Lijst van vorsten van Zevenburgen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een lijst van vorsten van Zevenburgen of Transsylvanië.

Lijst van vorsten[bewerken | brontekst bewerken]

16e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Periode Afbeelding Vorst Geboren Huwelijk Overlijden Opmerkingen Bron
1570–1571
John Sigismund Zápolya
Jan Sigismund Zápolya 7 juli 1540
Boeda
zoon van
Jan I Zápolya
en
Isabella van Polen
stierf ongehuwd 14 maart 1571
Gyulafehérvár
voormalig verkozen koning van Hongarije (1540–1551, 1559–1570) [1][2]
1576–1586
Stephen Báthory
Stefan Báthory 27 september 1527
Szilágysomlyó
zoon van
István (VIII) Báthory
en
Katalin Telegdi
Anna van Polen
(1576)
kinderloos
12 december 1586
Grodno
voormalig vojvoda van Zevenburgen (1571–1576);
tevens koning van Polen (1576–1586)
[3][4][5]
1586–1598
Sigismund Báthory
Sigismund Báthory 1572
Várad
zoon van
Kristóf Báthory
en
Erzsébet Bocskai
Maria Christina van Oostenrijk
(1595)
kinderloos
27 maart 1613
eerste regeerperiode;
neefje van vorst Stefan Báthory;
voormalig vojvoda van Zevenburgen (1581–1586);
deed troonsafstand voor de hertogdommen Opole en Ratibor
[3][6][7]
1598 Op 23 maart 1598 erkent de Zevenburgse landdag het aftreden van Sigismund. Zevenburgen wordt in naam van Rudolf II bestuurd door Maria Christina en vervolgens Maximiliaan III van Oostenrijk. Op aandringen van István Bocskai keert Sigismund in augustus 1598 terug naar Zevenburgen, waar hij opnieuw tot vorst wordt uitgeroepen. [8]
1598–1599
Sigismund Báthory
Sigismund Báthory 1572
Várad
zoon van
Kristóf Báthory
en
Erzsébet Bocskai
Maria Christina van Oostenrijk
(1595)
kinderloos
27 maart 1613
tweede regeerperiode;
deed troonsafstand ten gunste van zijn neef, András Báthory
[6][8]
1599
Andrew Báthory
András Báthory 1566
Szilágysomlyó
zoon van
András Báthory
en
Margit Majláth
ongehuwd 3 november 1599
Csikszentdomokos (Sândominic)
neefje van vorst Stefan Báthory, neef van vorst Sigismund Báthory;
voormalig kardinaal;
vermoord door Szeklers na zijn nederlaag door vojvoda Michaël de Dappere van Wallachije in de Slag om Șelimbăr
[9][10]
1599–1600 Zevenburgen wordt bestuurd door vojvoda Michaël de Dappere van Wallachije, erkend door de Zevenburgse Landdag als keizerlijk gouverneur van keizer Rudolf II. Daarnaast bezette Michaël de Dappere Moldavië (1600) en nam de titel "Bij de gratie Gods, heerser van Walachije, Zevenburgen en Moldavië" aan tussen 6 juni en december 1600. In zijn correspondentie met de keizer noemde hij zichzelf locum tenens (stadhouder/plaatsvervanger) van de keizer. [11][12][13]

17e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Periode Afbeelding Vorst Geboren Huwelijk Overlijden Opmerkingen Bron
1600–1601 Zevenburgen wordt bestuurd door de Habsburgse generaal Giorgio Basta in naam van keizer Rudolf II [11]
1601–1602
Sigismund Báthory
Sigismund Báthory 1572
Várad
zoon van
Kristóf Báthory
en
Erzsébet Bocskai
Maria Christina van Oostenrijk
(1595)
kinderloos
27 maart 1613
derde regeerperiode;
vluchtte naar het buitenland na zijn nederlaag door generaal Giorgio Basta en Michaël de Dappere in de Slag bij Goroszló, keerde terug en deed uiteindelijk troonsafstand
[6][14]
1601–1603 Zevenburgen wordt (gedeeltelijk) bestuurd door de Habsburgse generaal Giorgio Basta in naam van keizer Rudolf II [15]
1603
Mózes Székely
Mózes Székely ca. 1553
Lövéte (Lueta)
zoon van
János Székely
onbekend (1e huwelijk)
Anna Kornis (2e huwelijk)
(c. 1585)
1 kind
17 juli 1603
bij Brassó
verslaat Giorgio Baste met de steun van de Ottomaanse gouverneur van het eyalet Temeşvar;
tot vorst verklaard op een legerkamp-landdag
vermoord in de Slag bij Brassó, waar hij het opnam tegen vojvoda Radu Șerban van Walachije en zijn Szekler-bondgenoten
[15][16]
juli 1603–september 1603 Zevenburgen wordt bestuurd door vojvoda Radu Şerban van Walachije [17]
september 1603–1604 Zevenburgen wordt bestuurd door de Habsburgse generaal Giorgio Basta in naam van keizer Rudolf II
1605–1606
Stephen Bocskai
István Bocskai 1 januari 1557
Kolozsvár (Cluj-Napoca)
zoon van
George Bocskai
en
Krisztina Sulyok
Kata Hagymássy
(1583)
kinderloos
29 december 1606
Kassa
langs moederszijde oom van vorst Sigismund Báthory [18][19]
1607–1608
Sigismund Rákóczi
Sigismund Rákóczi 1544
Felsővadász
zoon van
János Rákócsi
en
Sára Némethy
Judit Bekény (1e huwelijk)
(1587)
1 kind
Anna Gerendi (2e huwelijk)
(1592)
3 kinderen
Borbála Telegdy (3e huwelijk)
(1596)
kinderloos
5 december 1608
Felsővadász
baron (1588);
deed troonsafstand ten gunste van Gabriël Báthory
vader van George I Rákóczi
[20][21]
1608–1613
Gabriel Báthory
Gabriël Báthory 15 augustus 1589
Várad (Oradea)
zoon van
Stefan Báthory
en
Zsuzsanna Bebek
Anna Palocsai-Horváth
(1607)
kinderloos
27 oktober 1613
Várad (Oradea)
zijn vader was een neefje van vorst Stefan Báthory, zelf was hij een neefje van vorst András Báthory;
tevens vojvoda van Walachije (1611);
verdreven door Ottomaanse troepen die Gabriël Bethlen steunden;
vermoord door hajduk-moordenaars
[22][23]
1613–1629
Gabriel Bethlen
Gabriël Bethlen 15 november 1580
Marosillye
zoon van
Farkas Bethlen
en
Druzsina Lázár
Zsuzsanna Károlyi (1e huwelijk)
(1605)
3 kinderen
Catharina van Brandenburg
(1626)
kinderloos
15 november 1629
Gyulafehérvár
verkozen met Ottomaanse hulp;
tevens verkozen koning van Hongarije (1620–1621);
volgens de Vrede van Nikolsburg (1621) ook hertog van Opole en hertog van Ratibor in Silezië (1621–1629);
volgens hetzelfde verdrag werden 7 comitaten (Abaúj, Bereg, Borsod, Szabolcs, Szatmár, Ugocsa en Zemplén) voor de duur van zijn leven bij zijn vorstendom gevoegd
[24][25]
1629–1630
Catherine of Brandenburg
Catharina van Brandenburg 28 mei 1604
Koningsbergen
dochter van
keurvorst Johan Sigismund van Brandenburg
en
Anna van Pruisen
Gabriël Bethlen (1e huwelijk)
(1626)
kinderloos
Frans Karel van Saksen-Lauenburg
(1639)
27 augustus 1649
Schöningen
weduwe van vorst Gabriël Bethlen;
het recht om haar echtgenoot op te volgen werd nog tijdens diens leven bevestigd door de Landdag (1626);
doorgaans aangeduid als "vorst" in plaats van "vorstin";
deed troonsafstand
[26][27][28]
1630
Stephen Bethlen
Stefan Bethlen 1584
zoon van
Farkas Bethlen
en
Druzsina Lázár
Krisztina Csáky (1e huwelijk)
3 kinderen
Katalin Károlyi
3 kinderen
10 januari 1648
Ecsed
broer van vorst Gabriël Bethlen;
verkozen door de Zevenburgse Landdag, maar later tegengestreefd door George I Rákóczi
[26][29]
1630–1648
George I Rákóczi
George I Rákóczi 8 juni 1593
Szerencs
zoon van
Sigismund Rákóczi
en
Anna Gerendi
Zsuzsanna Lorántffy
(1616)
4 kinderen
11 oktober 1648
Gyulafehérvár
zoon van vorst Sigismund Rákóczi [30]
1648–1657
George II Rákóczi
George II Rákóczi 30 januari 1621
Sárospatak
zoon van
George I Rákóczi
en
Zsuzsanna Lorántffy
Zsófia Báthory
(1643)
2 kinderen
7 juni 1660
Várad (Oradea)
eerste regeerperiode;
zoon van George I Rákóczi;
verkozen tot vorst door de Zevenburgse Landdag tijdens het leven van zijn vader (1642) qua erkenning van zijn opvolgingsrecht;
afgezet door de Ottomaanse grootvizier Mehmed Köprülü
[31][32]
(nooit geïnstalleerd)
Francis I Rákóczi
Frans I Rákóczi 24 februari 1645
Gyulafehérvár
zoon van
George II Rákóczi
en
Zsófia Báthory
Gravin Ilona Zrínyi
(1666)
4 kinderen
8 juli 1676
Zboró
verkozen tot vorst door de Zevenburgse Landdag tijdens het leven van zijn vader (1652) qua erkenning van zijn opvolgingsrecht;
nooit geïnstalleerd als vorst omwille van zijn vaders val
[33]
1657–1658
Francis Rhédey
Frans Rhédey 1610
Várad (Oradea)
zoon van
Frans Rhédey
en
Kata Károlyi
Druzsina Bethlen
1 kind
7 mei 1667
Huszt
door de Landdag verkozen tot vorst als tegenkandidaat voor George II Rákóczi, op instructie van de Verheven Porte [34]
1658
George II Rákóczi
George II Rákóczi 30 januari 1621
Sárospatak
zoon van
George I Rákóczi
en
Zsuzsanna Lorántffy
Zsófia Báthory
(1643)
2 kinderen
7 juni 1660
Várad (Oradea)
tweede regeerperiode;
opnieuw tot vorst verkozen door de Landdag;
verdreven door de Ottomaanse troepen
[31]
1658–1659
Ákos Barcsay
Ákos Barcsay ca. 1610
zoon van
Sándor Barcsay
en
Erzse Palatics
Erzsébet Szalánczy (1e huwelijk)
kinderloos
Izabella Bánffy
(1660)
kinderloos
juli 1661
Kozmatelke
eerste regeerperiode;
aangesteld door de Verheven Porte, vervolgens door de Landdag verkozen als tegenkandidaat voor George II Rákóczi;
terwijl hij op bezoek was bij de Ottomaanse gouverneur van het eyalet Temeşvar, keerde zijn tegenstander terug naar het vorstendom
[35]
1659–1660
George II Rákóczi
George II Rákóczi 30 januari 1621
Sárospatak
zoon van
George I Rákóczi
en
Zsuzsanna Lorántffy
Zsófia Báthory
(1643)
2 kinderen
7 juni 1660
Várad (Oradea)
derde regeerperiode;
opnieuw tot vorst verkozen door de Landdag;
verslagen in een veldslag bij Szászfenes
[31]
1660
Ákos Barcsay
Ákos Barcsay ca. 1610
zoon van
Sándor Barcsay
en
Erzse Palatics
Erzsébet Szalánczy (1e huwelijk)
kinderloos
Izabella Bánffy
(1660)
kinderloos
juli 1661
Kozmatelke
tweede regeerperiode;
opnieuw geïnstalleerd door de Verheven Porte;
deed troonsafstand
[35]
1661–1662
John Kemény
Jan Kemény 14 december 1607
Magyarbükkös
zoon van
Boldizsár Kemény
en
Zsófia Tornyi
Zsuzsa Kállai (1e huwelijk)
(1632)
1 kind
Anna Lónyay
(1659)
1 kind
22 januari 1662
Nagyszőllős
[36]
1661–1690
Michael I Apafi
Michaël I Apafi 3 november 1632
Erzsébetváros
zoon van
George Apafi
en
Borbála Petki
Anna Bornemisza
9 kinderen
15 april 1690
Fogaras
[37]
1690–1696 or 1701
Michael II Apafi
Michaël II Apafi 13 oktober 1676
Gyulafehérvár
zoon van
Michaël I Apafi
en
Anna Bornemisza
Gravin Kata Bethlen
(1694)
kinderloos
1 februari 1713
Wenen
zoon van vorst Michaël I Apafi; door de Zevenburgse Landdag verkozen tot vorst tijdens het leven van zijn vader (1681) qua erkenning van zijn opvolgingsrecht;
nooit geïnstalleerd, aangezien hij in 1696 met geweld naar Wenen werd gebracht omwille van zijn huwelijk zonder de toestemming van keizer Leopold I;
deed afstand van zijn vorstentitel 1701
[38]
1690
Emeric Thököly
Imre Thököly 25 september 1657
Késmárk
zoon van
graaf István Thököly
en
Mária Gyulaffi
Gravin Ilona Zrínyi
(1683)
2 kinderen
13 februari 1705
İzmit
door de Ottomaanse sultan Mehmet IV aangeduid tot vazalkoning van Opper-Hongarije; werd nooit verkozen of gekroond [39]

18e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Periode Afbeelding Vorst Geboren Huwelijk Overlijden Opmerkingen Bron
1704–1711
Francis II Rákóczi
Frans II Rákóczi 27 maart 1676
Borsi
zoon van
Frans I Rákóczi
en
gravin Ilona Zrínyi
Charlotte Amalie van Hessen-Rheinfels-Wanfried
(1694)
4 kinderen
8 april 1735
Tekirdağ
zoon van vorst Frans I Rákóczi;
kwam in 1704 in opstand tegen de Habsburgers
[40]

Habsburgs bestuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Gouverneur van Zevenburgen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1688 erkende de Zevenburgse Landdag de Habsburgse heerschappij in Transsylvanië, hetgeen in 1699 ook door de Ottomanen werd erkend. De Habsburgse keizer voerde de titel vorst van Zevenburgen en stelde een gouverneur aan die verantwoordelijk was voor het bestuur over Zevenburgen.

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Markó 2000, p. 110.
  2. Barta 1994, pp. 252., 259-260.
  3. a b Szegedi 2009, p. 101.
  4. Markó 2000, pp. 99-100.
  5. Barta 1994, pp. 260., 264-265.
  6. a b c Markó 2000, pp. 101-102.
  7. Barta 1994, pp. 263., 293-295.
  8. a b Barta 1994, p. 295.
  9. Markó 2000, pp. 97-98.
  10. Barta 1994, pp. 295-296.
  11. a b Barta 1994, p. 296.
  12. Markó 2000, pp. 112-113.
  13. Pop 2009, pp. 82-83.
  14. Barta 1994, pp. 296-297.
  15. a b Barta 1994, p. 297.
  16. Markó 2000, p. 120.
  17. [1]
  18. Markó 2000, pp. 104-105.
  19. Barta 1994, pp. 293., 298-299.
  20. Markó 2000, pp. 118-119.
  21. Barta 1994, pp. 304-305.
  22. Markó 2000, pp. 98-99.
  23. Barta 1994, pp. 305-309.
  24. Markó 2000, pp. 102-103.
  25. Barta 1994, pp. 314-315., 321-324.
  26. a b Markó 2000, p. 104.
  27. Barta 1994, pp. 314-315., 325-326.
  28. Deák 2009, pp. 82-83., 85., 88., 93.
  29. Barta 1994, p. 326.
  30. Markó 2000, pp. 115-117.
  31. a b c Markó 2000, pp. 117-118.
  32. Barta 1994, pp. 352., 356.
  33. Markó 2000, p. 113.
  34. Markó 2000, p. 119.
  35. a b Markó 2000, pp. 96-97.
  36. Markó 2000, pp. 110-111.
  37. Markó 2000, pp. 94-95.
  38. Markó 2000, p. 95.
  39. Markó 2000, pp. 120-122.
  40. Markó 2000, pp. 113-115.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]