La infana raso

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

La infana raso (Nederlands: "Het Kinderras") is een dichtwerk in het Esperanto van de hand van William Auld. Onder vele Esperantosprekers wordt La infana raso gezien als het meesterwerk van de Schotse schrijver en misschien wel van de hele Esperantopoëzie. Dit lange gedicht in 25 hoofdstukken verscheen in een eerste uitgave in 1955, met voorwoord van John Francis. Sindsdien volgden vele heruitgaven. Volgens de redacteurs "verkent La infana raso de rol van het mensenras in de tijd en in de kosmos"; dit thema is vergelijkbaar met dat van de Cantos van de Amerikaanse schrijver Ezra Pound die volgens Marjorie Boulton het werk van Auld inspireerde, en met het Canto General van de Chileense dichter Pablo Neruda. Deels omwille van dit werk werd Auld in 1999 door de Esperantlingva Verkista Asocio genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur.

Vertalingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Engels (The Infant Race; Girvan McKay)
  • Schots (The Bairnlie Race)
  • Gaelic (An Cinneadh Leanabail; Girvan McKay)
  • Frans (La race infantile; Jean-Pierre Danvy)
  • Hongaars (A gyermeki faj)
  • Nederlands (Het kinderras; Willem Verloren van Themaat)
  • Portugees (A Raça Menina; Leopoldo H. Knoedt)

Fragmenten werden onder andere uitgegeven in het:

Er verschijnen nog voortdurend nieuwe versies. De Engelse, Schotse en Gaelic versie verschenen ook in het boek William Auld - Master Poet of Esperanto van Girvan McKay.

Tegenstanders[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks algemene bewondering over de literaire kwaliteit van het werk, zijn er nog steeds enkele bekende Esperantoschrijvers die het werk bekritiseren omwille van "het schaamteloze taalgebruik en de godslasterende zinnen" in enkele verzen van het boek.

Fragment[bewerken | brontekst bewerken]

Hier een fragment van het laatste hoofdstuk van "La infana raso":

Esperanto Nederlands
Ho kara mia, Oh, mijn liefste
jen povra testamento; hier mijn armtierige testament
jen mia kredo hier mijn geloof
espero kaj turmento: hoop en kwelling
mi kredas pri la ik geloof in de
bonvolo de l' homaro. goedwilligheid van de mensheid
ke iam pasos dat ooit zullen voorbijgaan
kruelo kaj amaro, wreedheid en bitterheid
ke iam venos dat ooit komen zal
la regno de l' racio; de heerschappij van de rede
sed multaj larmoj maar vele tranen
necesos antaŭ tio. zullen daarvóór benodigd zijn}