Paarse dovenetel

Paarse dovenetel
Taxonomische indeling
Rijk:	Plantae (planten)
Stam:	Embryophyta (landplanten)
Klasse:	Spermatopsida (zaadplanten)
Clade:	Bedektzadigen
Clade:	'Nieuwe' tweezaadlobbigen
Clade:	Lamiiden
Orde:	Lamiales
Familie:	Lamiaceae (lipbloemenfamilie)
Geslacht:	Lamium (dovenetel)
Soort
	Lamium purpureum; L. (1753)
	Afbeeldingen op Wikimedia Commons
	Paarse dovenetel op Wikispecies
Portaal	Biologie

Paarse dovenetel (Lamium purpureum) is een plantensoort uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). In West-Europa is het een algemeen voorkomende soort.

Determinatie

Paarse dovenetel is een een- of tweejarige, kruidachtige plant die een hoogte bereikt van 10–30 cm. Ze valt op door haar hoge, 1–2 cm grote, roze tot paarse bloempjes. Ook de bovenste delen van de duidelijk vierkantige stengel kunnen paars kleuren. De hogere stengelbladeren zijn langer dan breed, eirond of ruitvormig en staan in paren kruisgewijs tegenover elkaar. De bladeren zijn behaard. Aanraking geeft geen branderig gevoel (in tegenstelling tot bijvoorbeeld brandnetel). De plant kan bloeien van februari tot november; wel kent ze twee duidelijke bloeioptima, van ruwweg maart tot mei en van september tot oktober. Sommige bloemen blijven gesloten; er is dan sprake van zelfbestuiving.

Ecologie

Paarse dovenetel groeit op eutrofe, (matig) vochtige, min of meer verstoorde grond. Typische standplaatsen zijn wegbermen, akkers, dijken, tuinen en stortplaatsen. Het gaat om standplaatsen in de volle zon tot in de halfschaduw. De plant vormt vaak dicht opeengedrongen faciës.

De nectar is in trek bij de honingbij en bij hommels, zeker begin maart, wanneer de eerste hommelkoninginnen naar buiten komen en zelf een nest gaan zoeken. De zaden worden onder andere door mieren verspreid. Hiernaast is ze de waardplant voor de andoornkokermot, hennepnetelspanner en glidkruidmot.