Liasis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Liasis
Liasis mackloti savuensis in de Columbus Zoo and Aquarium.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Pythonoidea
Familie:Pythonidae (Pythons)
Geslacht
Liasis
Gray, 1842
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Liasis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Liasis is een geslacht van slangen uit de familie pythons (Pythonidae).

Naam en indeling[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door John Edward Gray in 1842. Er zijn tegenwoordig vier soorten, de soort Liasis papuanus werd lange tijd tot het monotypische geslacht Apodora gerekend.[1]

Er is ook een uitgestorven soort uit het Plioceen bekend; Liasis dubudingala.[2]

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Bruine waterpython
(Liasis fuscus)
Peters, 1873 Australië (Noordelijk Territorium, Queensland, West-Australië), Papoea-Nieuw-Guinea
Liasis mackloti Duméril & Bibron, 1844 Noordelijk Australië, Indonesië, Oost-Timor, Papoea-Nieuw-Guinea
Olijfpython
(Liasis olivaceus)
Gray, 1842 Australië (Noordelijk Territorium, Queensland, West-Australië)
Liasis papuanus Peters & Doria, 1878 Indonesië, Nieuw-Guinea

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Jonge olijfpython (Liasis olivaceus), in gevangenschap.

De maximale lichaamslengte bedraagt ongeveer 2,5 meter. De lichaamskleur is meestal bruin, de onderzijde is lichter. Op de kop zijn warmtegevoelige zintuigen aanwezig zoals bij veel andere pythons voorkomt.[3]

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

De pythons zijn bodembewonend hoewel ze soms in bomen kunnen worden aangetroffen. Van de bruine waterpython (Liasis fuscus) is bekend dat regelmatig het water wordt betreden. Op het menu staan voornamelijk zoogdieren, soms worden grotere prooien gegrepen zoals kleine kangoeroes. Juvenielen eten ook wel hagedissen en soms jonge krokodillen.[3]

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Alle soorten komen voor in delen van Australië en Indonesië, Nieuw-Guinea, Oost-Timor en Papoea-Nieuw-Guinea.[1] De habitat bestaat voornamelijk uit vochtige tropische en subtropische laaglandbossen.[4]

Beschermingsstatus[bewerken | brontekst bewerken]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan twee soorten een beschermingsstatus toegewezen. Beide soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC).[4]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]