Concerten voor een of meer klavierinstrumenten en orkest van Mozart

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mozart, portret van Joseph Lange

Wolfgang Amadeus Mozart schreef tussen 1767 en 1791 27 klavierconcerten voor klavecimbel of fortepiano met orkest.

De klavierconcerten van Mozart[bewerken | brontekst bewerken]

De nummering van 1 t/m 27 is niet authentiek en is pas bij de opstelling van de Köchelverzeichnis aan de concerten toegekend. De nummering is niet conform de chronologie van componeren; later musicologisch onderzoek heeft een andere datering voor de concerten gegeven.

In 1772 componeerde Mozart een drietal concerten die bewerkingen zijn van delen van de sonates opus 5 van Johann Christian Bach, aangevuld met eigen instrumentale partijen. Waarschijnlijk waren deze werken bedoeld om uit te voeren tijdens de grand tour die Mozart met zijn vader en zuster door Europa maakte. Zij zijn wel in de categorie 'Concerten voor een of meer klavieren' opgenomen in de Köchelverzeichnis, maar niet als genummerd klavierconcert.

Behalve de eerste 4 concerten (KV 37, 39, 40 en 41) en de niet als concert genummerde 3 concerten (KV 107), die voor klavecimbel zijn geschreven, zijn alle concerten geschreven voor de fortepiano. Dit instrument is geen primitieve voorloper van de huidige concertvleugel, waarvan het verschilt door zijn constructie, maar een instrument met een eigen karakter en een eigen toucher. Mozart had een voorkeur voor de instrumenten van Johann Andreas Stein uit Augsburg. De belangstelling voor uitvoeringen op historisch verantwoorde basis geeft de moderne luisteraar de gelegenheid de concerten te horen in een uitvoering die dichter ligt bij de wijze die Mozart voor ogen stond (zie geselecteerde discografie)

Mozarts 27 concerten zijn globaal in twee groepen te verdelen: de concerten die hij schreef in zijn Salzburgse tijd – al dan niet daadwerkelijk in die plaats gecomponeerd – en de concerten uit zijn Weense periode, met andere woorden gecomponeerd na 1781. Die Weense concerten zijn, met uitzondering van KV 449 en 453 die zijn geschreven voor Barbara Ployer, bedoeld voor uitvoering door Mozart zelf tijdens de abonnementsconcerten die hij organiseerde. Dit betekende dat hij ook rekening hield met de smaak en de beperkte muzikale ontwikkeling van zijn publiek. In een brief aan zijn vader, gedateerd 28 december 1782, bericht hij over de compositie van de concerten KV 413, 414 en 415. Hij zegt daarover dat ze zeer briljant en goed in het gehoor liggen, maar wel natuurlijk van klank zonder hol te zijn. "Hier en daar hebben ze passages die alleen kenners satisfactie zullen geven, maar ze zijn zo geschreven dat ook niet-kenners er van kunnen genieten zonder dat ze weten waarom"

Algemene vorm van Mozarts klavierconcerten[1][bewerken | brontekst bewerken]

De laat-18e-eeuwse Weense stijl die door Joseph Haydn en Mozart vervolmaakt werd, is een amalgaam van eerdere en bestaande vormen en stijlen. De concertvorm heeft een muzikale evolutie doorgemaakt, die inzette met de klavecimbelconcerten van Bach en zich mede via de concerten van zijn zonen Philipp Emanuel en Johann Christian en de werken van de componisten van de Mannheimer Schule ontwikkelde tot de concerten die Mozart en Haydn schreven.

Mozarts klavierconcerten zijn opgebouwd naar het algemene Vivaldiaanse model: snel – langzaam – snel. Mozart verbindt hierin de laat-barokke ritornellostructuur met de klassieke sonatevorm. Schematisch ziet die ritornellovorm er als volgt uit:

  1. Orkestritornello I in de tonica, die de muzikale hoofdideeën, het thema, omvat
  2. Solo I: modulatie naar de dominant
  3. Orkestritornello II: bevestiging door het orkest van de dominant
  4. Solo II: verdere modulatie
  5. Orkestritornello III: bevestiging door het orkest van de nieuwe tonaliteit voortkomend uit de modulatie van de solo
  6. Solo III: terugkeer naar de basismodulatiteit, de tonica
  7. Orkestritornello IV: definitieve bevestiging van de hoofdtoonaard, de tonica. Vaak gebeurt dit door orkestritornello I te herhalen

Bij Mozart (en bij andere Klassieke componisten) wordt deze vorm vermengd met de sonatevorm. Dit levert dan de volgende schematische opbouw op:

  • Expositiedeel (komt overeen met de onderdelen 1-3 van de ritornellovorm):
    • Een inleiding door het orkest in de tonica
    • Expositie van de solist en het orkest waarbij de overgang van de tonica plaatsvindt naar de dominant
    • Orkestritornello in de dominant
  • Doorwerkingsdeel (komt overeen met de onderdelen 4-6 van de ritornellovorm):
  • Reprisedeel (komt overeen met het slot van 6 en 7, waarin terug wordt gemoduleerd naar de hoofdtoonaard):
    • Reprise door solist en orkest in de tonica
    • De cadenza, een virtuoze improvisatie voor de solist
    • Slotritornello voor het orkest in de tonica
Lijst van klavierconcerten van Wolfgang Amadeus Mozart
gecomponeerd te nummer KV toonaard gecomponeerd in: bijzonderheden
Salzburg 1 37 F majeur april-juni 1767 bewerkingen van delen van werken van Raupach, Honauer, Schobert, Eckard en C.Ph.Bach
2 39 B majeur
3 40 D majeur
4 41 G majeur
Londen of Salzburg 107/21b

1 t/m 3

D majeur
G majeur
Es majeur
1772 bewerkingen van delen van opus 5 van Johann Christian Bach
Salzburg 5 175 D majeur 1773
Salzburg 6 238 Bes majeur januari-april 1776 KV 242 voor 3 piano's, voor de gezusters Lodron (bijgenaamd 'Lodronconcert');

KV 246 voor Gravin Lützow (bijgenaamd 'Lützowconcert')

7 242 F majeur
8 246 C majeur
Salzburg 9 271 Es majeur 1777 bijgenaamd Jeunehomme-concert, omdat verondersteld werd dat het voor een zekere juffrouw Jeunehomme zou zijn geschreven. Mozart verwijst naar het concert als "das für die jenomy". Het concert wordt nu verbonden aan Louise Victoire Jenamy, dochter van de Franse choreograaf Jean Georges Noverre.
Salzburg 10 365/361a Es majeur 1779 voor 2 piano's
Wenen 11 413/387a F majeur 1782-1783
12 414/385p A majeur
13 415/387b C majeur
Wenen 14 449 Es majeur 1784 449 en 453 voor Barbara Ployer
15 450 Bes majeur
16 451 D majeur
17 453 G majeur
18 456 Bes majeur
19 459 F majeur
Wenen 20 466 d mineur 1785
21 467 C majeur
22 482 Es majeur
Wenen 23 488 A majeur 1786
24 491 c mineur
25 503 C majeur
Wenen 26 537 D majeur 1787 bijgenaamd 'Kroningsconcert'
Wenen 27 595 Bes majeur 1791

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Bossuyt en Robbins Landon

Geselecteerde discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Klavecimbel
  • Concerten KV 107/1-3: Pierre Hantaï (klavecimbel) en Le Concert Français. Opus 111 OPS 30 - 9003.
  • Concerten KV 37, 39, 40 en 41: Robert Levin (klavecimbel) en The Academy of Ancient Music o.l.v. Christopher Hogwood. Decca 466 134-2.
Fortepiano
Moderne concertvleugel

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ignace Bossuyt: W.A.Mozart (1756-1791) en het pianoconcerto. Universitaire Pers Leuven, 1989.
  • Lucas Bunge: Mozart in zijn brieven. Arbeiderspers, Amsterdam, 1989.
  • Marius Flothuis: Mozarts Klavierkonzerte. Ein musikalischer Werkfüher. C.H. Beck, München, 1998. ISBN 3-406-41874-0
  • Cuthbert Girdlestone: Mozart and his piano concertos. Cassell, London, 1958 / Dover, New York, 1964. ISBN 978-0-486-21271-5
  • Hellmuth von Hase: Der Kleine Köchel. Chronologisches und systematisches Verzeichnis sämtlicher musikalischen Werke van Wolfgang Amadé Mozart. Breitkopf & Härtel, Wiesbaden, 1968.
  • Arthur Hutchings: A companion to Mozart's piano concertos. Oxford University Press, Oxford, 1948, 6e druk 1980. ISBN 0-19-318404-4
  • H. C. Robbins Landon (red) e.a.: The Mozart Companion, Rockliff, London, 1977. Daarin:
    • Friedrich Blume: The Concertos: (1) Their Sources.
    • H.C. Robbins Landon: The Concertos: (2) Their Musical Origin and Development.