aan de Nederlandse gouverneur-generaal Hubertus van Mook was afgewezen. Van Mooks echtgenote is een van Soneis gevangenen in Tjideng geweest.